Enquêtekarma
Op zoek naar respondenten
Dát moment van mijn scriptie is aangebroken: het veldwerk uitzetten. Verre van mijn favoriet, maar broodnodig om iets van resultaten te krijgen om te analyseren. Tenzij je een van die gelukkigen bent die werkt met een bestaande dataset, natuurlijk.
Dat geluk heb ik mijzelf met mijn onderzoeksvoorstel niet gegund. Nee, ik ga ouderwets een enquête uitzetten. Mensen vragen om eindeloos Likertschalen in te vullen. Om eerlijk te zijn zit ik er zelf ook nooit op te wachten, voor de wetenschap 10 à 15 minuten van mijn tijd verdoen om één case te zijn in de uiteindelijke analyse. Het is een gunst voor een vreemde; je krijgt er zelden iets voor terug. Oké, soms staat er iets van een cadeaubon tegenover die verloot wordt onder alle deelnemers, maar een kans van 1 op 500 voor een bol.com-bon van €7,50? Tja…
Toch vul ik enquêtes altijd in als ik ze binnenkrijg. Niet zozeer als gunst voor die arme student die respondenten wil werven voor projecten of scripties, maar uit eigenbelang. Ik hoop ergens namelijk dat als ik enquêtes van anderen invul, dat als een soort enquêtekarma de krachten van het universum ervoor zullen zorgen dat mensen ook míjn vragenlijst invullen.
Oké, ik ga dus op zoek naar respondenten. Als geograaf zit ik dan ook in de leuke situatie dat het nog best wel uitmaakt wáár die respondenten zijn. Een online-survey uitzetten in appgroepen en daar een goede respons uithalen zit er voor mij ook niet in. Ouderwets langs de deuren met uitnodigingen dus. Het weer lijkt in ieder geval mee te zitten en mijn wandelschoenen staan al klaar.
Via de brievenbus vraag ik steeds meer mensen om een gunst. 10 wordt 100, 100 wordt 1000, 1000 wordt 2000 en ga zo maar door. De kilometers zitten erin en ik pluis hele wijken uit om elke paar huizen een uitnodiging te bezorgen. Flatgebouwen met bij de entree de postbussen van alle bewoners maken mij gelukkig; flatgebouwen zonder doen mij afvragen of zij wel écht in mijn steekproef moeten (helaas wel). Dus hup, de galerijen af.
Maar jemig de pemig (Mozes kriebel) wat voelt het rondbrengen van die enquêtes toch écht alsof ik iets aan het doen ben wat niet mag. Het is niet alléén een gunst vragen aan mensen: het is ook nog eens een soort inbreuk in de persoonlijke levenssfeer. Als onderzoeker breek je die levenssfeer open, en ga je mensen die daar misschien helemaal niet op zitten te wachten, bevragen.
Oké, dat is misschien ook overdreven. Het is slechts een uitnodiging en inbreken ga ik al helemaal niet (wat moet ik doen, de uitnodiging alvast bij de computer leggen?). Maar mensen kunnen écht flink boos worden om dit soort dingen. Vorige keer dat het enquêtes lopen was voor mij, kreeg ik ook al wat minder dan vriendelijke mails terug.
Uiteindelijk moet er wel iets van contactinformatie op die brief staan. Ik hoop dan maar dat ik voldoende enquêtekarma heb opgebouwd om een goede respons te krijgen, en héél misschien ook eens een mail met wat leukere inhoud.