Nieuws

Studentbestuurders juichen vroeg…

“Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft de motie over collegegeldvrij besturen van de Kamerleden Ed Anker (CU) en Jan Jacob van Dijk (CDA) gesteund”, juichen de studenten in een persbericht. “Dit plan is geïnitieerd door de studentenbelangenorganisaties ISO en LKvV en moet er voor zorgen dat fulltime studentbestuurders tijdens hun bestuursjaar geen collegegeld hoeven te betalen.”

Maar wat staat er precies in die motie? De Kamer wil graag dat Plasterk in kaart brengt wat de belemmeringen zijn als studenten een bestuurs- of medezeggenschapsfunctie willen vervullen. Plasterk zou deze belemmeringen “naar vermogen” moeten oplossen. De Kamer “verzoekt de regering opnieuw in gesprek te gaan met de betrokken instellingen en organisaties teneinde een plan van aanpak op te stellen”.

Een andere motie van GroenLinks en D66 riep op tot een “ruimere regeling collegegeldvrij besturen” en die heeft het niet gehaald. Het parlement is dus helemaal geen voorstander van zo’n ruimere regeling. Ook minister Plasterk is er principieel op tegen om honderden studenten collegegeldvrij te laten besturen.

Wel heeft hij het aantal bestuursbeurzen voor landelijke studentbestuurders (zoals de dames en heren van de Landelijke Kamer van Verenigingen) verdubbeld. “Franjepolitiek”, smalen de studenten. Want het probleem speelt juist bij al die lokale bonden en besturen. Aan de ene instelling krijgen ze beurzen, maar aan de andere niet.

Desgevraagd erkent Henno van Horssen, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg, dat een landelijke regeling voor ‘collegegeldvrij besturen’ nog ver weg is. Maar hij is blij dat het gesprek erover niet is doodgebloed. Misschien kunnen studentbestuurders wel een minder harde knip tussen bachelor en master tegemoet zien, speculeert hij. Of wat vrijstellingen krijgen.

HOP

'Massale fraude met studiebeurs uitwonenden'

“Vaak is er een familieband”, zegt Spekman, die over de vermeende fraude ook kamervragen stelde. “Studenten wonen bij hun ouders en schrijven zich in bij een tante drie straten verder.”

Veertig duizend van de 250 duizend studenten met een uitwonendenbeurs, zouden die onterecht ontvangen. “Dat is een schatting”, erkent Spekman in een toelichting. “Het wordt nergens centraal bijgehouden”. Het PvdA-lid baseert zijn cijfers op gesprekken met sociaal rechercheurs. Studenten zouden vaak tegen de lamp lopen bij onderzoek naar bijstandsfraude.

“Ik weet niet of die cijfers kloppen”, zegt een woordvoerder van de IB-Groep. “We hebben inderdaad geen opsporingsbevoegdheid, maar we doen wel een zogenoemde uitwonendencontrole. In de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) kijken we of een student echt staat ingeschreven op een ander adres dan dat van zijn ouders.”

Een beurs voor uitwonenden levert een student jaarlijks een kleine 2000 euro meer op dan de tegemoetkoming voor studenten die bij hun ouders wonen. Als ieder jaar 40 duizend studenten onterecht zo’n hogere beurs ontvangen, zou dat de overheid bijna 80 miljoen euro kosten.

In haar laatste jaarverslag schat het ministerie van onderwijs dat verlies op 30 miljoen euro. De IB-Groep laten controleren of studenten daadwerkelijk op het opgegeven adres wonen, noemt OCW “maatschappelijk ongewenst en arbeidsintensief”. Wel is er vorig jaar een pilot gestart om te onderzoeken hoe fraude met de uitwonendenbeurs kan worden voorkomen. De resultaten daarvan zijn nog niet bekend.

“Niemand neemt verantwoordelijkheid op voor de controle, en dat is voor veel rechercheurs frustrerend”, zegt Spekman. “We moeten er bovenal voor zorgen dat de gevallen die via de bijstandscontrole aan het licht komen, niet in een zwart gat verdwijnen. Dat werkt preventief. Als een student op fraude wordt gepakt, dan doet zijn kleine broertje het straks misschien niet meer.”

HOP

Kabinet vindt hogere servicekosten terecht

Studenten zijn jaarlijks een paar honderd euro extra kwijt voor gas en elektriciteit, bleek ruim een maand geleden. Althans, als ze een woning van een studentenhuisvester huren. Want die moet voortaan hogere energiebelasting gaan doorrekenen.

