Hoe weet je dat het goed met je gaat?

Hoe weet je dat het goed met je gaat? Nu het nieuwe jaar is begonnen en mijn dienstverband bij DUB op zijn eind loopt, leek het mij een goed moment om de balans op te maken. Niet van het afgelopen jaar, dat vind ik te moeilijk. Een jaar is immers lang en het verhaal dat ik bijeen kon puzzelen met de belangrijkste wapenfeiten van 2019 werd mij iets te vaag. Een kroniek van het afgelopen decennium lijkt zo mogelijk nog onzinniger. Ik besloot om het bij die eerste vraag te houden.

Mijn eerste observatie was enigszins deprimerend. De mensen die de meeste moeite hadden om een goed antwoord op mijn vraag te formuleren, zijn de mensen die op mij de meest gelukkige indruk maken. Nu zegt iemands voorkomen natuurlijk niet alles, maar het suggereert wel dat je alleen weet of het goed met je gaat wanneer dat niet het geval is. Iets in het verlengde hiervan werd door mijn vader geopperd: flow. In de psychologie gaat iemand in een staat van flow volledig op in wat hij of zij doet. Al je aandacht is gefocust en je zelfbewustzijn verdwijnt net als je besef van tijd. Het gaat goed met je als je deze staat makkelijk op kunt roepen, of je nou aan het werken, koken of sporten bent. Flow wordt ook geassocieerd met moeiteloosheid, niet hoeven nadenken over wat je aan het doen bent. Wellicht kunnen mensen 'met flow' daarom grotere druk aan en wellicht denken ze daarom niet al te veel na over mijn vraag.

Ik stelde mijn vraag ook aan een aantal mensen die het de laatste tijd wat moeilijk hebben gehad. Een van hen vertelde me dat hij het kan merken aan zijn gevoelens jegens anderen. Als het goed met hem gaat is hij milder voor zijn medemens. Fouten van anderen schrijft hij makkelijker toe aan context: ’misschien had die automobilist gewoon een slechte dag’. In een goede bui vond hij het ook makkelijker om het succes van anderen te vieren: ’wat mooi dat mijn vriend die beurs heeft gekregen’.

Wellicht is het niet intuïtief om je omgang met anderen te betrekken bij deze vraag, maar het is iets dat ik vaker gehoord heb. Een vriendin vertelde me dat ze haar behoefte aan sociale afleiding gebruikt om te beoordelen hoe het met haar ging. In een goede stemming heeft ze minder gezelschap nodig, ze hoeft niet te vluchten voor haar eigen gedachten. Vrienden zijn natuurlijk niet de enige manier om te vluchten. Alcohol, drugs en televisie zijn net zo goed manieren om je eigen gedachten niet onder ogen te hoeven komen.

Een andere vriend met wie het niet goed gaat, heeft een andere tactiek. Hij heeft besloten deze vraag niet langer te stellen en zich alleen af te vragen of hij deze week leuke dingen heeft gedaan. Een dergelijke concrete aanpak spreekt ook mijn instincten aan. Ik ben geneigd om zo praktisch mogelijk te reageren. ’Hoe vaak heb ik deze week gesport? Eet ik een beetje gezond? Slaap je goed? Drink je niet te veel?’ Ik weet dat zulke banale informatie niet genoeg is, maar deze vragen zijn voor mij het begin. Als ik deze dingen goed doe dan zal de rest wel komen.

Nu is alles wat ik u net verteld heb niet per se nieuws, noch is het bruikbaar advies gezien de verscheidenheid aan antwoorden. Maar voor mij leek elk antwoord in ieder geval een klein stukje van de puzzel te bevatten. We kunnnen concluderen dat iedereen een beetje gelijk heeft. Wellicht was het beste antwoord wel: ‘als je de meeste dagen tevreden gaat slapen’. Misschien is dat wel genoeg.

Wat nog rest is de vraag hoe het dan met mij gaat. Het enige wat ik kan vertellen is dat ik de afgelopen week vier keer heb gesport, best gezond heb gegeten, vrij slecht heb geslapen en drie avonden flink heb gezopen. En voor volgende week staat ongeveer hetzelfde op het programma.

Beste lezer, het was me een genoegen, tot ziens.

Advertentie