Flauwekul om onderwijs aan economie te koppelen
Bij campuscolumnist Ruud Schotting gingen de alarmbellen rinkelen toen hij het rapport ‘Naar een lerende economie’ van de WRR zag. Op de universiteit moet je vrij en onafhankelijk leren denken.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heeft een prachtig rapport uitgebracht: ‘Naar een lerende economie’. Die titel alleen al, daar gaan toch alle alarmbellen gelijk van rinkelen, daar gaan alle gekrulde haartjes op je lichaam gelijk van recht op staan!
Frank Zappa vatte het al ooit prachtig samen: ‘The torture never stops’! Hoe was het ook al weer de laatste jaren met de economie: woekerpolissen, bonussen voor bankdirecteuren die zoveel mogelijk bagger aan onschuldige mensen wisten te verkopen, derivaten handel (niemand bleek ook maar het flauwste idee te hebben wat ze aan het verhandelen waren, zelfs bij Vestia niet), en zo voort. En nu durft die zogenaamde Wetenschappelijke Raad onderwijs aan economie te koppelen. Hoe krijgen ze het toch verzonnen!
Volgens die Raad is er veel mis met het wetenschappelijk onderwijs. Laten we wat zaken doornemen.
Probleem: Veel universiteiten leiden studenten op tot wetenschappers, terwijl de meesten van hen later buiten de universiteit gaan werken.
Mogelijke oplossing: Zorg voor algemeen vormende bacheloropleidingen die studenten analytische vaardigheden meegeven. Een eventuele masteropleiding zorgt voor specialisatie.
Dit is toch bizar! De bedoeling van een academische opleiding is dat je een academische attitude ontwikkelt. Dat je vrij en onafhankelijk kan en mag denken. Dat begint in de bachelor en eindigt voor vele studenten in een master. Algemeen vormende bachelors bestaan al heel lang.
Probleem: Onderzoek op universiteiten heeft prioriteit. Onderwijs is voor veel docenten een vervelende onderbreking.
Mogelijke oplossing: Doceer bacheloropleidingen vanuit een apart onderwijs instituut, met docenten die zich vooral met onderwijs bezig houden.
Dit is dus het meest belachelijke wat je aan een universiteit kan voorstellen. Dat onderwijs en onderzoek losgekoppeld worden. De pracht van het academisch onderwijs is dat er een koppeling is tussen de laatste vindingen op het gebied van onderzoek en het onderwijs. Dat studenten daar van kunnen genieten. En dat ze zelf daardoor een academische attitude door kunnen ontwikkelen.
Probleem: De wijze van onderwijs is tamelijk ouderwets.
Mogelijke oplossing: Zet in op zogenoemd blended learning, waarbij fysieke aanwezigheid wordt afgewisseld met onderwijs op afstand: online colleges en laboratoria.
Dit is ook heel triest. Hoe durven ze dit te zeggen. Tamelijk ouderwets? Wat is er mis met een goede docent met een krijtje? Sinds Pythagoras, sinds Newton, sinds Feynman, sinds Einstein wordt er college gegeven met een krijtje. Ik vermoed dat niemand in de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid ooit weleens aan 200 studenten college heeft gegeven, met een krijtje. En nu komen ze met al deze flauwekul.
De bovengenoemde issues zijn de zogenaamde manco’s van ons wo-onderwijssysteem. Ja, volgens die Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Tenenkrommend. Zo gaat dat dus! ‘Naar een lerende economie’. Ik hoop dat ze nog een hele lange weg te gaan hebben en onderweg nog heel veel gaan leren.