Vrolijke wetenschappelijke educatie

In de filmreeks Science & Fiction dat mijn departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap inmiddels al 10 jaar organiseert samen met het Louis Hartlooper Complex (onze buren in de binnenstad), mocht ik deze week een door mij gekozen film inleiden. Het bredere thema dit keer is De Vrolijke Wetenschap, met verwijzing uiteraard naar het boek van de filosoof Friedrich Nietzsche.

De film van de avond was Where the Wild Things Are uit 2009, naar het boek met de gelijknamige titel van Maurice Sendak.

Toen Max zijn wolfspakje aan had, en kattenkwaad uithaalde
en nog meer kattenkwaad
riep zijn moeder ‘Je bent een monster!’
en Max zei ‘Ik vreet je op!’
Toen moest hij zonder eten naar bed.

Zo begint het prentenboek Max en de Maximonsters van de schrijver Maurice Sendak, met als oorspronkelijke titel Where the Wild Things Are. Sendak was immers een Amerikaan. Ik heb dit boek met prachtige tekeningen van Sendak zelf vaak voorgelezen aan mijn kinderen, net als veel ouders. 342 woorden in 43 zingende zinnen, onder 18 prikkelende prenten.

Het is een verhaal over kind zijn en je bekneld voelen door de regels die volwassenen je hebben gesteld - ‘zonder eten naar bed’. Het is een verhaal over de kracht van fantasie en de vrijheid die daarin schuilt.

Diezelfde avond groeide er een bos in de kamer van Max
het groeide en groeide
tot de bladeren van de zoldering hingen
en de muren de hele wereld werden.

En weg is Max. De hele wereld in. Where the Wild Things Are. Daar ontmoet hij monsters die zijn mening en oordeel willen. Die hem koning maken. Hij belooft hen een wereld zonder verdriet. Hij bouwt samen met hen verder aan de wereld. Of daar echt wat van komt doet er minder toe dan dat hij hen ziet en zij hem, en dat ze iets van elkaar leren. Angst is daarvoor niet de basis.

En toen hij kwam waar de Maximonsters wonen
stootten zij hun vreselijk gebrul uit en knarsten met hun vreselijke tanden en rolden met hun vreselijke ogen en lieten hun vreselijke klauwen zien
tot Max riep ‘Koppen dicht!’

En zij zijn niet bang voor hem. Ze eten elkaar niet op. Ze houden van elkaar. 

De monsters op hun eiland zijn het leven waar je naar toe wil maar niet naartoe mag, de wanorde, chaos, gevoelens, kakofonie. Onbeteugeld, ongeregeld. Waar wild gedanst wordt en waar wordt samengeleefd zonder elkaar te begrijpen. Waar ervaring wordt opgedaan, maar waar niet wordt opgevoed. Geen educatie. Tenminste, niet in de zin van educatie als  ‘instrueren’.

Het gaat dan wel om educatie waarin de ervaring centraal staat, verbonden met moed, verbeeldingskracht en liefde. Bestaat zo’n educatie in een wetenschappelijke opleiding, aan de universiteit, waar abstracte theoretische kennis het hart van is?

Wel in de Vrolijke Wetenschap van Nietzsche, de Gaia Scienza. La gaia scienza van de Middeleeuwse, Provençaalse troubadour voor wie tekst en muziek een zijn, voor wie kunst en wetenschap samenkomen in hetzelfde woord: ‘scienza’. Nietzsche’s Vrolijke Wetenschap koestert de liefde, schuwt de passie niet, confronteert met pijnlijke en verontrustende inzichten. Het lacht, zingt en danst. De Vrolijke Wetenschappelijke educatie is er op uit om sensitiviteit aan te leren. Zo benoemt de socioloog Bruno Latour in een recent boek - dat met de titel Facing Gaia zinspeelt op Nietzsche - wat nodig is: “to render ourselves sensitive, a capacity that precedes any distinction between the instruments of science, art and politics.”

Het is een educatie die vraagt dat onze studenten, en wijzelf, gaan naar de plek Where the Wild Things Are. Dat is het leven waar we zelf ook wonen naast en samen met iedereen die, en alles dat, we niet begrijpen. Daar laat het leven zien waar onze theoretische indelingen, naast waardevol, begrensd en beperkt zijn. Dat is educatie die, volgens de Leuvense onderwijsfilosoof Jan Masschelein, doorgaat op de betekenis van het Latijnse woord e-ducere: uitleiden, naar buiten leiden. De hele wereld in.

Om vervolgens terug te keren, naar de veilige wereld van regels en orde. Maar wel anders: geleerd, ervaren, ‘educated’, niet bang om opgegeten te worden, maar wel hongerig.

en Max zeilde terug, wel een jaar lang,
week in, week uit,
en een hele dag door
en de nacht in van zijn eigen kamer
waar hij zijn avondeten vond

en het was nog warm.

De volgende aflevering van Science & Fiction is dinsdag 11 juni met de film Una via a Palermo, ingeleid door Scott Douglas. De laatste aflevering is dinsdag 25 juni met de film I, Daniel Blake met een inleiding van Patrizia Zanoni. Meer info op de site Science & Fiction.

Advertentie