Cum laude

Over het loslaten van de cijferdrang

cum laude. Illustratie DUB
Illustratie DUB

Mijn verhouding tot cijfers is lastig, mild uitgedrukt. Aan de ene kant weet ik dat ze niets zeggen over wie ik ben. Dat het slechts een indicatie van een momentopname is; hoezeer ik bepaalde kennis op een bepaald moment kan gebruiken, reproduceren, enzovoort. Het is lang niet altijd representatief voor een echt gebruik of überhaupt begrip van de kennis.

Desondanks hecht ik veel waarde aan cijfers. Net zoals dat mensen de Shanghai ranking zien als een kwantificering van de kwaliteit van de universiteit, worden cijfergemiddelden gezien als de kwaliteit van een student. Een ogenschijnlijke objectieve maatstaf waar iedereen langs gelegd wordt, die makkelijk met je 500+ connecties op LinkedIn te delen is. De betoverende woorden “Cum Laude” naast je studie zetten is voor drukke recruiters een veel grotere aantrekkingskracht dan een écht waardevol verhaal dat misschien wel vijf minuten duurt om door te lezen.

Dat leidt tot stress rondom tentamens en opdrachten. Er is maar één kans om het goed te doen. Immers, met een reparatie kan je weliswaar een studenten-tien, maar slechts een LinkedIn-vier halen. Ik mag dan wel weten dat cijfers niets over mijzelf zeggen, maar het is toch altijd makkelijk om helemaal niets met die kennis te doen.

Ik heb voor mijzelf deze laatste periode van het jaar, en mijn bachelorstudie, besloten om eens níet aan die cijfers te denken. Om mij te richten op wat het vak voor mij kan betekenen qua inzichten en ontwikkeling, in plaats van wat ik kan betekenen voor de rubrics; de lat waar iedereen langs wordt gelegd bij de evaluatie.

En weet je? Ik merk er nu al effect van. Ik kijk kritischer naar de literatuur. Ik durf meer eigen ideeën in te brengen. En ik geniet. Ik geniet van de colleges, de dag, en de tijd die ik aan het vak besteed. De stress die ik normaal voel voor een vak lijkt vrijwel weggevaagd. Doordat ik heb besloten niet meer te denken aan de ‘extrinsieke motivatie’ (wat een eufemisme!) van het vak, kan mijn eigen, intrinsieke motivatie eindelijk weer eens naar buiten komen.

Maar eigenlijk is er ook iets ergs aan. Ik durf dit nu pas, terwijl ik het al veel langer wil doen. Waarom? Misschien omdat ik daar klaar voor ben. Dat is een mooie gedachte. Realistischer is helaas de gedachte dat ik dit nu pas durf, omdat ik al mijn studiepunten al binnen heb. Omdat het vak helemaal onderaan komt op de cijferlijst, onder het onderdeel “buiten examenprogramma”. Het telt helemaal niet mee voor dat gemiddelde. En dat maakt het veilig.

Ik ben benieuwd of ik dit vast zal kunnen houden tijdens mijn master, als het wel weer telt voor alle mooie samengestelde statistieken. Ik hoop het in ieder geval wel.

Advertentie