Voorheen beschouwden de corporaties zichzelf als ‘eindgebruikers’ van elektriciteit, die als het ware achter hun voordeur de energie verdeelden over de studentenwoningen, zoals een gezin de elektriciteit verdeelt over badkamer, keuken en woonkamer. Maar de belastingdienst kijkt er anders tegenaan: net als energiebedrijven of winkelcentrumexploitanten ‘leveren’ de corporaties elektriciteit aan hun huurders. En over kleine beetjes energie betaal je relatief meer belasting.

Als de huisvesters de elektriciteitskosten van alle studentenwoningen bij elkaar op kunnen tellen, hoeven ze dus veel minder belasting af te dragen. Maar zo werkt het niet, zegt staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën. Hij wil voor studenten geen uitzondering maken.

De belasting heeft allereerst tot doel de schatkist te spekken. Daarnaast is het doel het energieverbruik van bedrijven en huishoudens te verminderen. “Dit geldt ook voor een huishouden dat uit studenten bestaat”, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Die had hem gevraagd om een reactie op de onrust.

HOP

Eerst voor de klas

Dat is in een notendop het plan achter ‘Eerst voor de klas’, een project van zeven grote bedrijven en het ministerie van OCW. De komende tijd willen ze hier twintig jonge academici voor selecteren. In die twee lesjaren halen zij hun eerstegraads lesbevoegdheid, maar krijgen ze ook een cursus ‘leiderschap’. Dan kunnen ze na afloop nog alle kanten op.

Het idee is overgewaaid uit Amerika, waar begin jaren negentig ‘Teach for America’ werd bedacht. In Groot-Brittannië bestaat alweer enkele jaren het vergelijkbare ‘Teach first’. De deelnemers hoeven niet te vrezen dat ze een mogelijke carrière in het bedrijfsleven mislopen als ze eerst lesgeven.

Daarom is de steun van zeven grote bedrijven belangrijk: Philips, DSM, Ahold, Akzo Nobel, KPN, ABN Amro en Shell. Zij willen meehelpen het imago van het leraarschap op te poetsen. Het zou onder academici normaler moeten worden om een paar jaar les te geven, vinden ze.

Eén dag per week en een deel van de vakanties besteden de studenten aan het ‘leiderschapsprogramma’ van het bedrijfsleven. De inhoud moet nog worden verzonnen, maar één ding weet staatssecretaris Marja van Bijsterveldt zeker: “Goed leraarschap is goed leiderschap en andersom.” Het moet elkaar dus versterken.

In Groot-Brittannië klonk kritiek, omdat Teach First elitair zou zijn en het leraarschap zou onderschatten. De afgestudeerden komen vaak van Oxford en Cambridge en het project zou te zwaar leunen op hun intellectuele vaardigheden. Ze krijgen een zesweekse cursus en moeten nog veel leren terwijl ze lesgeven. Deze onderschatting zou het imago van doorgewinterde leraren schaden: alsof hun ervaring weinig voorstelt en iedereen het kan. In Nederland is het nadrukkelijk de bedoeling dat de studenten hun lesbevoegdheid halen.

HOP

Vijf Rubiconbeurzen voor Utrechtse onderzoekstalenten

De Rubiconsubsidie geldt als een goede opstap naar een Veni-subsidie. Bepalend voor de toekenning is de kwaliteit van het onderzoeksvoorstel en de kwaliteit van het gastinstituut.

In totaal dienden 147 onderzoekers een aanvraag in. Van de 34 gehonoreerde voorstellen zijn er vijf afkomstig van buitenlandse wetenschappers die graag in Nederland onderzoek doen.

Nederlandse gastinstellingen krijgen maximaal 55.000 euro. Onderzoekers die naar het buitenland gaan, ontvangen een onkostenvergoeding afhankelijk van de gekozen bestemming.

Hieronder de vijf succesvolle Utrechtse aanvragen.

XB

Jan Brascamp -> Vanderbilt University, Psychology, (USA):
De hersenen reageren op afbeeldingen, ook als je ze zelf niet opmerkt. In dit project onderzoeken wetenschappers de neurale verwerking van geziene en ongeziene beelden. Daarmee verkrijgen ze inzicht in de neurale basis van bewuste waarneming.

Otto Cordero Sanchez -> Massachusetts Institute of Technology, (USA):
Hoewel ze onzichtbaar zijn, spelen gemeenschappen van microben een fundamentele rol in alle ecosystemen. Het is eigenlijk niet bekend hoe het genoom van deze organismes verandert als een gevolg van de interacties tussen de evolutionaire en ecologische dynamiek, en hoe zo een hoog niveau van specialisatie ontstaat. In dit onderzoek zal ik gebruik maken van het complete genoom van zeventig verschillende soorten bacteriën die in de oceanen voorkomen, met het doel de evolutie van deze genomen te reconstrueren. Op deze manier hoop ik te kunnen begrijpen hoe deze organismen zich hebben aangepast aan hun specifieke micro-omgeving in de oceaan.

