Motivatie als heilige graal
Kijken naar cijferlijsten bij toelating tot een opleiding is volgens onderwijskundige Jeroen Janssen geen goed criterium om studenten te motiveren. Belangrijker is dat de universiteit condities schept waarin studenten gemotiveerd raken en blijven voor hun studie.
Motivatie is de rode draad die loopt door “Het nieuwe studeren”, het themamagazine van het DUB. De universiteit is op zoek naar gemotiveerde studenten, studenten die geen genoegen nemen met zesjes, die het beste uit zichzelf willen halen. De universiteit investeert daarom bijvoorbeeld in het vinden van gemotiveerde studenten (zij die met een hoog cijfer hun vwo halen?) en in het in contact komen met toekomstige studenten (door bijvoorbeeld een dag proefstuderen of het spreken met scholieren).
Veel van de maatregelen die genomen worden om de heilige graal onder de studenten - de gemotiveerde student – te komen, leggen de nadruk op de verantwoordelijkheid van de student. Dat is uiteraard terecht. Je mag van een aankomende student verwachten dat hij bijvoorbeeld goed nadenkt over de studie die hij wil gaan volgen. Je mag van een scholiere ook verwachten dat ze bewijst dat ze in huis heeft wat er nodig is om te slagen op de universiteit.
Motivatie is echter méér dan alleen de verantwoordelijkheid van de student. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van student en universiteit. Motivatiepsycholoog Edward Deci stelt dat we ons niet moeten afvragen hoe we studenten kunnen motiveren, maar dat we ernaar moeten streven om de condities te scheppen waaronder studenten zichzelf kunnen motiveren. De universiteit heeft dus een belangrijke taak: een omgeving scheppen die studenten die in staat stelt om gemotiveerd te raken en te blijven voor hun studie.
De vraag is dan of alle maatregelen die in het DUB themamagazine de revue passeren aan Deci’s criterium voldoen. Wat te denken van het voorstel om een hoger gemiddeld eindexamencijfer te hanteren als criterium? Of om studenten alleen op basis van een GPA (Grade Point Average) toe te laten tot een masteropleiding? Zal dit studenten motiveren? Scheppen we hiermee een situatie waarin studenten zichzelf kunnen motiveren? Raken ze hierdoor meer gemotiveerd voor hun studie? Stimuleren we hiermee een intrinsieke motivatie voor de studie? Of zorgen we hiervoor dat studenten zich om andere, minder intrinsieke redenen gaan inspannen voor hun studie?
Op zich is er niks mis mee dat studenten de druk voelen om goede cijfers te halen, dit leidt er inderdaad vaak toe dat studenten meer tijd aan hun studie gaan besteden. Maar anderzijds is het zo dat zulke vormen van motivatie tot meer angst en spanning bij studenten leiden; angst en spanning die ertoe kunnen leiden dat zij minder goed gaan presteren dan in hun mogelijkheden ligt.
Het antwoord op de vraag hoe we een omgeving kunnen scheppen die studenten in staat stelt gemotiveerd te raken te blijven ligt daarom óók bij de docent. Wie is er niet in zijn onderwijscarrière een docent tegengekomen die de motivatie voor een vak verder wist aan te wakkeren door een inspirerende college of een goed gesprek?
Deze week begint het nieuwe academisch jaar. Nieuwe studenten bevolken onze collegebanken. Weer een nieuwe lichting studenten die wij docenten kunnen helpen bij het vinden en verhogen van hun studiemotivatie. Wat een mooie kans!