Tentamens nakijken op de wc? Mea culpa

Campuscolumnist Niels Peuchen voelt zich mede schuldig aan de ellende waar de Hogeschool Utrecht mee geconfronteerd wordt. Hij zat daar in de medezeggenschap, maar deed zijn mond nauwelijks open. Moet hij nu hier in de U-Raad?

De sfeer is verstikkend, ’mannen in pakken' saneren hardhandig en het personeel wordt steeds kinderachtiger behandeld. De Hogeschool Utrecht (HU) kwam er dit weekend niet goed vanaf in een groot stuk in het NRC Handelsblad. Omdat ik gestudeerd heb aan de HU, gaat zo’n verhaal me aan het hart. Maar bovenal voel ik me schuldig.

Ik kan namelijk niet uitsluiten dat ik zelf schuld heb gehad aan de 'papieren werkelijkheid' die is ontstaan op de HU. Ik heb daar in de Hogeschoolraad gezeten, het equivalent van de U-raad, maar ik was een vrij slecht raadslid. Als je zou afgaan op de notulen, zou je geen idee hebben dat ik bij de raad zat: zo weinig zei ik. Ik had geen idee wat ik waarvan moest vinden en waarom. Pas tegen het eind van het jaar was mijn naam een enkele keer terug te vinden in de vergaderstukken.

Ik was als die ene zesdejaars met wie je moest samenwerken voor een groepsopdracht, maar die vervolgens niets bijdroeg aan het gezamenlijke paper en niet kwam opdagen bij de eindpresentatie.

Vanuit deze onkunde heb ik ongetwijfeld ingestemd met dingen die de huidige gang van zaken op de HU versterken. Mogelijk heb ik ervoor gezorgd dat docenten, in ieder geval diegenen zonder kantoor, naar de wc vluchten om tentamens na te kijken.

Toch, ondanks mijn beroerde staat van dienst, overwoog ik mij te kandideren voor de medezeggenschap van de UU. Ik moest mezelf tegenhouden opnieuw halsoverkop erin te gaan. 

Vorige keer leidde die onbezonnenheid ertoe dat ik me min of meer per ongeluk kandidaat stelde en dat ik daarna - tot mijn eigen verbazing - werd verkozen. Ik vraag mezelf nog steeds af aan welke waanideeën ik destijds leed.

Daarom is het nu aan jou. Het is niet mijn doel om hier reclame te maken voor de medezeggenschap van de universiteit; daarvoor ken ik die nog niet goed genoeg. Maar iedereen die meer kan toevoegen dan ik deed als raadslid, is zonder enige twijfel een aanwinst. Zorg ervoor, voor mij en voor je mede-UU’ers, dat onze universiteit niet wordt geconfronteerd met de problemen die nu de HU plagen.

Advertentie