Things Can Only Get Better
Wetenschap op een enthousiaste manier aan de man brengen. Dat is nog een hele opgave, vindt campuscolumnist Dieudonnee van de Willige. Haar voorbeeld is Brian Cox, een charismatisch verteller over wetenschap. Maar altijd gaat het ook over zijn nummer een hit met de band D:ream.
Onlangs had ik de eer op een conferentie een groep enthousiaste bètastudenten toe te spreken over het onderzoek dat ik momenteel doe. Gelukkig is het – al zeg ik het zelf – een erg leuk onderzoek. Het levert prachtige plaatjes op die niet zouden misstaan in een prestigieuze kunstgalerie, wat het al makkelijker maakt om een boeiend praatje te houden. Voor mij had het gebeuren een extra dimensie: wetenschapscommunicatie is een ontzettend belangrijk en boeiend vakgebied.
Ik heb wel eens te horen gekregen dat mijn presentatietechniek bij vlagen doet denken aan die van een McDonald’s sales representative. Hoe een passie voor hamburgers zich verhoudt tot een passie voor onderzoek is mij een raadsel, maar allebei kunnen best wat promotie gebruiken. Vol enthousiasme steek ik van wal over het interdisciplinaire onderzoek en de wereld van de celbiologie. Al snel waan ik me professor Brian Cox, een van mijn persoonlijke helden in de wetenschap – een deeltjesfysicus die onder andere betrokken is bij onderzoek aan de Large Hadron Collider van CERN. Daarnaast is hij aan de overkant van het kanaal een geliefde gast bij allerhande televisieshows en presenteert legio populair wetenschappelijke programma’s. Alsof dat nog niet genoeg is, toert hij met een theatershow en bezit hij genoeg charisma om de BBC op zondagavond een hoorcollege over kwantummechanica uit te doen zenden. Aanmeldingen voor de studie Natuurkunde aan de Universiteit van Manchester stegen explosief toen bekend werd dat de eerstejaarscursus door hem zou worden verzorgd – als iedere wetenschapper dat eens voor elkaar zou krijgen! En, vooruit, hij ziet er niet onverdienstelijk uit. Het is maar goed dat ik nu in het Nederlands presenteer, anders zou ik per ongeluk dat Britse accent nog hebben overgenomen ook.
Terug naar mijn eigen praatje. Iedere conferentie eindigt met een borrel en daarmee concludeer ook ik mijn uitstapje naar de wetenschapscommunicatie. Ik hoop op vragen over het onderzoek, verhalen van studenten die opeens bekeerd zijn tot de celbiologie, misschien zelfs uitnodigingen om mijn verhaal elders te houden. In plaats daarvan is de meest gehoorde vraag “Ga je hier nou een column over schrijven?”. Doel gemist. Opeens herinner ik me dat professor Cox nog steeds gebukt gaat onder de klanken van Things Can Only Get Better, de nummer 1-hit die hij scoorde met de band D:ream voordat hij voor zijn wetenschappelijke loopbaan begon. Geen tv-show met Cox zonder dat lied of wilde verhalen over zijn tijd als muzikant. Hoe mensen het fenomeen ‘rockstar physicist’ nog steeds interessanter vinden dan de LHC en quantummechanica. Wetenschapscommunicatie blijkt zo simpel nog niet – maar we geven niet op. Het kan immers alleen maar beter worden.