Universitaire weemoed slaat toe aan einde studie

Het zijn mijn laatste maanden op de universiteit en zowaar merk ik dat de weemoed begint in te kicken. Waar ik in mijn vorige column nog licht aan het spuien was over de soms wat trage gang van zaken in een studieleven, merk ik nu dat het tegelijkertijd juist die traagheid is waar ik van genoot. Een beetje als in Once Upon A Time in the West, waar de eerste tien minuten van de film vooral draaien om een cowboy die uiteindelijk een vliegje vangt in de loop van zijn pistool. Het is één van de betere filmscènes die ik ooit heb gezien en het laat voor mij de schoonheid van traagheid zien.

Die trage dagen in het studentenbestaan zijn gewoon best wel genieten. Opstaan is een proces an sich en studeren is niets meer dan een mogelijkheid. Zelf ben ik een student van het type ijsbeer. Pas na zo’n tweehonderd rondjes te hebben gelopen door de ruimte kom ik toe aan het daadwerkelijk produceren van woorden. Vermoedelijk heeft dit eraan bijgedragen dat ik nooit fan ben geweest van studeren in de UB en dat ik aan het kettingroken raakte.

In mijn vorige column had ik het onder andere over de 40 uur per week die er voor je studie staan en hoe je die 40 uur nooit daadwerkelijk aan je studie besteedt. Achteraf gezien had ik misschien alle tijd die opgaat aan overpeinzingen moeten meerekenen, wie weet was ik dan meer in de buurt gekomen van de klassieke werkweek. Het bedenken van een onderwerp voor je paper, nadenken over de vakken die je gaat kiezen en over de wijze waarop je in godsnaam de volgende ochtend het college van 9 uur gaat halen.

Weet je wat: morgen ga ik naar de UB! Ik moet nog twee scripties schrijven en iemand vertelde me laatst dat ik lijsttrekker ben geworden van Student & Starter. Genoeg werk aan de winkel dus en een mooie kans om nog even te genieten van deze tijden. Bij voorbaat excuses voor alle rondjes die ik ga ijsberen langs jullie studieplekken. Jammer ook wel dat ik ben gestopt met roken.

Advertentie