Liever uitbreiding Skillslab dan een kerncurriculum

Steeds vaker wordt gesproken over vaardigheden die elke student zou moeten kennen. Of het nu gaat om transversale skills (transferable skills), 21st century skills , duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development goals) in elk vak of het invoeren van een verplicht onderdeel voor elke student: Ondernemerschap.

Het idee van een algemeen vormende opleiding is niet nieuw. In de antieke en middeleeuwse scholen werden vroeger zeven vrije kunsten onderwezen: De taalvakken: grammatica, dialectica/ logica, retorica en de rekenvakken:  aritmetica, geometria, musica en astronomia. In de jaren na de middeleeuwen zijn de twee categorieën opgesplitst in de drie gebieden die we nu kennen: alfa, bèta en gamma.

Nu zou je verwachten dat met dit onderscheid de kous af is. Maar niets daarvan. Op de UU wordt nu gesproken over het terughalen van een soort van kerncurriculum. Vakken die elke student zou moeten volgen. Zo worden er verschillende voorstellen besproken: in het opinieartikel van Martijn van der Meer op DUB wordt gesuggereerd dat het kerncurriculum in zou kunnen gaan op Interdisciplinariteit, het beter samenwerken rondom thema’s zoals corona, academische integriteit en Open Science. Het DUB-panel belicht in een artikel de nadelen: bij een verplicht kerncurriculum blijft er minder tijd over voor andere disciplinair vereiste verdiepende vakken en komt de keuzevrijheid van studenten in het gedrang. Dat zou de intrinsieke motivatie van studenten kunnen ondermijnen.

Thumbelina, de student van nu
Wat ik wil beargumenteren is dat we de invulling van een mogelijk kerncurriculum geen recht doen door deze op te vullen met vakken die al bestaan. Op die manier zijn we weinig creatief. Laten we naar andere landen en universiteiten kijken. Laten we uitvinden welk gemis door studenten en docenten UU breed ervaren wordt en laten we wegstappen van de huidige voorstellen en kijken naar wat daadwerkelijk een aanvulling zou zijn voor elke student bij zijn of haar begrip van de wereld, het onderwijs en de wetenschap.

Om zelf een kleine exploratie te doen heb ik teruggegrepen naar een les die ik twee jaar terug heb gevolgd (voor de LASsers onder ons: Iris’ les bij Multidisciplinair Project) waarin de student Thumbelina werd voorgesteld. De huidige student leeft in een tijdperk waarin alles digitaal te grijpen is en in een maatschappij waarin aandacht en tijd geld waard is. Je kunt hieruit afleiden dat het belangrijk is om de focus te verleggen naar de student in het onderwijs: wat heeft de student nodig?; hoe leert de student nu anders dan een aantal jaren geleden (toen Google bijvoorbeeld nog niet een paar toetsaanslagen verwijderd lag).

Veel macht voor de docent
Onderwijs verrijken met 21st century skills wordt vaak geopperd als een methode hoe je moet omgaan met deze veranderende wereld, met nieuwe impulsen uit de digitale wereld en de rol die onderwijs hierin speelt.  Volgens Wikipedia omvat de term 21st century skills “skills, abilities, and learning dispositions that have been identified as being required for success in 21st century society and workplaces by educators, business leaders, academics, and governmental agencies.”.

De vraag is of je deze vaardigheden kunt aanleren, los van het vakgebied. Op Scienceguide stond een opinieartikel waarin wordt betoogd dat er een verschil bestaat tussen beschouwing van kennis en beheersing van kennis. Zo menen de schrijvers dat er geen algemene, vakgebied overstijgende vaardigheden zijn die iedere student zou moeten leren. Zij bepleiten de docent veel macht te geven over het leerproces. Dat de docent de heer en meester is over de stof die een student onderwezen moet worden, is ook een filosofie die aan de Universiteit Utrecht alom aanwezig is: de docent is de deskundige en zou weten wat wel of niet goed is om te onderwijzen en de methode waarop.

