Hoe was het ook weer?
Coronastalgie
Op 29 september is de herdenking van de pandemie die onze levens een tijd lang heeft ontwricht. Inmiddels lijken we die hele tijd collectief weer vergeten te zijn. Alles weer zoals het was. Zullen we het nog even terughalen? Ik geef alvast een aanzet: intelligente lockdown, OMT-advies, teststraat, (FFP2-)mondneusmasker, anderhalvemetersamenleving. Hoewel we pas maar sinds drie en een half jaar geleden met deze woorden kennis hebben mogen maken, voelen ze alweer alsof ze uit een ver verleden komen.
Net voordat de eerste maatregelen in 2020 werden aangekondigd, was de sfeer grimmig. Op 13 maart van dat jaar zat ik nog in een overvolle tram van de campus naar Utrecht Centraal. Het was muisstil. Niemand wilde daar zijn; nog minder dan normaal in ieder geval. Op 15 maart moest ik nog de stad in voor een opdracht. De horeca zat vol. Maar niet voor lang meer: alles moest dicht.
Ondanks alles voel ik een bepaalde nostalgie naar de coronatijd. Dat voelt wrang: tot en met 2022 waren er in Nederland 48.000 mensen overleden aan Covid-19, om nog niet te spreken over de impact van long covid. De maatregelen hebben de emotionele gezondheid van zo’n beetje mijn hele generatie zwaar beschadigd. En tóch voel ik die bepaalde nostalgie.
Wat een rúst had ik tijdens die lockdowns! Vijf voor negen uit bed rollen voor een MS Teams-college; mijn slaapritme was nog nooit zo blij met me geweest. Om nog niet te spreken over alle initiatieven om op afstand er toch het beste van te maken. Een bepaalde solidariteit die toch te voelen was. Op date naar de supermarkt, want dat was het enige wat open was, en dan samen koken. Nog nooit kon ik zoveel boeken van mijn lijst afstrepen.
De herinneringen gaan toch over wat je je wílt herinneren, en niet over wat je wilt vergeten. Ik moest het zelf ook even omhoog halen: de verveling, de eenzaamheid, de onzekerheid, de angst voor de kwetsbaren in mijn omgeving. Nee, nostalgie naar een slechtere tijd blijft niet echt staan.
En om vijf voor negen opstaan voor een online college? Tja. Door een compleet andere reden had ik vanochtend weer de kans. Drie uur lang schermstaren was toch niet helemaal je van het. Met slaperige ogen (en een koffietje van thuis, niet uit de automaat, dat dan weer wel!) probeerde ik op te letten en te participeren. Uiteindelijk kwam ik er gaar uit, en hoop ik dat niet álles het ene oor in en het andere oor uit is gegaan. Ik ben maar wat blij dat ik morgenochtendvroeg weer de overvolle tram in mag stappen.