Van Tinder, naar Bumble naar Happn naar......
Een samenvatting van elke Utrechtse date ooit
Na jarenlange observaties, vele interviews met betrokkenen en helaas ook na participatie, presenteer ik: een samenvatting van daten met Utrechtse mannen.
Het begon allemaal met Tinder, wat iets abstracts en totaal onserieus had, helemaal in een tijd van coronaverveling. Je swipete voor elkaar, lachte heel erg hard met je vriendinnen om de bizarre statements op profielen, en tot je afgrijzen kwam je soms een college- of werkgroepgenoot tegen, maar eigenlijk kende je niemand die ooit daadwerkelijk op een Tinderdate was geweest.
Toen kwam Bumble, waar je hoopvoller van werd, want een app waar vrouwen als het eersten een berichtje moesten sturen, moest toch wel een feministischer mannenpubliek aantrekken? Helaas bleek het in de praktijk moeilijker dan gedacht om elke keer weer met een leuk openingsberichtje te komen.
Het aanbod aan datingsapps was diverser dan dat Utrechtse mannen die een eenheidsworst vormen. Sommige mensen waren lyrisch over Happn, waarbij je gelinkt werd aan mensen waar je eerder die dag langs bent gelopen. Het leek je persoonlijk een beetje een privacy-risico. Dan was er Hinge, een onduidelijke mix van prompts, foto’s en likes. Die gaf hoop op minder slechte openingszinnen, maar leidde uiteindelijk alleen maar tot meer cringe. Het bizarste was Breeze, waarbij je gelijk met elkaar op date moest zonder ook maar van tevoren met elkaar te hebben mogen chatten. Het waarschijnlijke voordeel daarvan was dat het mensen met minder sociale angst aantrok?
Dan de date zelf. Die was altijd ongemakkelijk in het begin, want hoeveel minuten te laat komen was acceptabel, en hoe moest je elkaar nou groeten? Was het acceptabel om alcohol te bestellen als de ander niet dronk (mijn professionele mening: nee)? In het begin: smalltalk. Wat deed iemand voor studie, hoe woonde diegene, waar kwam iemand vandaan? Dan waren er vaak allerlei onderlinge vooroordelen - over studies, verenigingen en andere hobby’s. Je probeerde daar overheen te springen, maar echt goed lukte dat niet altijd.
Sommige dates waren er helemaal niet op uit om te daten, maar hoorden gewoon zichzelf graag praten. Het werd een spelletje om te tellen hoeveel vragen er eigenlijk aan jou gesteld werden. Anderen hadden beter een afspraak met een therapeut kunnen maken dan met jou, want voor je het wist begonnen mensen binnen een uur over hun daddy issues, voormalige drugsproblemen of eenzaamheid.
Vanuit de zenuwen, ellende of gewoon omdat je niet wilde dat de date al eindigde, bleef je maar drinken. Want misschien moest hij gewoon even loskomen? Voor je het wist, was je dronken, en wist je de volgende dag niet of het nou gezellig was omdat hij gezellig was of vanwege alle speciaalbiertjes. Je besloot om toch nog maar eens op date te gaan om dit uit te vogelen.
Elke Utrechtse man ooit stelde voor om op de tweede date iets van een activiteit te doen: poolen, jeu de boulen (inderdaad: wát?), of natuurlijk de Ping Pong Club. Best leuk, ook al kon hij niet zo goed tegen zijn verlies (en jij eigenlijk ook niet).
Na vier of vijf dates bloedde het dood. Misschien volgde er nog een keer een nachtelijk telefoontje dat je negeerde of een datediner-uitnodiging, maar je behoort tot een generatie die leeft in een tijd waarin het uit is om te committen aan wat of wie dan ook. Dus ga je op naar de volgende!