Hallo, is daar iemand..?

De Uithof als spookstad. Campuscolumnist Dieudonnée van de Willige bleef deze zomer in De Uithof en kon er een speld horen vallen.

Het is weer bijna spitsuur! DUB is terug van vakantie, de UIT is begonnen en het begin van het nieuwe academische jaar is minder dan een maand verwijderd. Voorgaande jaren irriteerde die periode me mateloos – alsof De Uithof opeens in een mierennest was veranderd. Bus 11 en 12 zijn volstrekt onbegaanbaar, lange rijen vormen zich tijdens de lunch en nou ja, overal is het dus vervelend druk tot de eerste studenten zijn afgevallen.

Dit jaar heb ik voor het eerst de zomerperiode genegeerd en ben ik gewoon doorgegaan met studeren. Collega en ik waren lyrisch: de rust! Zo zou het altijd mogen zijn. De eerste weken wandelden we met een uitgesproken tevreden gezicht onze lunch tegemoet. Van en naar huis fietsen ging nog nooit zo snel. Toen begon de ellende: De Uithof zakte langzaam maar zeker weg in een misplaatste winterslaap. Zo kwam het voor dat ik een Belangrijke Afspraak op mijn aanraden zou ontmoeten in The Basket, waar ik vervolgens tegen een bordje ‘Aangepaste openingstijden’ opliep. Dicht. Gelukkig was de deur open en mocht ik gaan zitten, maar de stroom zou er wel af gaan. In een doodstil – want muziekvrij – The Basket bestelde Belangrijke Afspraak vervolgens koffie, wat niet lukte omdat de koffieautomaat geen stroom had. Dan maar cola? Nee, want ook dat was op. Ondertussen werden we opgevreten door vliegen, die het uiteraard op de enige twee mensen in de ruimte hadden voorzien. Toen Belangrijke Afspraak tenslotte wilde pinnen, wat onmogelijk is zonder stroom, kon ik wel door de grond zakken. Collega vond dit uiteraard hilarisch, maar het bleek het begin van het einde. Na een lange serie soortgelijke mislukkingen was voor hem de maat vol toen ook de HEMA op vakantie ging. Met het wegvallen van Collega’s vaste lunchstek duurde het minder dan een week voor hij het opgaf en naar Frankrijk vluchtte. Ik bleef alleen achter.

Nog heel even kan je op De Uithof een speld horen vallen. Met wat fantasie waan je je hier in een spookstad zoals je die normaal gesproken alleen in films ziet. Minstens zo vreemd is mijn verlangen naar wat leven in de brouwerij – laat maar komen, die nieuwe studenten en zongebruinde oudgedienden! Ik zal niet meer zeuren, beloofd. Misschien geef ik zelfs mijn plekje in de rij wel een paar keer op, zodat ik nog wat langer kan genieten van die afschuwelijke rotdrukte. Bienvenue!

Advertentie