Meet the professor

Stuur de professoren naar KLM

Extinction Rebellion activists. Foto: Shutterstock
Extinction Rebellion activists conduct A10 Blockade to protest against ING funding fossil fuel industry. Photo: Shutterstock

Deze week trek ik weer mijn toga aan en fiets ik, samen met ruim honderd andere hoogleraren, naar een basisschool voor de jaarlijkse Meet the Professor. Alhoewel ik me afvraag waarom alleen hoogleraren mee mogen doen (daarover meer in een volgende column) is het een mooie traditie en vind ik het altijd een inspirerende, gezellige ochtend. 

En toch knaagt er iets. Niet dat ik in toga op de fiets moet, hoor. Ik ben het niet eens met collega’s die het ‘raar’ vinden om in toga voor een klas te staan, omdat we die toga verder nooit aanhebben tijdens ons werk. Als André Kuipers een verhaal houdt, neemt hij toch ook zijn astronautenhelm mee? De toga is ons uniform, en is daarom een uitstekend attribuut om een gesprek met basisschoolleerlingen te starten over wat wetenschap is. 

Het knaagt omdat ik me afvraag waarom ik eigenlijk weer naar een basisschool ga. Waarom zijn vaak leerlingen de doelgroep van public engagement-activiteiten? Waarom gaan we met Meet the Professor niet naar de bankiers en directeuren op de Amsterdamse Zuidas?

Als klimaatwetenschapper maak ik me enorm zorgen over de klimaatcrisis. Ik gebruik mijn expertise en autoriteit als wetenschapper dus graag om met mensen in dialoog te gaan over hoe we de samenleving moeten en kunnen veranderen om de klimaatcatastrofe af te wenden. En natuurlijk, kinderen zijn ook mensen, dus die dialoog kunnen we zeker ook met hen aangaan. 

Maar we hebben simpelweg de tijd niet meer om te wachten totdat die kinderende maatschappelijke veranderingen die nodig zijn, kunnen doorvoeren. Het duurt nog zeker 20 jaar voordat zij bestuurlijke invloed hebben, en tegen die tijd is de klimaatcatastrofe onafwendbaar. 

We moeten als klimaatwetenschappers juist in gesprek met de mensen die nú aan de knoppen zitten. De mensen die nú invloed hebben en de maatschappij kunnen veranderen. En dat geldt net zo goed voor alle andere maatschappelijke crises, en ook voor de publieke waardering voor wetenschap in het algemeen. 

Mijn collega Sjoerd Groeskamp van het NIOZ vertelt in zijn theatervoorstelling Overvloed (met Patrick Nederkoorn; gaat dat zien!) dat er na een try-out een wat oudere man naar hem toekwam die hem complimenteerde met de voorstelling maar aangaf dat Sjoerd en Patrick op scholen moeten spelen. Waarop Sjoerd uit zijn slof schiet en de man vertelt dat juist hij en zijn mede-boomers de voorstelling moeten zien: het zijn de boomers die ons  deze klimaatpuinhoop hebben gebracht, en zij moeten ook maar eens de verantwoordelijkheid nemen om er iets aan te doen. Ze hebben 30 jaar lang niet genoeg gedaan, en kunnen hun verantwoordelijkheid nu niet afschuiven op jongeren; dat is niet eerlijk.

Deze week fiets ik met toga naar de Mattheusschool in Overvecht, en ik kijk er heel erg naar uit om met de leerlingen van groep 7 daar over klimaat, plastic afval en duurzaamheid te praten. Maar volgend jaar ga ik nog liever naar het hoofdkantoor van ING of KLM. Daar kan ik, hopelijk, impact maken op een tijdschaal waarop de klimaatcrisis misschien nog af te wenden is.

Advertentie