Een beetje overdrijven op zijn cv doet iedereen

Selecteren voor een master op alleen cijfers zegt onvoldoende. Bij motivatie kun je als student makkelijk overdrijven. Daarom moet je naar de combinatie kijken, vindt campuscolumnist Niels Peuchen.

In mijn toekomstige beroepsveld, de journalistiek, wordt relatief weinig waarde gehecht aan diploma’s; nog minder aan de bijgevoegde cijferlijst. Daarom vind ik het niet zo erg dat aan mijn bachelordiploma sinds kort een vliegenlijkje kleeft (ik kon geen vliegenmepper vinden).

Toch snap ik heel goed waarom universiteiten dat papiertje wel belangrijk vinden en waarom ze de bijbehorende cijfers gebruiken om bij masteropleidingen te selecteren aan de poort.

Natuurlijk zegt een cijfer niet alles, maar het zegt wel iets. Om gemiddeld een 7 te staan, het vervloekte cijfer, moet je meer zijn dan een zesjesstudent. Streven naar een cum laude-diploma is echter ook niet nodig. Van studenten een 7 vragen voor toegang tot een master lijkt me geen onredelijke eis. Je kunt prima een keer een 6,5 halen, een 6 desnoods, dan is er nog niets aan de hand. Uiteraard moet je jezelf wel afvragen of je de juiste studie doet als je structureel te lage cijfers haalt.

Het probleem met selecteren op alleen motivatie en ervaring is dat je niet per se de beste mensen binnenhaalt. Iedereen kan een mooi verhaal ophangen of overdrijven op zijn cv. En dat wordt in groten getale gedaan. Zo kwam een Amerikaans bedrijf dat sollicitanten natrekt tot de conclusie dat van al die werkzoekenden 44 procent loog over zijn werkverleden. Natuurlijk zijn de sollicitanten van toen niet de aankomende masterstudenten van nu, maar het lijken me geen onvergelijkbare situaties.

Ik overdrijf zelf net zo. Op mijn cv staat dat ik bij een bepaalde werkgever een paar jaar verslaggever ben geweest. In werkelijkheid heb ik tijdens dat dienstverband niet meer gedaan dan een brandoefening en een straatvoetbaltoernooi verslaan. Mijn 'grote moment' bij het laatstgenoemde evenement was het interview dat ik mocht doen met oud-voetballer Edgar Davids. Ook bij het benoemen daarvan kan ik het overdrijven nooit laten. Van een interview was eigenlijk geen sprake: ik mocht slechts twee vragen stellen.

Kijken naar het gemiddelde cijfer is een goede manier om een keuze te ondersteunen. Maar net als een motivatiebrief is dat op zichzelf geen heilig middel. Juist de combinatie van motivatie én cijfers geeft een betrouwbaar beeld van een student. Het goede nieuws is dat dit daadwerkelijk gebeurt op de UU. Sterker nog, ik ben toegelaten tot mijn premaster op deze manier. Het was fijn om te merken dat ik mijn diploma en cijferlijst voor meer dingen kon gebruiken dan enkel het neermeppen van vliegen.

Advertentie