Sneeuw in Lund

Na vijf minuten ben ik eindelijk klaar om naar buiten te gaan: enkelwarmers en warme laarzen aan, muts op, extra dikke sjaal om, winterjas tot bovenaan dichtgeknoopt, handschoenen, handcrème en Labello-stift in de aanslag. Ik zak weg in een laag modderige sneeuw en schuifel richting faculteit, om me daar weer van alle lagen kleding te ontdoen

Ik hoor het je zeggen: wat had je anders verwacht in Scandinavië? Goed punt. Mijn enige verdediging: ik ging toevallig wel naar het minst noordelijke stukje Zweden dat je kunt bedenken. In de rest van Zweden kijkt men op Skåne, mijn provincie, maar een beetje neer. Het ligt veel te dicht bij Kopenhagen, het accent smaakt ook al Deens en tenslotte stellen de winters hier niets voor.

Inderdaad, tot begin deze maand was het een prutwinter, met gemiddelde temperaturen van plus 6 en hoewel het nu al een dag of 10 vriest, blijft het meestal bij zeer milde vorst en een bescheiden laagje sneeuw. In Het Hoge Noorden, daar is het pas koud, zie ik in de krant aan de keukentafel. De temperaturen schommelen daar tussen -15 en -20, met uitschieters naar beneden.

Het zuiden van Zweden is geen Zweden
Maar waar is Dat Hoge Noorden dan wel? Hoewel ik inmiddels redelijk gewend ben aan de afstanden in dit land, heb ik nog altijd niet het juiste perspectief. Stockholm, met de snelste trein in 4 uur te bereiken, is voor mij wel ongeveer het ultieme noorden – vooral omdat ik er nog nooit geweest ben. Daar moet de Zweed om lachen: het ligt nog altijd in de zuidelijke helft van Zweden.

Als je die extreme kou wil meemaken en het noorderlicht wil zien – nee, echt geen kans hier – ben je echt nog niet op de helft. Daarvoor moet je naar plaatsen boven de poolcirkel met namen als Jokkmokk of Kiruna en het is daar waar de verhoudingen on-Nederlands bizar worden.

De twee gemeentes Jokkmokk en Kiruna zijn namelijk samen in oppervlakte al groter dan Nederland alleen. Het aantal inwoners komt echter niet boven de 30.000 uit. Kun je rustig een wandelingetje maken, zal ik maar zeggen. Hoewel, van 12 tot 31 december zal iedereen er toch wel op een kluitje zitten om de moed erin te houden. Dan komt de zon namelijk bijna 20 dagen niet op.

Daarmee valt de Lundse winter natuurlijk geheel in het niet. Niet zeuren dus, en proberen de voordelen van de kou in te zien: ongegeneerd liters warme chocolademelk mogen drinken, eindeloze fikas met zelfgebakken koek (uit een heerlijk warme oven) en het ultieme excuus om niet te hoeven hardlopen.  

Die lente mag nog wel even wegblijven.

Advertentie