Existentiële twijfels in de nacht
Als een varkensbeer over een zeug heen kwijlt, gaat deze meteen in paarhouding staan. Ze reageert op het feromoon androstenone in zijn speeksel. Wat de reden is dat vrouwen in de Ekko deze avond in paarhouding gaan staan, weet ik helaas niet. Wel meen ik bij versierpogingen al in een eerste oogopslag te zien of ik kans maak. Ook hier spelen feromonen ongetwijfeld een rol. Zo vinden vrouwen in laboratoriumtests mannen aantrekkelijker als hun geur blijk geeft van verschillende afweergenen. Het voordeel dat een gevarieerd immuunsysteem biedt aan eventueel nageslacht, oefent ongemerkt invloed uit.
Diep in de nacht keer ik over de sluis bij de Ekko huiswaarts. Mijn droomvrouw vond ik niet. Wel heb ik me schromelijk bezopen. Mijn irissen draaien door hun kassen als kapseizende schepen. Misschien was mijn droomvrouw er wel, bedenk ik, maar vond ze mij niet aantrekkelijk doordat de verkeerde feromonen uit mijn oksels stromen. Of andersom. Plots begeven zich niet alleen mijn irissen in zwaar weer, maar eveneens mijn existentie. Als ik niet eens kan kiezen wie ik aantrekkelijk vind, ben ik dan wel de stuurman van mijn eigen schip?
Primair bén ik mijn schip, stelt Richard Dawkins in The Selfish Gene. Tevens lijk ik de koers te bepalen, ware het niet dat zich onder de stuurlui ook mijn genen bevinden. Net als ik zoeken zij naar hun droomvrouw. Mijn genen zijn echter uitsluitend geïnteresseerd in haar geschiktheid voor nageslacht – opdat zij hierin kunnen voortleven. Het zijn de Francesco Schettino’s van mijn Costa Concordia. Zodra ze veilig in mijn kinderen zijn aangekomen, mag ik zinken.
Ik wil mijn eigen koers varen. Niet die van mijn genen. Maar hoe doe ik dat? Ik kan met een onaantrekkelijke vrouw trouwen of enkel de liefde bedrijven met een condoom om, als een siliconen middelvinger naar mijn genen, maar dit zijn pyrrusoverwinningen. Als ik een kinderwens heb of een lust naar aantrekkelijke vrouwen voel, word ik er alleen maar ongelukkig van. Bovendien ga ik niet eens in tegen de wil van mijn genen, want genen hebben geen wil. Het zijn willoze stuurlui op een willend schip.
Voordat een boer zijn zeug insemineert, sprayt hij Boarmate over haar heen – een middel dat net als berenkwijl androstenone bevat. Voor de zeug maakt het geen verschil. Ze krijgt er zin van om in paarhouding te gaan staan. Bij mensen gaat het niet zo makkelijk. Zelfs al kan mijn zielsverwant binnenkort een spraytje bij de apotheek halen met een gepersonaliseerde feromonenmix die mijn genen aantrekkelijk vinden, dan zijn er de nodige andere factoren waar ze op selecteren. Zo schijn ik als man een voorkeur te hebben voor een taille/heup-verhouding van 0.7, volle lippen, grote ogen en een symmetrisch gezicht. Pas als ik mijn genen zo modificeer dat al deze factoren geneutraliseerd worden, worden mijn Francesco Schettino’s overboord gezet in het liefdesspel.
Tot die tijd blijft het schipperen. In beschonken toestand zal ik nachtclubs afstruinen om vrouwen te versieren, zoekend naar het exemplaar bij wie alle stuurlui op onze beider schepen tevreden zijn, om samen met haar door het leven te varen. Totdat een van onze schepen kapseist aan de horizon.