Stage in Vietnam

Eindelijk is het zover. Het land dat drie grootmachten versloeg, het land waarover m’n favoriete cursus de Vietnamoorlog (Osiriscode 201000107) gaat en waar de eigenaar van de loempiakraam aan de Amsterdamsestraatweg vandaan komt, is van eind augustus tot november ook het land van m’n bachelorstage Taal- en Cultuurstudies: Vietnam. Bij de NGO Sapa O’Chau ga ik drie maanden Engelse les geven, hun administratie regelen en drie projecten opzetten en leiden.

Het vliegtuig was als een stuk niemandsland, de vlucht een overgangsfase. De stewardessen droegen Vietnamese jurkjes, maar schonken Nederlands bier. Ze serveerden kip met rijst en een hamburger met aardappels, te consumeren met stokjes of bestek. Het ontbijt werd bovendien geserveerd op Vietnamese tijd, om twee uur ’s nachts Nederlandse tijd. Aangekomen in Hanoi was er geen geruststellende tussenweg meer, maar was alles compleet anders.

Maar liefst 14 uur deed de trein er over om van de hoofdstad naar mijn stageplek in Sapa te gaan. Krakend en piepend rammelde de trein tussen rivieren door en stopten we in elk dorp dat uit meer dan drie woningen bestond. Daarna stond ik nog twee uur met de auto vast in de bergen, omdat een vrachtwagen in het ravijn was gevallen.  Ik neem me stellig voor nooit meer te klagen over het vervoer in Nederland.

De studenten van Sapa O’Chau wonen naast de school en slapen met tien op een kamer. Ze hebben geen kast of bureau, alleen een bed zonder matras en wat ratten voor de gezelligheid. Deze studenten gaan allemaal zeven dagen per week naar school, koken elke dag voor alle werknemers en maken het hele huis schoon. De enige hobby die ze hebben is het borduren van traditionele Hmong kleding, die ze vervolgens verkopen in het dorp.

Ik schaam me als ik denk aan mijn riante 12 vierkante meter in Utrecht en mijn ‘drukke’ studentenleven, met genoeg tijd voor afspraakjes met vrienden en feestjes. Het lijkt meteen duidelijk dat we in Nederland heel wat kunnen leren van de flexibele, hardwerkende houding van de Vietnamezen.

Maar wanneer ik me na de eerste weken thuis begin te voelen en in de les huiswerk opgeef voor de volgende dag, zie ik vanuit m’n ooghoek een van de hardst werkende studenten zuchtend met haar ogen rollen. Opgelucht bedenk ik dat sommige dingen toch echt overal hetzelfde zijn.

Advertentie