N = 1

Geen zuivere wetenschap zonder het reproduceren van de resultaten, nietwaar? Iedereen kent de dooddoeners: ‘één resultaat is geen resultaat’, ‘met repetitie komt munitie’ en ‘één keer gemeten, dus nooit zeker geweten’. Allemaal staan ze in schril contrast met de dagelijkse werkelijkheid.

Volgens Wikipedia is reproduceren ‘het steeds opnieuw kunnen bereiken van een vergelijkbaar resultaat, wanneer een beschreven procedure wordt uitgevoerd’. Maar, hoor ik u zeggen, Wikipedia is geen goede bron! Voor nu volstaat het echter prima: ik pas het niet toe op wetenschap, maar op het vluchtige karakter van een wetenschappelijke loopbaan. Ik zal eerlijk zijn – in die context valt dat o zo belangrijke reproduceren me zwaar.

De reproduceerbaarheid van de sfeer in een onderzoeksgroep is nihil. Buiten de vaste staf zijn aio’s er vier jaar, postdocs soms minder. Studenten komen en gaan alsof Halbe Zijlstra ze persoonlijk op de hielen zit. De tijd die je in een onderzoeksgroep meemaakt is één grote loterij: een paar maanden eerder of later beginnen levert een compleet andere ervaring op, al volg jij de standaardprocedure. Toch bestaat de kans dat je die loterij wint. De hoofdprijs? Een onderzoeksgroep die op dat moment, in die samenstelling en onder de gegeven omstandigheden voor jou op maat gemaakt lijkt. Genoeg mensen die dat nooit zullen meemaken. Hen raad ik aan meteen naar de laatste alinea te gaan, aangezien wat komen gaat wellicht wat dramatisch overkomt. Dat lot uit de loterij leidt er namelijk toe dat je je tranen wegslikt tijdens de eindpresentatie. Dat je overweegt je in de schulden te steken om je begeleiders een welverdiend penthouse in New York cadeau te doen, in plaats van die eeuwige doos chocolade. Je zou willen stoppen met je studie om er per direct terug te keren als afwashulpje. Daar zijn de instrumenten van puur goud en de werkbladen ingelegd met robijnen en diamanten – in de luchtkastelen die ik bouw althans. Ik had u al gewaarschuwd dat ik mijn wetenschappelijke houding even zou laten varen.

“Het is wel anders geworden sinds je weg bent, hoor.” Het is zelfs zo anders dat ik nu op de afscheidsborrel sta. Geen echte afscheidsborrel, want de banden met de UU zijn niet volledig doorgesneden. Geen echt afscheid vooral, want de plek die ik ken heb ik allang gedag gezegd. Het is wat mij betreft het grootste nadeel aan het beoefenen van wetenschap: de vluchtigheid van de omgeving, de weinige vaste posities en het gebrek aan concrete vooruitzichten. Ik zal het ermee moeten doen. Voorlopig doe ik mijn best om te reproduceren, één luchtkasteel per keer. Het fundament voor de volgende ligt er inmiddels. Reproduceren, daar gaat tijd overheen – gelukkig strookt er dan tenminste één aspect met onze wetenschappelijke realiteit.

Advertentie