Tentamen Academische Zoekvaardigheden

Hans Vermeer was een luidruchtig man. Als hij thuis kwam, luidde hij standaard tweemaal de bel, om zijn komst aan te kondigen. Het hele gezin sprong dan van schrik overeind, zeker als het voorkwam dat de thuiskomst geschiedde rond middernacht. Hans hield namelijk wel van een goed biertje, wat maakte dat hij de tijd niet meer precies in de gaten had. Maar dronken was hij nooit, nee, er kon flink wat liter alcohol in zijn slokdarm verdwijnen, maar de sleutel ging altijd recht in het slot. Alcohol had een ander effect op hem, dat meer in lijn lag met zijn luidruchtige persoonlijkheid. Zodra een benevelde Hans met zijn hoofd het kussen raakte, werd het huis van een diep, monotoon gezaag vervuld. Het hele bed werd door zijn zware ademhaling door elkaar geschud, zodat zijn vrouw mee lag te deinen op het ritmische gesnurk. Als vrouwlief de volgende ochtend dan in de spiegel keek, zag ze hoe de nacht haar haar compleet in de war had getrild, het was verdubbeld in volume en aan haar slapen waren kleine donshaartjes gewelddadig verkreukeld.

Zijn luidruchtigheid kwam in hoge mate tot uiting in tijden van verkoudheid. Als het dan weer winters weer begon te worden, liep hij altijd wel ergens een kou op. Deze tijden werden gevreesd in huize Vermeer. Hans maakte namelijk een heel optreden van een nies. Dan vroeg hij de aanwezigen in een ruimte om een moment stilte. Verwachtingsvol keken de argeloze toeschouwers toe. Eerst begon de beste man in zijn zakken te rommelen, op zoek naar zijn zakdoek. Het wou voorkomen dat hij er geen vinden kon, dan rende hij hard naar het toilet om daar zijn ritueel in eenzaamheid af te ronden. Maar in de meeste gevallen had hij zakdoeken voorradig. Dan haalde hij met een theatraal gebaar het stukje stof tevoorschijn, vouwde het uit, en terwijl hij de onverdeelde aandacht van zijn hoorders genoot, begon hij aan zijn neus te wrijven. Dat moest hij niet te lang doen, anders zou de aandacht verslappen, maar door jarenlange ervaring wist hij precies het moment waarop over moest worden gegaan op het de volgende fase. Dan kwam zijn luidruchtige persoonlijkheid weer in beeld. Eerst liet hij zich een aantal keer gaan in de ‘ha’-fase, dat bouwde steeds meer op tot het geluid zo zwaar was aangezwollen dat de omstanders ineenkrompen, wachtend op de explosie van het volgende niesgedeelte. Daar hoefden ze niet lang op te wachten. Bijna direct op de laatste ‘ha’, schoot met één adembenemende vaart het ‘tsjie’ eruit en vulde de ruimte.

Zijn zoon had het geluidsniveau van zijn vader geërfd. Door de jaren heen had hij zijn geluiden steeds verder verfijnd en ontwikkeld, naar het voorbeeld van zijn vader. Tegen de tijd dat hij zijn studie begon was hij vergevorderd in zijn volumeniveau. Tijdens een tentamen had ik eens het waar genoegen naast hem te mogen plaatsnemen. In zachte teleurstelling zocht ik in de uren die volgden mijn concentratie.

Advertentie