De beste tijd

Sophie Hudson gefotografeerd door Mila Bertens

Er zal vast wel een schrijfregel bestaan dat je een column niet moet beginnen met een inspirerende quote, en al helemaal niet met een inspirerend quote van je eigen vader. Toch doe ik het: ‘Don’t wish your life away’. Ik hoor die uitspraak al zo lang als ik mij kan herinneren, en ik kan mij geen treffendere beginzin bedenken.

Ik heb namelijk een probleem, en dat heeft van alles te maken met hoeveel maanden studentenreisproduct er nog op mijn OV-chipkaart geladen staan. Ik zie dagelijks op tegen afstuderen, maar in tegenstelling tot mijn lotgenoten staan er niet nog drie, of zelfs zes maanden op mijn kaart, maar 46. Ik ben een eerstejaarsstudent die zich al zorgen maakt over het tijdperk na mijn scriptie.

In mijn hoofd knip ik levensdraden door nog voordat ze gesponnen zijn. Ik tel af en ik smeed plannen, ik blik terug en kijk vooruit. Ik verheug me altijd op iets in de toekomst, en als ik eenmaal heb wat ik zo graag wilde, plan ik het volgende hoogtepunt, als troost.

Hoewel ik mentaal al mijn eerste koophuis heb ingericht en kindernamen paraat heb, is er niets waar ik zo graag over fantaseer als over mijn studententijd. Mensen presenteren die graag als de beste tijd van hun leven, en daar kleven verwachtingen aan. Geen wonder dat ik in de zesde klas besluit dat wanneer ik groot ben, ik eeuwig student wil worden.

Mijn plan is om twee bachelors te doen en twee masters, telkens met een jaartje pauze ertussen om de sleur te doorbreken. Zo zal ik tien jaar over mijn studie doen, tien jaar lang feesten. Ik zal tien jaar lang leven, zodat ik in de jaren daarna, wanneer mijn lijf en life allang naar de ramsj zijn, tenminste mooie herinneringen heb om op terug te blikken,

Terug naar het heden. De levensfase waar ik al zo lang naar heb uitgekeken, is dus aangebroken: ik ben al een half jaar lang student. Toch vallen de verwachtingen tegen. Er zijn geen feestjes en mijn dagen breng ik door achter mijn computer. De beste tijd van mijn leven - ik wacht er nog steeds op. Ik wil dat mijn eerste studiejaar zo lang mogelijk duurt, maar toch wens ik ‘my life away’ tot de echte studentenfase eindelijk kan beginnen. In de tussentijd telt mijn OV-studentenkaart dreigend en constant af.

Als de tijd daar is, zul je me op een feestje treffen, eentje met hordes mensen, en drank, en muziek zo hard dat de vloer trilt. Ik zal in het moment leven, ik beloof het, maar voor nu hef ik mijn glas nog even verstrikt in de slingers van de tijd.

Advertentie