Overleven in (het) Korea(ans)
“Was ik maar gewoon naar Amerika gegaan, zoals al mijn vrienden...” De gedachte aan wonen in een Engelstalig land maakt me stiekem wel eens jaloers, wanneer ik hier in Seoel weer eens een willekeurig gerecht aanwijs op het onleesbare menu in een eetzaakje (en vurig hoop dat het niet nóg pittiger is dan normaal), met handen en voeten sta te communiceren bij de bank om iets gedaan te krijgen, of via Google Translate op mijn telefoon probeer te achterhalen of ik nou wasmiddel of terpentine op de kassaband van de supermarkt leg.
Om daar verandering in te brengen, besloot ik twee weken geleden om me op te geven voor een extra avondvak Koreaans, toepasselijk getiteld ‘Survival Korean’. Ik was vastberaden: surviven zou ik.
Hoewel…
De eerste drie lessen van mijn nieuwe vak werden compleet besteed aan het uitspreken van Koreaanse klinkers en medeklinkers. Een fragiel Koreaans vrouwtje herhaalde keer op keer het voor mijn oren onmogelijk waarneembare verschil tussen ‘k’ en ‘k’ en ‘e’ en ‘e’, of probeerde onze monden de Koreaanse klank ‘으‘ te laten vormen (stel je voor dat je iets heel vies ziet, en met strakgetrokken mondhoeken ‘euhl!’ zegt). Het zag er aandoenlijk uit: een klasje vol Europeanen met Mr. Bean-achtige gezichten, gezichten vol vervormde monden, opperste concentratie, en pure verwarring.
Maar het leukste waren de luisteropgaven: tegen de tijd dat ik uitgevogeld had of de oefening al begonnen was of dat het gebrabbel nog bij de aankondiging van het hoofdstuk hoorde, was de opdracht al half voorbij, en resteerde er niks anders dan lukraak een paar karakters omcirkelen, en hopen dat de God van de Gok me vandaag goed gegund was. Toen we als laatste opgave zelf moesten opschrijven(!) wat we hoorden, begon de klas de humor van de situatie wel in te zien, en werden we gewoonweg melig van onze eigen hopeloosheid.
Onze arme lerares stond intussen ietwat verward voor het bord, en probeerde in haar beste Engels te achterhalen waarom we zo giechelig waren. Met een zenuwachtig lachje vertelde ze ons vervolgens dat dit voor Koreanen zelf soms ook moeilijk was; de geruststelling van de maand. Maar, zo zei ze, om het allemaal nog beter te maken, we hoefden ons geen zorgen te maken: maandag krijgt iedereen een individuele uitspraaktoets om te kijken hoe ver we gevorderd zijn. Die telt mee voor ons eindcijfer, zei ze.
De klas verstomde onmiddellijk, en ik kreeg spontaan de neiging om mijn uitwisselingscoördinator op te bellen: of ik alsjeblieft alsnog kan overvliegen naar California…