Als ik vanuit eigen oogpunt naar het idee kijk, ben ik het er echter niet volledig mee eens. De docent speelt zeker een grote en belangrijke rol in het leerproces van de leerling. Hij heeft immers een brede achtergrond. Maar als het over leren gaat, kijk ik liever naar de quote “Tell me and I forget. Teach me and I remember. Involve me and I learn.” toegeschreven aan Benjamin Franklin.

Ik wil hiervoor kijken naar de in het onderwijs veelgebruikte Taxonomy van Bloom. Deze taxonomie onderscheidt verschillende denklagen die je kunt gebruiken bij het ontwikkelen van een cursus. Naar mijn idee wordt dit door de docenten onvoldoende gebruikt, waardoor de student bijvoorbeeld niet altijd op de hoogte is waarom en waar hij of zij het begrip kan toepassen, analyseren, evalueren en in welke context hij of zij diens kennis gaat gebruiken om iets nieuws te creëren.

Wanneer de vraag gesteld wordt of er een kerncurriculum moet zijn, denk ik dat de allerbelangrijkste vraag is: Moeten we bij het onderwijs uitgaan van transversale skills en hoe zouden deze aan kunnen sluiten bij elk vakgebied? Of moeten docenten en lessen intrinsiek verbeterd worden om de hiaten op te vullen?

 

 

Wetenschapsfilosofie
Zelf vind ik dit een lastige vraag om antwoord op te geven. Als langstudeerder kwam ik tot de conclusie dat ik het herkauwen van de stof niet als de meest waardevolle lessen heb ervaren. Deze kon ik thuis nakijken op de slides. En ook niet dat er iemand toekeek wanneer ik oefeningen moest maken (hoewel dat soms een niet overbodige luxe was) .Het meest waardevol waren de colleges waar docenten een persoonlijke invulling aan de leerstof gaven. Wat vonden zij belangrijk? Waarom en waarvoor konden we wat we leerden gebruiken? Hoe structureerden zij de kennis en hoe kon dit leiden tot een goed geheel?

Dat neemt niet weg dat er ook zaken zijn die elke student zou moeten weten. Ik denk bijvoorbeeld aan  het belang van refereren en hoe dat plaatsvindt, de opbouw van onderzoek: wat voor soorten onderzoeken zijn er, wat zijn de voor- en nadelen van deze onderzoeksmethodes. Ik schrik ook oprecht elke keer wanneer ik erachter kom dat deze zaken niet in elke opleiding aan bod komen. Het is nodig dat vrijheid van onderzoekers en het belang van onafhankelijk onderzoek, wetenschapsfilosofie, bepaalde statistische kennis en technieken, presentatietechnieken van onderwijs en onderzoek in het onderwijs behandeld worden.

Uitbreiding skillslab
Er zijn bepaalde praktische vaardigheden die elke student moet kennen. Hoe schrijf je een essay, wat zijn bewijstechnieken, hoe schrijf je wetenschappelijk Nederlands of Engels en hoe refereer je? Al kan de invulling per discipline verschillen.

Het is zeker goed om te kijken naar kernvakken van opleidingen zoals LAS en naar voorstellen die geopperd worden voor 21st century skills. Maar je kunt dan voor verdieping zorgen door docenten de ‘algemene transversale skill kennis’ toe te laten passen op hun eigen vakgebied.

Het aanbieden van de vakken in huidige vorm als verplichte toevoeging op de huidige curricula, heeft naar mijn mening geen meerwaarde. Je kunt beter investeren in een uitbreiding van het skillslab. In het partijprogramma van niet nader genoemde studentenvereniging waar ik lid van ben geworden, was mijn voorstel om transversale skills vrijblijvend via het skills-lab aan te bieden, online, dit werd destijds door mijn partij met open armen ontvangen.

“…  door het Skillslab uit te breiden met een panel van academici die hun kennis, middels kennisclips en e-learning modules, delen over vakoverstijgende vaardigheden. Vaardigheden zoals het schrijven van wetenschappelijke papers en (master)scripties, het beheersen van academisch Nederlands en Engels, welzijns- en planvaardigheden, communicatietechnieken, statistiek en presentatievaardigheden zouden zo laagdrempelig mogelijk voor iedere moderne student toegankelijk moeten zijn”

Advertentie