Een kijkje in het hoofd van een hospi-veteraan

'Uh, ja, ik ben dus Fleur'

Bellenbord studentenhuis, foto DUB
Een studentenhuis in Utrecht (niet het huis uit dit blog), foto DUB

“Hoi, kom jij ook voor de hospi?” Een ander meisje komt naast me op de stoep staan. Terwijl ik aanbel bij het adres dat in de mail stond, komt er nog iemand aanlopen. Zij steekt meteen haar hand naar ons uit om zich voor te stellen. Stom, had ik ook moeten doen. Goed begin van de avond.

Terwijl we de trap oplopen, vraagt het meisje dat de deur opendeed of we bier of wijn willen drinken. Een wijntje! Dat lust ik nu wel. Maar ik ben net te laat, want mijn medehospitanten stemmen voor pils. “Doe mij ook maar eentje, lekker.” Top, heb ik in ieder geval voet bij stuk gehouden… Ik probeer positief te blijven, zelfs nadat de andere bewoners me een heel slap handje geven.

“Wat wonen jullie hier heerlijk zeg, echt een lekker plekje!”, merkt het meisje op dat buiten naast me stond. Ik maak een overdreven instemmend geluid. Meer mensen druppelen binnen en ondertussen klets ik gezellig mee en lach om opmerkingen waarvan ik de humor absoluut niet inzie. Als heuse ‘hospi-veteraan’ kan ik je vertellen dat een stukje van m’n persoonlijkheid is achtergebleven in elk huis waar ik heb gehospiteerd. Het is een mooi voornemen om te proberen mezelf te blijven, maar die is gedoemd te mislukken.

Ik bedenk wat ik zo meteen wil zeggen tijdens het gevreesde voorstelrondje. Niet te veel over nadenken, spontaan overkomen en niet ongemakkelijk doen: klinkt simpel. Heb ik tijd om nog een slok bier te nemen voordat ik aan de beurt ben? Ik verplaats m’n gewicht nog eens naar m’n andere been, probeer een open houding aan te nemen en doe alsof ik geïnteresseerd ben in wat de rest vertelt.

Het merendeel van de aanwezigen hockeyt, zit bij "Veri"*, of combineert het een met het ander natuurlijk. Volgens m’n beste vriendin praat ik elke keer dat ze me ziet bekakter, maar toch twijfel ik of ik me hier thuis zou voelen. Ik neem toch een slokje bier en doe m’n haarband voor de derde keer in vijf minuten goed. Dan ben ik aan de beurt en begin, vanzelfsprekend zonder oogcontact te maken: “Uh, ja, ik ben dus Fleur”. En dan eindig ik ook nog met: “Dat was het denk ik, verder heb ik niet echt hobby’s of zo”. Super.

Als ik mezelf tijdens de rondleiding erop betrap dat het woord ‘chill’ voor de zoveelste keer uit m’n mond komt, check ik volledig uit. Ah, jullie eten vaak samen, zo chill! De huurprijs is iets minder dan 500 euro voor 6 vierkante meter, maar er zit wel een grote inbouwkast op de gang! Chill. De laatste tijd hebben jullie last van ratten en er is al een paar weken geen warm water, maar de chille huisbaas gaat dat allemaal fixen. Nice. Wanneer ik thuis ben, verschijnt het voorspelbare appje op m’n telefoon: ‘Bedankt voor je komst, we vonden het supergezellig met je en de keuze was echt heel moeilijk, maar we hebben toch iemand anders gekozen. Je vindt sowieso snel een huisje dat bij je past!’ Ja, vast.

*Veri is kort voor Veritas

Advertentie