Nominatie campuscolumnist

De geromantiseerde sigaret

genomineerd-Bastiaen-Huijnen

In mijn favoriete serie Peaky Blinders wordt de ultieme vorm van mannelijke charisma tentoongesteld door voorman Thomas Shelby. Een van de methoden waarmee de kijker aan hem wordt gebonden, is het bijna rituele moment waarop Shelby in nagenoeg elke scene een sigaret opsteekt. U kunt stellen dat er toentertijd nou eenmaal veel gerookt werd, maar het wordt op zo’n verfijnde manier tentoongesteld dat er meer achter lijkt te zitten.

De sigaret vertegenwoordigt nou eenmaal een bepaalde romantiek. Een romantiek die we ook terugzien bij Franse existentialisten op zwart-wit foto’s, bij popster Lana del Rey voor een vol stadium, en zelfs bij zwartgeklede en aangeschoten aanhangers van FC Utrecht. 

De sigaret als cultuuricoon komt ook terug bij de verschillende subculturen van de studentenwereld, bij u. Kijk naar de corpsbal die voor zijn balkon op het Janskerkhof ostentatief peuken wegtikt. Of de alternatieve filosofiestudente, die tijdens haar werkgroep pauze een verfrommeld pakje Gold uit haar jas haalt en met een sigaret in haar hand de docent recenseert met haar kompanen. Er is geen schaamte, en soms zelfs enige trots, blijkend uit het demonstratieve karakter van het roken.

Ik vind het lastig te duiden waar de aantrekkingskracht zit, maar hij is er, en het gaat om meer dan enkel nicotine. Misschien is roken een vorm van rebelsheid tegen ouderlijk gezag, tegen de waargenomen obsessie met gezondheid en tegen de uitdijende regelgeving van die o zo betuttelende overheid. Wellicht is het een subtiele vorm van zelfdestructie. Een vorm van omgaan met verdriet, waarbij je je lichaam steeds een klein beetje beschadigt. Of is het simpelweg hedonisme? Hecht de roker weinig belang aan de (persoonlijke) toekomst en wil deze plezier beleven in het hier en nu? Dan heb je nog de aantrekkingskracht van het verleden. Het beeld van vroeger, waarin men nou eenmaal rookte, roept nostalgie op.

Mijn eigen kortstondige fase heb ik abrupt een halt toe moeten roepen door een ellendige Covid-besmetting, maar eerlijkgezegd ben ook ikzelf soms aangetrokken door het gevoel dat de sigaret oproept, hoewel als aanschouwer. Op andere momenten herken ik weer flinke ergernis als ik mijn medestudenten zie roken. Er gaat een ondankbaarheid en vanzelfsprekendheid van hun eigen lichamelijke gezondheid van uit. Met een kankerstokje in je mond erken je de kwetsbaarheid en eindigheid van je gezonde lichaam niet. Wellicht overbodig om te zeggen, maar die is er wel. Misschien is dat dan de aantrekkingskracht: met een sigaret in je hand toont de student dat die zich, in ieder geval nu, een dosis teer en nicotine kan veroorloven.

De overheid kan reguleren, maar of het de romantiek en aantrekkingskracht kan wegnemen betwijfel ik. Het Instagram-account Ballenbingo, dat quotes van (voornamelijk) studenten deelt, illustreert dit. In reactie op de verhoogde accijnzen werd opgevangen: ‘Boeie, ik vind het juist wel mooi dat roken dan elitair wordt’. Het gaat niet enkel om nicotine, het gaat om identiteit.

Advertentie