Minder prestatiedruk begint (ook) bij jezelf

Wij medewerkers van de universiteit zijn voortdurend in competitie met elkaar. En we streven verrassend vaak naar dezelfde dingen: een vaste baan, een hoge bestuursfunctie, een prestigieuze onderzoekssubsidie. Het universitaire leven is een eindeloze ratrace en het is heel moeilijk om je daaraan te onttrekken.

Maar we kunnen wel wát doen. We roepen de druk deels over onszelf af door altijd maar ‘hogerop’ te willen. Minister Bussemaker sprak hierover bij de opening van het academisch jaar aan de Radboud Universiteit. “Waarom zou je beter een mislukte advocaat kunnen zijn dan een succesvolle loodgieter? Achter die gedachte schuilt een wereld van ongeluk”, aldus de minister.

En dat terwijl we, als we eerlijk naar onszelf kijken, niet allemaal hetzelfde willen. Mensen hebben verschillende behoeften en talenten. De één werkt graag in de luwte aan een ingewikkeld probleem, de ander snakt naar maatschappelijke erkenning. De één stuurt moeiteloos een groep mensen aan, een ander vindt dat dodelijk vermoeiend.

Stress en geluk
De psychologie onderscheidt een aantal drijfveren, waarvan het prestatiemotief en het machtsmotief twee relevante zijn. Mensen met een sterk prestatiemotief genieten van het nastreven van uitdagende doelen, zonder meteen te denken aan de sociale impact. Denk aan wetenschappers die fundamenteel onderzoek doen of aan marathonlopers. Mensen met een sterk machtsmotief genieten juist van sociale impact. Denk aan bestuurders, politici en podiumdieren. Hoe sterk die motieven zijn, verschilt behoorlijk tussen personen.

Drijfveren zijn goede voorspellers van stress en geluk. Naarmate je doelen nastreeft die beter passen bij je drijfveren, voel je je gelukkiger en presteer je beter. Streef je de verkeerde doelen na, dan krijg je stress en heb je een grotere kans op depressiviteit.

Drijfveren kunnen ook voorspellen of je gelukkig wordt van het beklimmen van de maatschappelijke ladder. Hogerop komen betekent helaas niet altijd dat je meer vrijheid krijgt om te doen wat je wilt. Bijvoorbeeld, binnen de universiteit betekent hogerop komen vaak dat je minder tijd hebt voor onderzoek (een taak die past bij het prestatiemotief) en meer gaat besturen (een taak die past bij het machtsmotief). Die verandering is niet voor iedereen een verbetering. Briljante onderzoekers zijn soms vreselijke bestuurders, en andersom.

Om prestatiedruk te verminderen helpt het om je eigen drijfveren te leren kennen. Dat lukt niet door met een vergrootglas ‘naar binnen’ te kijken. Wat wel werkt, zo blijkt uit onderzoek, is dingen dóen. Je moet dingen uitproberen en jezelf steeds afvragen: ‘Geniet ik hiervan? Geeft het me energie, of raak ik alleen maar gestrest en uitgeput?’ Taken die alle energie uit je slurpen moet je vermijden. Soms betekent dat: een kans om hogerop te komen afslaan. Dat klinkt eenvoudig, maar in de universitaire ratrace kan het knap lastig zijn.

Advertentie