Onschuldig lezen bestaat niet
Dag dagboek,
Nu ik de ware reden weet waarom de kunstenaars hier zijn – het systeem iets leren over zichzelf – wordt het tijd om me te buigen over de projecten zelf. Ik heb mij teruggetrokken in de grote zwarte doos van Wiel Arets, de universiteitsbibliotheek, een gebouw dat me altijd doet denken aan de studeerkamer in het Rietveld Schröderhuis omdat daar het plafond ook zwart is en het tafelblad wit.
Ik zit er met een mengsels van bewondering en afkeer. Afkeer voor het zoveelste architectonisch onfeilbare ontwerp dat zo compromisloos en clean is, dat ik elk moment verwacht dat we worden uitgerookt als zilvervisjes die hier niet mogen zijn. Maar ook bewondering voor het unieke gebouw, en trouwens ook voor de collectie die het huisvest, zoals de kasten in de speciale, extreem goed beveiligde kluizen waar boeken staan die je bijna nergens anders op de wereld fysiek kunt vinden.
Ik ben hier gaan zitten omdat één van de projecten voor het Zero Footprint Campus wordt verzorgd door het collectief Read-in, dat de wereld al weer zeven jaar bestookt met feministisch- activistische kunstprojecten. Read-in is, volgens de website, ‘een collectief dat zich sinds 2010 bezighoudt met de politieke, materiële en fysieke implicaties van collectief lezen en de gesitueerdheid van elke soort leesactiviteit. Tot de steeds terugkomende onderzoeken behoren de nalatenschap van feministische leesgroepen, voorlezen, de aanstekelijkheid van woorden, onderzoek in bibliotheken en de categorisering van boeken in de schappen, lezen van (en in) films, collectief memoriseren, (niet)disciplinaire pedagogische methoden en intentioneel luisteren.’
Voor dit project komt het er op neer dat er vier dames hebben lopen turven in deze bibliotheek om te onderzoeken op welke categorieën je boeken kunt zoeken, en om samen met het personeel te kijken of de digitale catalogus zo kan worden aangepast dat je bijvoorbeeld ook op gender kan zoeken. Onder het motto: ‘Er is niet zoiets als onschuldig lezen’ leidde dit tot de vaststelling dat er in een bepaalde boekenkast op de afdeling Geologie nauwelijks boeken van vrouwen of gekleurde mensen te vinden zijn.
Dat lijkt me een uitkomst die verrassend noch schokkend is. Natuurlijk moet de wereld beter worden, maar als ik een feminist was weet ik niet of ik de genderdiversiteit of multiculturele achtergrond onder geologen bovenaan mijn lijst zou zetten.
Maar ik ben geen feminist. Ik ben ook zo’n witte man, en ik weet niet beter dan dat mannen als ik de maat der dingen zijn. In mijn werkveld, de literatuur, kan zelfs ik zien dat er nog steeds vreemd tegen vrouwen aangekeken wordt. De activiteiten van Read-in werken me zowel op de zenuwen als op de lachspieren, maar iets in mij beseft dat hun thematiek ernstiger en belangrijker is dan ik me als lid van de geprivilegieerde kaste kan voorstellen. De eerste criticasters van Zware Piet werden ook uitgemaakt voor hysterici, maar inmiddels is er geen weldenkend mens meer dat ze ongelijk zou durven geven.
Ik kijk steels om me heen en zie louter vrouwelijke studenten, die hun hersens zonder zichtbare onderdrukkingsverschijnselen zitten te vergiftigen met de kennis van witte mannen. Ik besef dat Read-in precies dezelfde mix van gevoelens in mij losmaakt als dit gebouw, deze Deathstar voor boeken – bewondering en afkeer. De bewondering wint. Met één boekenruglengte.
Dag 5 uit de podcast Dagboek zonder Dagen door Ingmar Heytze