De IBB is immaterieel cultureel erfgoed
Ze gaan de IBB slopen. Voor het studentencomplex aan de Ina Boudier-Bakkerlaan is het voor de zoveelste keer in haar geschiedenis de laatste keer. De directeur Stichting Studentenhuisvesting Utrecht (SSH) Rob Donninger denkt serieus na over mogelijkheden om de gebouwen van de IBB te vervangen voor duurzame nieuwbouw, zo stelt hij in een interview met DUB.
Nu ben ik niet bezorgd dat de IBB daadwerkelijk gesloopt gaat worden, onkruid vergaat niet. Mocht het complex uiteindelijk toch gesloopt worden, dan lijkt het mij financieel aantrekkelijker om dat door de studenten zelf te laten doen. Maar dit terzijde, het artikel bevat namelijk een interessante reden voor de nominatie van de IBB boven andere kanshebbers. Een andere mogelijkheid, het Tuindorp West Complex (TWC) aan de Van Lieflandlaan en de Willem Schuylenburglaan is in 2017 uitgeroepen tot gemeentelijk monument en mag dus niet gesloopt worden. De IBB’er in mij viel in stukjes uiteen. Hoe is het mogelijk dat een cultureel pareltje als de IBB mogelijk gesloopt wordt terwijl een gedrocht als de TWC tot monument wordt uitgeroepen.
Architectonische verbeelding van studentenleven
De gemeente prees twee jaar geleden het ‘brutalistische naoorlogse ontwerp’ van de TWC en diens ‘split-level ontsluiting’, het eerste is overduidelijk geen compliment en het tweede klinkt als een complicatie op de kraamafdeling. Ondanks deze schijnbare gebreken heeft de gemeente het TWC toch verkozen boven de IBB. Maar zelfs als het TWC deze gebreken niet zou hebben, dan nog zou de IBB meer recht hebben op de nominatie. De IBB heeft namelijk een culturele significantie waar het TWC slechts van kan dromen. Ze is de architectonische verbeelding van het studentenbestaan.
Drie jaar geleden waren er plannen om het Nederlandse studentenverenigingen op de lijst met nationaal immaterieel cultureel erfgoed te zetten. Destijds maakten de fratsen van Vindicat daar (tijdelijk) een einde aan. Inmiddels staan gezelligheidsverenigingen op de lijst, maar om het studentenleven in haar volledigheid weer te geven moeten ook ook studentikoze uitingen buiten de verenigingen een plekje krijgen. Ik denk dat ik daar een oplossing voor heb.
Zwembad in de woonkamer
Als ik ‘s avonds angstvallig zigzaggend tussen gebroken bierflesjes over de parkeerplaats fiets en Livin’ on a Prayer simultaan uit drie verschillende woonkamers schalt, dan weet ik dat ik thuis ben. Wat de flats van het WTC, pardon TWC, missen is die gemeenschapszin. Het is geen hechte groep met gedeelde waarden zoals vrijheid, gelijkheid en niet te vergeten: een sceptische houding ten aanzien van schoonmaken. Toen ik deze zomer thuis kwam na vakantie kwam ik erachter dat mijn huisgenoten een zwembad hadden opgezet in de woonkamer om binnen wielrennen te kunnen kijken. Ik moest mijn schoenen uitdoen om de koelkast te bereiken. Dergelijke culturele uitingen vind je gewoonweg niet aan de Van Lieflandlaan. Op cultureel vlak kan zij zich niet meten met de IBB. Zodra zij hun eerste fatsoenlijke keukenbrand heeft gehad praten we verder, als studenten.
Wat de gebouwen van de IBB afdoet aan esthetische waarde of structurele integriteit wordt meer dan goed gemaakt door de cultureel significante activiteit die elke dag weer plaatsvindt op de IBB. Van ‘s middags laat tot ‘s ochtends vroeg. Daarom pleit ik ervoor om de IBB ook een beschermde status te geven. Ze wordt de eerste toevoeging aan een nieuwe lijst voor het materieel immaterieel cultureel erfgoed. Een eerste stap richting de erkenning van het studentenleven buiten de studentenvereniging.