Surinaamse studenten wonen niet op kamers

Pepé, Demelza en Susan zien vriendschap tussen bewoners en verzorgers in bejaardenhuis.

We zijn nu een paar weken in Suriname en de tijd vliegt voorbij. Met z’n drieën, Pepé, Susan en Demelza van de Anton de Kom Universiteit, doen wij onderzoek naar de bijdrage die het maatschappelijk middenveld kan leveren aan de ouderenzorg. De afgelopen weken zijn we bij tien verschillenden bejaardentehuizen en ouderenorganisaties geweest, waar we veel indrukwekkends hebben gehoord en gezien.

Zo mochten wij vorige week een ouderendag bijwonen bij Huize Prinses Margriet. Het bejaardenhuis had een feestdag georganiseerd voor ouderen en familie. Op deze dag viel ons op dat de verzorgers en de ouderen met elkaar omgingen als goede vriendinnen, in Nederland is dit veel afstandelijker. We vroegen ons af hoe onze Surinaamse buddy, Demelza, dit ervaart.

“Ik denk dat de ouderen in Suriname elk moment een verhaal klaar hebben om te vertellen, dus ook tegen de verzorgenden. Meestal hebben de ouderen ook vaste verzorgers, die wekelijks langskomen. Zo bouwen zij een band met elkaar op en word je hier op den duur familie van elkaar.”

We doen onderzoek naar het maatschappelijk middenveld, en kwamen erachter dat dit niet zoals in Nederland om particuliere organisaties gaat. Wat is dat hier, Demelza?
“Het maatschappelijk middenveld kan in Suriname niet losgekoppeld worden van de overheid. Het bestaat dus wel uit particuliere organisaties die publieke taken vervullen, maar er is in de meeste gevallen wel een samenwerking met de overheid.”

Tijdens ons vooronderzoek lazen we dat familie een grote rol speelt in de ouderenzorg. Hoe zie jij dit terug in de praktijk Demelza?
“Tijdens ons eerste interview voor dit onderzoek moest ik tot mijn verbazing aanhoren dat er ouderen zijn die door hun familie uit huis worden gezet. Ik ben dat nieuws nog aan het verwerken. In mijn familie zijn wij wel heel close met mijn oma. Wij krijgen het in onze opvoeding mee om te zorgen voor de ouderen in je familie, of dat nou in de vorm van mantelzorg of betaling gebeurt. Op dit moment kunnen we al wel stellen dat er families zijn die niet zorgen voor hun ouders.”

De bijzondere samenwerking tussen de Surinaamse en Nederlandse studenten bevalt iedereen heel goed. We kwamen erachter dat we helemaal niet zo verschillend zijn, wat zijn de gemeenschappelijke kenmerken volgens jou?
“Ik herken de motivatie, de drive, van de Surinaamse studenten ook wel echt in de Nederlandse studenten. Ook het doorzettingsvermogen en de flexibiliteit hebben wij allemaal. Dat zorgt er ook voor dat het onderzoek niet alleen leerrijk, maar ook gewoon leuk is. Wij kunnen spontaan op elkaar inspelen en we begrijpen elkaar gewoon direct. Tenslotte houden we allemaal van lekker eten en een leuk feestje!”

Sinterklaas heet hier Kinderdag, hoe vieren jullie die precies en wat is het verhaal hierachter?
“Op de lagere school zette ik m’n schoen. In de ochtend zat er dan een cadeautje in. Toen ik op de mulo en middelbare school kwam, werd het onder de kerstboom of op m’n bureau geplaatst. Soms kwamen we met de hele familie bij elkaar om lekker te eten en dan konden wij aan alle neefjes en nichtjes laten zien wat wij voor kinderdag hadden gekregen. De afgelopen jaren wordt dit veel uitgebreider gedaan, dan is de Sint in het winkelcentrum de Hermitage mall. Er worden soms feestjes georganiseerd door verschillende bedrijven.”

In elk interview en gesprekken met Surinamers wordt ons duidelijk gemaakt dat eten het allerbelangrijkst is. Hoe ga jij hier precies mee om?
“Eten is super belangrijk. In mijn familie is er bij elke kleine bijeenkomst eten. Je kan geen bijeenkomst voorbij laten gaan zonder eten. Op elk feestje wordt er eten uit verschillende keukens geserveerd.”

Hoe ziet het leven van de Surinaamse student eruit?
“Er zijn niet heel veel activiteiten voor studenten op de universiteit. Na college gaan wij meestal direct naar huis en voor degenen die werken, gaan werken. Studenten die in een commissies zitten (die zijn er niet heel veel), hebben nog wel vergaderingen en soms wel trainingen. Er zijn heel af en toe wel sportdagen en lezingen.

“Studenten blijven in Suriname meestal bij hun ouders wonen, wij gaan dus niet op kamers. Wij hebben niet echt een op-kamers-wonen cultuur hier. Er zijn wel studenten die in appartementen wonen. We fietsen ook niet heel veel, er zijn super veel studenten met auto’s, veel bussen ook wel en een deel wordt nog wel gedropt door hun ouders.”

 

Advertentie