Waar teleurstellende kapsels toe kunnen leiden

Mokkend zat ik op een druk stadsplein falafel te eten. Ik was naar de kapper geweest, en was diep teleurgesteld over het resultaat. De kekke laagjes waar ik om had gevraagd bleken niet fris maar ouwelijk. Ik keek niet schalks achter wilde lokken vandaan, maar had het ijdele kapsel van een uitgebluste televisiepresentator. Shirley van de kapper had me recht in het gezicht bedrogen. Nu zijn er ergere dingen in het leven, maar ik vond dat ik troost nodig had, vandaar de falafel. En het mensen kijken: niets is kalmerender dan onbekenden door een winkelstraat te zien sjokken. Oudjes in regenpakken, mollige pubermeisjes, opdringerige jongeren die werven voor een goed doel, rokende horecamedewerkers, een enkele hond en een arme ziel met een dubbele kinderwagen.

Ik was net de tahin van mijn kin aan het vegen toen er in mijn ooghoek een gedaante opdoemde. Het was een jongen, lang en wintersportbruin. Ook hij had ijdel haar, maar hij was er duidelijk wel tevreden over. Verlegen lachte hij naar me terwijl hij op me af liep. Ik lachte terug, want daar was hij, de vleesgeworden troost, door de goden uit marmer gehouwen om mij om mijn nummer te vragen. Ik had helemaal geen mislukt kapsel! Zelfs etend en huilend was ik begeerlijk, met die kekke laagjes in mijn haar. Ik wist precies hoe het gebeuren zou: hij zou me om mijn naam vragen, en wat of ik studeerde. Ik had toch wel medelijden met deze mooie jongen, die kon krijgen wie hij maar wilde, maar toch voor mij had gekozen: hij stond machteloos. Shirley van de kapper had gelijk gekregen. Ik zou hem koket doch vriendelijk afwijzen, sierlijk nee schuddend met mijn nieuwe haar. Ik bereidde me voor.

“Hé, mag ik je wat vragen?”

“Ja, hoor.”

 “Wij lopen vandaag voor Oxfam Novib…”

Advertentie