Hoe een koe een haas vangt

In de herfstdagen van zijn campuscolumnisttijd wordt Frank Gerritse licht filosofisch. Hij beschrijft waarom hij gecharmeerd is wanneer oude dames bij hem op consult komen.

Het valt me al een tijdje op dat er, behalve zo nu en dan wat studieboeken, onder mijn collega studenten zo ontzettend weinig gelezen wordt. Laat staan literatuur. Terwijl literatuur juist zo belangrijk is om de geest zo af en toe iets te verbreden. Voor iedereen, maar zeker ook voor artsen (in de dop). Literatuur en geneeskunde zijn al van oudsher innig met elkaar verbonden.

Hoe anders zijn columns. Columns, en zeker die van mij, zijn natuurlijk met de beste wil van de wereld geen literatuur te noemen. Columns zijn zelden meer dan vluchtige anekdotes en/of meningen. En toch zou ik, in de herfstdagen van mijn campuscolumnistschap, zo graag nog eens een column gewichtig beginnen met een gevat motto of een passend gedicht, of desnoods gewoon met de wijze woorden van een of andere filosoof of levenskunstenaar.

Iets als:

You came to me this morning
And you handled me like meat
You'd have to be a man to know
How good that feels how sweet

(uit: A thousand kisses deep, Leonard Cohen)

Enfin, ik weet niet of dat er dit jaar nog in zit. Ter zake.

Tijdens mijn coschap huisartsgeneeskunde heb ik onlangs meegeholpen met het uitdelen van de jaarlijkse griepprikken. Een enorme logistieke operatie, vergelijkbaar met het betere lopende band werk, waarbij op één middag een kleine 1000 mensen worden gevaccineerd. Bij binnenkomst, liefst al met ontblote bovenarm en papieren uitnodiging in de aanslag, wordt men opgewacht door een drietal mensen met spuit. Waaronder ik.

Al gauw blijken veel van de, met name wat oudere, dames mij te verkiezen boven mijn twee vrouwelijke collega's. "Ik wil graag bij die knappe jonge dokter," geeft een krom lopend, oude dame openlijk toe. Stiekem toch wel een beetje vereerd, niets menselijks is mij vreemd, houd ik de spuit in de aanslag. Snel ontbloot ze haar schouder en geeft me een knipoog. Ze gniffelt als ik de prik zet, "je weet immers nooit hoe een oude koe een haas vangt!"

Lichtelijk van mijn a propos wens ik haar nog een fijne dag toe en werp ik, terwijl het volgende slachtoffer zich alweer aandient, met een schuin oog een blik op haar vaccinatie-uitnodiging en dan zie ik haar geboortejaar: 1923.

Advertentie