Een toast op mijn opvolger!

Toen de inzendingtermijn voor de campuscolumnist verliep, zat Dieudonnée van de Willige met een glaasje champagne naast de klok. Een toast op de nieuwe campuscolumnist.

“Beste meneer Agterberg,
In de bijlage vindt u mijn inzending waarmee ik een gooi doe naar de titel 'Campuscolumnist'.”

 Het bleek de eerste zin van een kleine mail met grote gevolgen. Eerder kondigde ik al aan nog uit te zullen wijden over de schaduwzijde van het campuscolumnistschap, maar pas nadat de inschrijfdeadline was verstreken. Afgelopen vrijdagnacht was het moment daar: reeds om vijf voor twaalf zat ik met een glas champagne naast de klok, af te tellen tot het moment waarop het lot van mijn opvolger bezegeld werd. Een toast op de nieuwe campuscolumnist!

 “Beste Dieudonnee
Afgelopen donderdag hadden we de jurybespreking voor de verkiezing van de campuscolumnist. De jury heeft drie columns uitgezocht die er naar ons oordeel uitspringen. Een van diegene wordt de nieuwe campuscolumnist. En het doet me plezier om te melden dat jouw column daar ook bij zat. De jury was zeer te spreken over de originele inhoud en de stijl van schrijven.”

Dit was de eerste alinea van een uitnodiging tot kennismaken en, zo werd mij duidelijk tijdens de Nieuwjaarsreceptie, schrijven. Van schrijven had ik tot dat moment een redelijk anoniem beeld. Ik weet niet waarom, maar ik had niet stilgestaan bij het feit dat dat met bekendmaking van voor- en achternaam, fotoshoots en een videointerview gepaard ging. Onvoorbereid? Naïef? Misschien. Ik heb in ieder geval geleerd dat journalisten – terecht – dol zijn op onvoorbereide antwoorden en naïeve acties. Vaak heb ik daarom gegrapt dat ik die 1000 euro in een spindoctor had moeten steken. Een idee voor mijn opvolger?

Bijkomend nadeel is de eenzijdige anonimiteit waarmee je geconfronteerd wordt. xFleur, pietje666 en die lispelende vent in dat geblokte overhemd weten meer van jou dan jij ooit van hen te weten kan komen, en maken daar gretig gebruik van. Dat de fotografiekeuze van DUB amper bijdraagt aan een realistisch beeld (serieus, wie zoekt die foto’s uit?) en hoe waarheidsgetrouw je column al dan niet is, weet ondertussen alleen jij. Bij vlagen is dat moeilijk.

“Beste Ries,
Wat ontzettend leuk om te horen!”

En zo is het maar net. Deze mailwisseling bleek boven alles het begin van een hele prettige tijd, gevuld met leuke reacties en nieuwe mensen, die zelfs uitmondde in een wekelijkse column in De Telegraaf. Vergeleken daarbij is die schaduwzijde een miniscuul vlekje in, tsja, een zonovergoten kamer. Maar goed, u begrijpt, dat strookt slecht met mijn uitgesproken gevoel voor drama. Alle rampzalige foto’s en gemiste korrels zout ten spijt, zou ik het zo weer doen – het is dat mijn vriend mij niet toestaat om voor hem te ghostwriten, en dus niet meedoet aan de verkiezing.

Mij rest nog één column voor ik het stokje overdraag. Daarna trek ik me terug om, al dan niet onder een pseudoniem, alsnog overal gevraagd en ongevraagd mijn mening te geven. Voor nu in ieder geval nog onder mijn eigen naam: nieuwe campuscolumnist, proost, op een mooi jaar!

Advertentie