Ontgroeningen veranderen, waarom Zwarte Piet niet?

Campuscolumnist Niels Peuchen ging op bezoek bij Unitas. Tradities ontstaan omdat iets mooi is en je het nog eens wil doen,  leerde hij. En dat verandert voortdurend. Zo kan je volgens Niels ook naar Zwarte Pietendiscussie kijken. 

Sinterklaas en Zwarte Piet zijn veel sympathieker dan dat ze ooit zijn geweest. "Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe" klopt allang niet meer. De roe is tegenwoordig verdwenen uit het arsenaal van Zwarte Piet. Piet hoeft kinderen geen angst meer aan te jagen; integendeel, hij is een capabele werknemer die aan jong en oud kruidnoten uitdeelt. Deze 'nieuwe' Piet is onderdeel van de sinterklaastraditie die, alhoewel het soms anders lijkt, constant verandert.

Tradities beperken zich uiteraard niet tot onze feestdagen. Ook de Nederlandse studentenpopulatie kent de nodige gewoontes en gebruiken. Om die beter te leren kennen, bezocht ik studentenvereniging Unitas. Ik was nog nooit in een sociëteit geweest. Ik had zelfs nog nooit gefeest in de Woolloomooloo, de discotheek aan het Janskerkhof die in handen is van het corps. Wel had ik een bepaald beeld van studentenverenigingen: dat ze aan elkaar hangen van tradities, zoals ontgroeningen en gedragsregels. Niet voor niets zijn de verenigingen en hun cultuur dicht bij een plek op de lijst van Nederlands immaterieel erfgoed, waarop ook het sinterklaasfeest staat.

Bij Unitas sprak ik met rector (voorzitter in goed Nederlands) Derk de Haan. Met name één uitspraak bleef bij mij hangen: "Onze tradities zijn gebaseerd op een collectief idee dat iets mooi of oud is." Daaruit sprak een heel nuchter beeld van studentenverenigingen. Verenigingen werken niet omdat er een grote ideologie achter zit, maar omdat de leden samen een idee omarmen. En dat kan snel gaan, aldus De Haan: "Tradities ontstaan omdat iemand zegt: 'hé, dit is leuk, laten we het nog een keer doen.'"

Unitas heeft veel van zulke tradities, bleek tijdens ons gesprek. Soms zijn deze gebruiken behoorlijk eigenaardig. Zo heeft De Haan recent een 'boerenkooldiner' gehad, waarbij hij boerenkool tegen de muur moest gooien. Eerlijk is eerlijk, het slaat nergens op. Maar hij doet het wel, omdat iedereen het doet en heeft gedaan. Daartegenover staan prijzenswaardige tradities, zoals een jaarlijkse collecte voor gehandicapten.

Ook ontdekte ik een 'geheim' achter een aantal van deze tradities: zo oud zijn ze niet.

Sommige tradities, die worden behandeld alsof ze al tientallen jaren bestaan, hebben nog niet eens hun eerste lustrum meegemaakt. Zo stonden op een schoorsteenmantel allemaal objecten bij elkaar, die werden gezien als de artefacten van de vereniging. Een daarvan, een mooie houten schaakklok, was echter niet zo oud als de rest, vertelde De Haan me. Sterker nog: de klok stond er pas sinds afgelopen jaar.

Ik zie parallellen met het sinterklaasfeest. Aan deze mythe worden constant nieuwe dingen toegevoegd; tegelijkertijd wordt met zaken gestopt die niet meer van deze tijd zijn. Het vervangen van zwart geschminkte gezichten door roetvegen vind ik daar een goed voorbeeld van. Als maar genoeg mensen zo’n verandering omarmen, is het zo een gewoonte. Het gebeurde bij ontgroeningen, die nu flink anders zijn dan die van jaren geleden. Waarom zou hetzelfde niet met Zwarte Piet kunnen gebeuren?

Advertentie