De relatie tussen eend en mens
Woerden zijn geboren verkrachters. Ze verbergen een spiraalvormige penis in hun verenpak, waarmee ze zich met geweld een weg naar de baarmoeder boren. In de eend is ter verdediging een vaginaal doolhof geïnstalleerd, inclusief doodlopende steegjes, om ongewenste bevruchting te verhinderen. Ik zit aan de oever van de Singel. Eigenlijk heb ik zo college, maar wie houdt dan de woerd in de gaten die de moedereend begluurt? Als ik wegga, kan het zomaar gebeuren dat de eend wordt verkracht, terwijl haar kuikens toekijken. Toch sta ik op. Blijkbaar meen ik op de universiteit een roeping te vinden die belangrijker is dan het surveilleren van eenden.
Op weg naar de Kromme Nieuwegracht zingen vogeltjes, bloeien bloemetjes en flaneren meisjesbenen onder fladderende jurkjes. Misschien moeten we alle woerden maar uitroeien, bedenk ik. Natuurlijke selectie is een blind proces. Soms ontstaan meisjes met mooie benen en soms drijvende verkrachtingsmachines. Als we alle woerden afschieten, kunnen moedereenden en hun kroost nog één zomer onbezorgd over de Singel zwemmen. Daarna krijgt evolutie de kans om iets beters te bedenken dan schepsels met spiraalpenissen en doolhofvagina’s. De mens zou de morele corrector kunnen zijn van de amorele natuur.
Zoals wel vaker hebben mijn overpeinzingen te maken met het vak dat ik volg. Gelukkig maar. Zo kunnen ze weerlegd worden voordat ik besluit om ze uit te voeren. Moraliteit onderscheidt ons niet van de natuur, hoor ik in de collegezaal. Het is er juist een manifestatie van. Moreel besef beschermt ons tegen bedreigingen voor de succesvolle replicatie van onze genen. Samenlevingen waarin (bijna) iedereen gelooft dat moord, verkrachting en mishandeling slecht zijn, functioneren beter dan samenlevingen waarin dit niet het geval is. In plaats van het recht van de sterkste, selecteren wij elkaar op mooie benen, fitness-lichamen of semi-intellectuele praatjes (hierin heb ik mijzelf gespecialiseerd).
Moraliteit is onze doolhofvagina, besef ik zodra ik langs de Singel huiswaarts keer. Net als bij eenden beschermt het vrouwen tegen ongewenste bevruchting. Maar wat als samenlevingen die verkrachting niet afkeurden succesvoller waren geweest dan samenlevingen die dat wel deden - zat ik dan nu in de bosjes naar meisjes met mooie benen te gluren, zoals een woerd naar een vrouwtjeseend gluurt? Zou Nike adverteren met supersnelle damessneakers om geile mannen mee te ontvluchten? Is alles waarin ik geloof slechts een vermomming van de belangen van een wezen dat genetische reproductie nastreeft?
Een indringend gekwaak wekt me uit mijn gepeins. Het is de moedereend. Ze wordt kopje onder geduwd door de woerd. Haar kuikens zwemmen er hulpeloos omheen. Eigenlijk moet ik ze laten begaan. Als ik ertussen kom, projecteer ik alleen mijn eigen genetische programma op de eend. Ik zou het ook niet waarderen als een eend mijn toekomstige vriendin adviseert over hoe ze haar vagina moet positioneren om te voorkomen dat mijn sperma in haar baarmoeder terechtkomt.
Toch kan ik me niet bedwingen. Wild zwaaiend ren ik op de woerd af, die verschrikt opvliegt. Vastberaden ga ik in het gras zitten. Morgen gehoorzaam ik het blinde selectieprogramma waarvan ik een product ben. Morgen spendeer ik mijn tijd aan studie, zodat ik meisjes met mooie benen kan versieren met semi-intellectuele praatjes. Maar vandaag niet. Vandaag surveilleer ik eenden.