Tijd om uit huis te gaan

Wie wil er niet thuiskomen als er een dampende cake op je staat te wachten? Foto Francis van den Brink

Eerlijk gezegd, als iemand mij vraagt hoe het is om als student thuis te wonen, begin ik toch wel vaak over de cakes die mijn moeder bakt en die staan uit te dampen op het fornuis als ik thuiskom na een dag werken, overleggen en studeren. Zoiets materieels – maar zeker niet te onderschatten. Net zoals de boodschappen die gedaan worden, de was die aanhoudend draait en de verwarmingskosten die betaald worden. Dat is gewoon fijn.

Thuis wonen biedt mij de mogelijkheid om dingen op te pakken, op zijn tijd. Ik kan aanbieden dat ik eten haal en kook, vervolgens verdwaald raken in de Albert Heijn XXL als ik curry-ingrediënten bij elkaar zoek om er dan thuis achter te komen dat ik de kerriepoeder en kokosmelk ben vergeten. Maar ik hoef niet te vrezen voor een dikke, smaakloze curry, want mijn moeder had met de weekboodschappen eigenlijk alles al ingeslagen.

Natuurlijk zal ik het op een dag zelf moeten klaarspelen. Dan zal ik er onvermijdelijk tegenaan lopen dat ik geen schone onderbroek heb als ik de was vergeet aan te zetten. Maar het vangnet dat de ervaring van mijn ouders mij nu biedt tijdens het zelfstandig worden, vind ik waardevol en beslist niet overbodig. Het geeft me tijd en ruimte om te falen, om uit te vinden wat ik belangrijk vind en hoe ik dat vorm wil geven.

Op kamers gaan is een leerschool van het leven, je moet het plotseling zelf zien te rooien. Als jij de planten geen water geeft, verdorren ze, want niemand zal het voor je doen. Je moet zelf zorg dragen over je huis en over jezelf, anders stinkt de wc en vermindert je weerstand bij gebrek aan groenten.

Toch vind ik het krom om een eigen kamer als énige leerschool van het leven te zien, of als de meest geschikte. Voor sommigen is het waarschijnlijk heel fijn en gezond om zo snel mogelijk op kamers te gaan: als je je thuis niet helemaal thuis voelt, of als je een karakter hebt dat vooral leert van fouten maken. Maar het op kamers gaan lijkt een norm te zijn in de studentenwereld, en degene die thuis blijven wonen worden scheef aangekeken en gevraagd: maar je moet toch zelfstandig worden?

Nu steeds meer studenten thuis blijven wonen, is het hoog tijd dat dat eenzijdige perspectief op zelfstandigheid bijgeschaafd wordt. In andere culturen blijven kinderen gerust tot hun 25e thuis wonen – daar is het zelfs vreemd om het huis al meteen op 18-jarige leeftijd te verlaten. Sommigen worden zelfstandig in hun eigen huis. Anderen worden zelfstandig in hun eigen thuis. Het is niet onmogelijk om volwassen te worden als je omringd wordt door ouderlijke liefde en zorgzaamheid. Het is alleen af en toe een beetje irritant, want als je eenmaal je eigen manieren ontdekt en gevormd hebt, dan begint dat te botsen met de gewoontes van je ouders. Zo sta ik het liefst te koken in het schemerdonker, omdat ik hou van de schemer die geleidelijk het huis verduisterd. Maar als mijn vader dan binnenkomt, doet hij meteen alle lichten aan. Dan slik ik mijn ergernis in en gaan mijn gedachtes uit naar een eigen keukentje met eigen pannen en eigen kruiden. En dan – dan wordt het tijd om uit huis te gaan.

 

Advertentie