Wie is de Turk?
In Nederland denken we ze wel te kennen: de Turken. Mensen uit Kanaleneiland, Lombok en Overvecht hebben ze ongetwijfeld wel eens van dichtbij gezien. Snackbar Huzur aan de Voorstraat is snel gevonden door de studenten die vanaf de Drift komen. De Turkse Pizza’s vinden er gretig aftrek. Maar wie is de Turk nu echt?
Inmiddels heb ik 4,5 maand de tijd gehad om de Turk in zijn natuurlijke habitat, Turkije, te observeren. Laat ik om te beginnen maar eens enkele misverstanden de wereld uit helpen. Ten eerste hebben de Turkse vrouwen geen snor, in tegenstelling tot wat vaak gesuggereerd wordt. Turkse mannen daarentegen hebben wel vaak grote snorren. Een Turkse pizza heet hier lahmacun en om een kapsalon hoef je in de snackbar niet te vragen, dat kennen ze er niet.
Eén van de dingen die ik wel mooi vind aan Istanbul is dat het een stad is waar verschillende culturen samenkomen. Ik zag Istanbul toch als een soort smeltkroes van oosterse en westerse culturen, een stad waarin minirok en boerka heel goed samen in het straatbeeld passen. Toch moet ik mijn mening daarover tot op zekere hoogte herzien.
Weliswaar gaan minirok en boerka hier inderdaad samen in het straatbeeld, maar er lijkt toch een zekere tweedeling te zijn. Op de universiteit is ook duidelijk te zien dat studentes die hoofddoekjes dragen vooral met elkaar omgaan, terwijl meer westers georiënteerde studenten op hun beurt weer meer met elkaar optrekken. Culturen leven dus meer langs elkaar heen dan met elkaar.
Een belangrijk verschil met de toch vrij gesloten Nederlander is dat de Turken veel expressiever en emotioneler zijn. Een vriendelijk praatje tussen twee buurmannen klinkt mij in de oren alsof ze vreselijke ruzie hebben. Van een potje drama zijn Turken ook niet vies. Schaamteloos kunnen mensen publiekelijk in huilen uitbarsten. Ook voor mannen lijkt het geen probleem te zijn om hun tranen in het openbaar te laten vloeien.
Maar dat de Turkse mensen emotioneler zijn, betekent niet dat ze alleen maar lopen te janken. Integendeel, de mensen lachen hier heel wat meer dan in Nederland. En aan dat laatste zouden we een voorbeeld kunnen nemen.