De authentieke wetenschapper

Wetenschap vs populisme

klimaatactie in toga foto marco derks
Wetenschappers mogen actievoerden op terreinen waar er een wetenschappelijke consensus over is, foto Marco Derks

Als hoogleraar Public Engagement (en Oceanografie) onderzoek ik met mijn team de rol van wetenschappers in wetenschapscommunicatie. Waarom wordt er altijd maar een blik wetenschappers opengetrokken in de media, als er iets geduid moet worden? Waarom worden wetenschappers zoveel gevraagd te communiceren over hun wetenschap, terwijl ze daar vaak niet voor zijn opgeleid of een bijzonder talent voor hebben?

De sleutelterm is ‘authenticiteit’. De media en het publiek horen graag de inzichten van de wetenschappers zelf omdat die authentiek zijn. The real deal. Mensen vertrouwen de wetenschappers die het onderzoek doen. Zo heeft Aike Vonk, promovenda in mijn groep, laatst laten zien dat wetenschappers (of in ieder geval, oceaanwetenschappers) inderdaad bewust in een bepaalde rol geplaatst worden door de communicatiemensen van hun instituten. Soms worden wetenschappers als held geportretteerd die problemen oplossen, of juist als ‘waarschuwer’ voor maatschappelijke problemen. Als wetenschappers worden we gezien als authentiek, en daarmee zijn we geloofwaardig.

Dit weekend luisterde ik naar de podcast, van mijn collega Sjoerd Groeskamp en cabaretier Patrick Nederkoorn. Te gast was Jitske Kramer, die haar boek Tricky Tijden besprak. Ze had het erover dat waarachtigheid het beste middel is tegen populisten (“tricksters”, zoals zij ze noemde). En ik denk dat die waarachtigheid heel erg dicht bij de geloofwaardigheid ligt die wetenschappers hebben. We kunnen als wetenschappers dus iets doen tegen populisten.

Maar die waarachtigheid, die authenticiteit, komt met een verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid om het vertrouwen dat ons gegeven wordt niet te schenden. In haar boek Why trust sciencemaakt wetenschapshistoricus Naomi Oreskes het punt dat het publiek nooit een willekeurige wetenschapper moet vertrouwen. Alleen als er voldoende consensus is, is de wetenschap te vertrouwen. 

Dus ja, ik denk dat wetenschappers zich kunnen (en moeten) mengen in het publieke debat. Maar alleen op gebieden waarover een wetenschappelijke consensus is. Over de oorzaken en gevolgen van de klimaatcrisis. Over de gevaren van roken. Over de effectiviteit van vaccinaties. Maar misschien dus niet over de toekomst met AI, of over klimaat-engineering

Voor zover ik het kan zien, is er over die laatste twee onderwerpen simpelweg nog geen wetenschappelijke consensus. Als wetenschappers wel activistisch worden over AI of klimaatinterventies, dan leidt dat al heel snel tot een hoogoplopend debat. En debatteren is niet erg, maar deze debatten zouden dan binnen de wetenschap moeten plaatsvinden, bijvoorbeeld op conferenties, en niet via de media.

Ik sta misschien bekend als een activistische wetenschapper; stond immers met een protestbord op mijn eigen oratie. Het kan daarom verrassend zijn dat ik oproep tot meer terughoudendheid met publiek activisme, als het over onderwerpen zonder consensus gaat. Niets schaadt het publieke vertrouwen in wetenschap immers meer dan wetenschappers die rollebollend over straat gaan.

Wat moeten collega’s die in velden werken waar nog geen consensus is dan? Communiceer bijvoorbeeld over je wetenschappelijk proces. Over waarom je überhaupt onderzoek doet. Over je passie en emotie. En dan graag zo waarachtig mogelijk.

Advertentie