Naar buiten met het onderwijs
Het kleine gymzaaltje van het Ondernemershuis aan de Rhonedreef in Utrecht is goed gevuld met een divers onverwacht gezelschap. Studenten en docenten van het vak Ondernemerschap als uitdaging zijn er samen met - wat in ondernemersjargon heet - lokale stakeholders: mensen uit de wijk voor wie iets op het spel staat, bewoners uit de wijk die een eigen sociale onderneming zijn begonnen of willen beginnen. Studenten werken tijdens dit vak met hen samen in dit proces en werken op deze manier aan actuele maatschappelijke vraagstukken.
Het vak maakt deel uit van het tweejarig onderwijsvernieuwingsproject Community Service & Community Engagement (een USO-project) dat Peter Linde en ik samen zijn begonnen met collega’s van Sociale Geografie, University College en Onderwijskunde.
Vanmiddag delen studenten de opbrengsten van hun projecten met de Overvechters. Zo presenteert een groepje het project Social Bike onder het motto ‘We nemen geen mensen aan om fietsen te verhuren, we verhuren fietsen om mensen aan te nemen’. Door een inventieve manier van fietsverhuur willen ze ‘mensen met een kloof tot de arbeidsmarkt’ kansen bieden voor persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke integratie. Er wordt goed geluisterd, er is waardering, er zijn kritische kanttekeningen, suggesties om bij bestaande initiatieven aan te sluiten, er wordt geregeld gelachen.
Collega Peter Linde heeft enige jaren geleden besloten dit vak in de wijk Overvecht te geven om onderwijs dat maatschappelijk betrokken is, en dat studenten de kans geeft eigen verantwoordelijkheid voor het leren te nemen, waar te maken. En ook om te tonen, zoals het begrip ‘community engagement’ impliceert, dat leren niet het uitsluitend domein is van de academie maar daarbuiten, samen met anderen uit de gemeenschap gebeurt. Maatschappelijke verantwoordelijkheid in het onderwijs vraagt niet alleen om direct contact en samenwerking met wijkbewoners en lokale organisaties maar vraagt ook om blijvende betrokkenheid. Die is er in dit geval doordat voormalige studenten het ‘lab’ in Overvecht hebben opgericht dat het vak, maar ook het USO project als geheel, in de wijk ondersteunt.
Om studenten op te leiden tot ‘betrokken burgers’ zoals de UU wil, is volgens ons meer nodig dan het leggen van een lijntje tussen theoretische bouwwerken en universitaire kaders van onderwijskwaliteit enerzijds en de wereld daarbuiten anderzijds. Er is natuurlijk niets mis met theorie en kaders, maar opleiden tot betrokken burgers vraagt nog iets heel anders. Het vraagt opnieuw na te denken over wat we als waardevolle kennis beschouwen. Alledaagse lokale kennis is ook theorie. Het vraagt om andere vormen van onderwijs waar leren-door-te-doen centraal staat, en om nieuwe verhoudingen tussen docenten en studenten. Het is risicovol onderwijs, met veel ‘onmetelijke’ opbrengsten, met fouten en mislukkingen. Oncomfortabel. En toch, een student vorige week sprak zich heel expliciet uit. ‘Het volgen van dit vak’, zo zei ze, ‘heeft ervoor gezorgd dat ik andere keuzes in mijn leven ga maken’.
De Leuvense onderwijsfilosoof Jan Masschelein* (2010) pleit al lange tijd voor educatie als een vorm van e-ducere, Latijn voor uit-leiden naar de wereld, in plaats van inprenten van kennis in de hoofden. Buiten de kaders, weg van bestaande posities en perspectieven. Minder opleiden, meer uitleiden.
*Masschelein, J. (2010). E-ducating the gaze: the idea of a poor pedagogy. Ethics and education, 5(1), 43-53.