Stageplekken soms al anderhalf jaar van tevoren vergeven

Een stage vinden voor de master neuropsychologie is een lastige opgave, ontdekte campuscolumnist Lea ter Meulen. Vervelend, want zonder klinische stage is een klinische carrière onmogelijk. De master zou daarom strenger moeten selecteren.

Begin september zaten we bij het introductiecollege voor de nieuwe lichting masterstudenten neuropsychologie. We waren met een man of vijftig, en we hadden er zin in. In de master, maar ook in de mooie carrière als neuropsycholoog die ons daarna wachtte. (Spoiler alert: ons optimisme zou op de proef gesteld worden.)

“Wie van jullie heeft al een stageplek?” informeerde de mastercoördinator toen hij door zijn slides heen was. Een enkele voorzichtige vinger ging de lucht in. “En wie van jullie is begonnen met solliciteren?” Vijftien handen. De coördinator keek bezorgd. “Wel snel beginnen met zoeken, hoor,” drukte hij ons op het hart, maar toen werd er al een trolley binnengerold met cassis en cola light, zodat we onze ontkiemende zorgen snel weg konden drinken.

De coördinator wist wat wij een aantal weken later ook zouden weten: dat stageplekken soms al anderhalf jaar van tevoren vergeven zijn. Dat er tientallen brieven naar elk adres gaan. Dat die brieven niet alleen van UU-studenten komen – er zijn namelijk ook masters neuropsychologie aan de VU, de UvA, in Groningen, in Maastricht, in Nijmegen, noem maar op. Zelfs volgens conservatieve schattingen concurreerden we met honderden anderen. Wie in november nog niet was aangenomen, begon zenuwachtig te worden, want geen klinische stage betekent geen klinische carrière.

Waren we naïef, toen we begonnen aan de master? Een beetje, misschien. Maar een héél gekke gedachte is het niet, dat je met een master neuropsychologie neuropsycholoog kunt worden. Onder het kopje Carrièreperspectieven vermeldt de mastersite vrolijk dat je, naast werk in een klinische setting, óók kunt “kiezen voor een onderzoeksfunctie bij een gezondheidszorginstelling of aan een universiteit.”

Kiezen! Het woord wekt de indruk dat je in de Albert Heijn staat, bij het broodbeleg: dertig soorten jam. Meer dan een beetje misleidend, want in de meeste gevallen valt er bar weinig te kiezen. Is het lastig om een stage te vinden? – ha! Probeer een GZ-opleidingsplaats. Op één positie solliciteren honderden afgestudeerden.

Je zou zeggen dat zo’n deprimerend perspectief aanstormende masterstudenten enigszins afschrikt. Niets lijkt minder waar. Voor het komende jaar heeft de neuropsychologiemaster in Utrecht zo’n honderd inschrijvingen: een groei van 100 procent. De master barst uit zijn voegen. Een kleine voorspelling: het wordt vechten om stages. Tientallen studenten studeren af zonder ooit het beroep uit te kunnen oefenen waarvoor ze zijn opgeleid.

De oplossing is een doodsimpele maatregel – een maatregel waar de opleiding zelf ook tevergeefs voor pleitte. Stel een bovengrens in. Selecteer. Zo bescherm je de kwaliteit van de opleiding, én behoed je studenten in spe voor teleurstellingen. 

Advertentie