Vogelpolitiek

Een luide toeter van een passerende bus laat mij even omhoog kijken. Het gele gevaarte schiet als een brommende hommel over de tramrails waar het uiteraard geen gebruik van maakt. Het is vrijwel het enige wat beweegt tijdens mijn dagelijkse wandeling over de Uithof. Hier en daar zie ik een student de Spar in duiken. De rest van de campus is overgeleverd aan de kolonie van kauwen die hier woont. Naast failliete bedrijven, musea en zzp’ers zullen ook deze arme vogels last hebben gehad van de coronacrisis. Geen studenten op de universiteit betekent geen kruimels van broodjes en geen overvolle prullenbakken die geplunderd kunnen worden door de groep blauwogige vogels.

Het zwarte biebgebouw weerkaatst het licht via de ramen op mijn gezicht: waardoor ik toch nog een beetje zon meepak op deze winterdag. Ik denk even aan de kauwtjes, die gretig naar mijn lege handen staren. Zou een kauw hier in De Uithof anders zijn dan een die in het bos leeft? Ik vermoed van wel. De met vet overladen snacks van de Spar zullen waarschijnlijk hun grootste energiebron zijn, terwijl ze dagelijks het pleintje afspeuren naar voedsel. De aandacht van de vogels verplaatst zich naar twee jongens die net de bieb uitkomen. Waarschijnlijk zijn zij de geluksvogels die een plekje hebben weten te vinden in de UB. Helaas zijn de kauwtjes in dit scenario geen geluksvogels, want de jongens gaan na het roken van hun sigaret weer naar binnen, zonder een snack achter te laten.

Ik merk dat er onenigheid ontstaat tussen de kauwen. Terwijl de een overduidelijk meer studenten aan wil trekken, lijkt de ander de kwaliteit van het voedsel belangrijker te vinden. Het is de eeuwige discussie: kwantiteit of kwaliteit. Terwijl studentenaantallen blijven toenemen, is er steeds minder aandacht voor maatwerk, practica en persoonlijke begeleiding. De andere kauw wuift dit weg: meer studenten brengt meer voedsel in het laatje en zo kan de kolonie volgend jaar misschien wel nog groter worden dan dat het nu is.

De dominante vogel lijkt voor de kwantiteit te gaan: meer bacheloropleidingen, meer studenten en dus meer voedsel. Het is besloten. De kleinere oppositie lijkt met hun vleugels nog te gebaren dat een numerus fixus op bepaalde studies voor beter voedsel kan zorgen, maar het lijkt niet meer uit te maken. Het systeem heeft besloten, de aantallen zullen blijven groeien voor de komende jaren. Het is aan de kolonie om zich hieraan aan te passen en zich uit te breiden met meer vliegende vrienden.

Dit jaar behaalde de universiteit een recordaantal inschrijvingen met 9 procent meer dan het voorgaande jaar. De kwaliteit van ons onderwijs staat onder druk en dat is een probleem. Wat is de oplossing? Een maximum aantal studenten per jaar? Investeren in extra docenten? Als de coronacrisis straks voorbij is zullen onze kauwtjes blij zijn, want het zal weer wemelen van de studenten. Maar waar gaan we al deze studenten laten? Ik kijk even omhoog richting het Unnikgebouw. Misschien kunnen we daar onze extra studenten wel in kwijt.

Advertentie