Skepsis

De wetenschap heeft de neiging eenzijdig te worden. Daarom kijkt Klaas van Egmond in zijn columns voorbij het rationele kader. Dat werd hem niet in dank afgenomen door ‘skeptische’ wetenschappers. Maar zij zijn volgens Van Egmond in hun kritiek selectief en ideologisch gedreven.

Skepsis, oftewel twijfel, behoort de grondhouding van de wetenschap te zijn; is het wel waar,  klopt dat wel, zit er niet meer achter ? Die houding heeft de mensheid veel goeds gebracht en moeten we dus vasthouden. Juist daarom heb ik in mijn eerdere columns het zoeklicht van de twijfel willen richten op het wetenschappelijke bedrijf zelf. De onderstroom van mijn betoog was dat de wetenschap de neiging heeft om eenzijdig en reductionistisch te worden, steeds meer te willen weten van steeds minder. Dat is geen probleem, zeker niet voor de ontwikkeling van nuttige technologie, maar ondergraaft wel het begrip van de wereld als geheel. En het wordt vervolgens bedenkelijk wanneer die eenzijdig geworden wetenschap alles ontkent wat haar vooralsnog beperkte begrip te boven gaat.

In één van mijn columns heb ik de Delftse wetenschapper Coen Vermeeren verdedigd die aandacht vroeg voor het onvoorstelbaar grote aantal UFO-waarnemingen die goeddeels door professionele waarnemers zoals piloten zijn gedaan. Onder de titel Red Alert luidt de Utrechtse biologe Gerdien de Jong de noodklok over mijn optreden. Zij meent dat die waarnemingen ‘een ongeregeld zootje lichten in het donker’ zijn. Daarnaast is De Jong van mening dat die waarnemingen er niet toe doen ‘zolang er geen toetsbare hypothesen in zicht zijn’. Met andere woorden: zolang je niet begrijpt hoe het werkt, kan het niet waar zijn. Zeelui zijn verstandiger want die hebben duizenden jaren het eb- en vloedverschijnsel waargenomen en ondanks het feit dat ze er nog geen ‘toetsbare hypothese’ voor hadden, hebben ze het verschijnsel wel voor waar aangenomen.

Naar aanleiding van een vraag van Studium Generale heb ik een column (geen wetenschappelijk artikel) geschreven over de mogelijke betekenis van het rondzingende verhaal van de Maya-kalender die eind van dit jaar zou aflopen. Mijn bewering was slechts dat de tijdrekening van de Maya’s gebaseerd blijkt te zijn op het idee van exponentiële groei. Daarbij verloopt de ontwikkeling steeds sneller, zowel op evolutionaire als op actuele tijdschalen. Ik beweerde dat de industriële revolutie, ingeleid door de uitvinding van de stoommachine, en de doorbraak van het internet daar actuele voorbeelden van zijn en dat die versnelling het centrale probleem is van het huidige duurzaamheidsvraagstuk (mijn vakgebied). Deze keer kwam de ridiculisering, de op de man gespeelde kritiek en daarmee de smaad uit de hoek van de stichting Skepsis. Mijn ‘rare ideeën’ worden laatdunkend afgeserveerd volgens hun beproefde recept: ontkracht irrelevante details. Als die niet ‘waar’ zijn, dan zal het hele verhaal wel niet waar zijn: ha ha, de stoommachine is niet rond 1750 uitgevonden, maar pas in 1777 in gebruik genomen.

Diezelfde manier van werken passen skeptici in het algemeen ook graag toe op het klimaatprobleem. Wat mij betreft staan op enkele deelterreinen van het klimaatonderzoek nog de nodige wetenschappelijke vragen open. Maar skeptische wetenschappers en hun Deense idool Lomborg weten al decennia dat de ‘broeikastheorie’ niet waar is. De aarde zou niet warmer worden. Inmiddels staat voor 100 procent vast dat de aarde wel (0.75 graad C) warmer is geworden. Nu ze dat niet meer kunnen ontkennen, wisselen ze handig van positie. De wereld wordt wel warmer maar het is niet de schuld van onze broeikasgassen. En nu ook die claim steeds minder houdbaar wordt, geven ze schoorvoetend toe dat het misschien wel onze schuld is, maar beweren ze dat we ons geld in plaats van klimaatbeleid beter aan ontwikkelingshulp kunnen besteden. Alsof ze daar ooit een seconde van wakker hebben gelegen. In tussentijd vallen ze de klimaatwetenschap en de grote mate van wetenschappelijke consensus in de IPCC-klimaatrapporten aan door, geheel volgens verwachting, irrelevante details en misverstanden buiten proporties op te blazen en als ‘bedrog’ te bestempelen. Ze doen dat ook hier op laakbare wijze en deels betaald door de fossiele industrie. Maar over het nu dramatisch falen van de (neo-klassieke) economische wetenschap horen we niets.

De verontwaardiging van deze zgn. ‘skeptische’ wetenschappers is namelijk selectief en ideologisch gedreven. Hun vertrekpunt is een mechanistisch-individualistisch wereldbeeld met een panische angst voor alles wat daar van afwijkt. Daardoor zijn ze als de dood voor onbegrepen, nog niet causaal-mechanistisch te duiden verschijnselen  Ook de overheid, die namens het collectief zijn verantwoordelijkheid neemt, is een bedreiging omdat die wel eens hun puur individualistische ‘vrijheid’ zou kunnen beperken.

De wetenschap heeft gedurende zo ongeveer een millennium met de kerk om ‘de waarheid’ gestreden en de wetenschap heeft gewonnen. Na het tussentijdse avontuur van de Romantiek in de 19e eeuw heeft (een deel van ) de wetenschap zich vervolgens verhardt tot eenzijdig materialistisch reductionisme. Om vervolgens op precies dezelfde manier als de kerk dat eerder deed, de waarheid in pacht te hebben. En net als toen loopt dat nu uit op dogmatisme en fundamentalisme, waarbij strikt en letterlijk wordt vastgehouden aan gefixeerde, doch twijfelachtige grondbeginselen. Zonder zich in de materie te verdiepen weet men op voorhand wat wel of niet waar is. Om Clausewitz nogmaals te parafraseren: zulke wetenschap is de voortzetting van de kerk met andere middelen. Hoewel zijn die middelen eigenlijk wel anders ? Wie het eenzijdige en primitieve wereldbeeld van de toenmalige kerk niet meemaakte werd door de inquisitie verbrand. Wie het primitieve wereldbeeld van de huidige skeptische sekte niet meemaakt wordt afgebrand. Mentaal is dat een klein verschil, maar toegegeven, fysiek is dat een hele vooruitgang.

Advertentie