Maarten Selfhout -> Örebro University, department of Behavioural, Social and Legal Sciences Youth and Society (Zweden):
Tijdens de adolescentie worden vriendschappen steeds belangrijker voor een gezonde emotionele ontwikkeling van jongeren. Maar hebben vriendschappen in de vrije tijd en vriendschappen op het internet dezelfde invloed op jongeren als vriendschappen binnen school? In dit project wordt voor het eerst de rol van vriendschappen van jongeren binnen deze verschillende contexten gelijktijdig onderzocht.

Rodriga Silveira -> Universitat Politècnica de Catalunya, (Spanje):
Digitale terreinmodellen hebben belangrijke toepassingen. Zo kunnen bijvoorbeeld potentiële overstromingen worden voorspeld door de manier waarop regenwater over het aardoppervlak stroomt te simuleren. Huidige modellen zijn echter vaak niet accuraat, en dit kan de uitkomsten van simulaties ernstig beïnvloeden. Dit onderzoek heeft als doel om modellen te produceren die het daadwerkelijke terrein beter representeren, om zo betrouwbaardere resultaten te verkrijgen.

Ingmar Swart -> Universität Regensburg, Fakultät für Physik, (Duitsland):
De chemische en fysische eigenschappen van een molecuul worden bepaald door het aantal elektronen en hoe deze ruimtelijk zijn verdeeld in het molecuul. In dit onderzoek wordt in beeld gebracht hoe de elektronen verdeeld zijn in een enkel molecuul.

Eerste bewoners betrekken City Campus Max

City Campus Max bestaat uit drie woontorens met 989 huur- en koopappartementen. Naast woningen komt er een sportschool en naar verwachtig een take-away, een café en een wasserette.

In eerste instantie is alleen het bovenste deel van de twee hoogste torens opgeleverd. De naastgelegen Praxis ziet brood in de nieuwe klandizie: alle bewoners krijgen 10 procent korting op de eerste aankopen.

XB

Geen extra weg door Amelisweerd

Dat bleek gisteren bij de presentatie door minister Eurlings van een pakket maatregelen dat nodig is om te voorkomen dat het verkeer in en rond Amersfoort en Utrecht de komende jaren nog verder vastloopt.

Rijkswaterstaat, provincie en gemeenten hebben meer tijd nodig om de grote verkeersproblemen in de regio Utrecht op te lossen. De situatie is te complex en ligt te gevoelig. Dat laatste geldt met name voor de plannen voor nieuwe wegen door groen (landgoed Rhijnauwen) en een woonwijk (Leidsche Rijn).

In eerste instantie zou gisteren voor het Utrechtse al een voorkeursvariant gepresenteerd worden. Dat is niet gelukt. Dat wordt nu 29 oktober.

Opties die in beeld zijn, zoals de nieuwe wegen door Rhijnauwen/Amelisweerd en door Leidsche Rijn, stuiten op veel weerstand. Minister Eurlings is hier zeker niet doof voor, zo liet hij weten. ,,Ook in Valkenburg heb ik de beelden gezien van mensen die uit protest in de bomen klommen.’’

(Bron: AD/UN)

Cursus Galicisch voor Erasmus-studenten

Intensive language courses heten de taalcursussen waarmee Eramus-studenten in hun gastland op beginnersniveau kunnen komen. In Nederland bestaan ze ook. Jaarlijks krijgen ongeveer 250 buitenlandse studenten zo’n stoomcursus Nederlands, zodat ze zich kunnen redden in de winkel of een wegwijzer kunnen begrijpen.

Maar tot nog toe konden uitwisselingsstudenten alleen in officiële EU-talen een cursus volgen. Daarvan waren de grootste talen (Engels, Spaans, Frans en Duits) uitgezonderd, omdat studenten die talen al beheersen of eenvoudig in hun thuisland kunnen leren.

Het is voor het eerst dat een streektaal wordt aangeboden. Een Erasmus-cursus Fries bestaat nog niet. “Maar die zou er best kunnen komen”, meent Willy van der Meer van het Friese taal- en cultuurproject Volangteers. Zij werkt samen met mensen uit Galicië.

Het idee is dat buitenlandse studenten niet alleen zouden moeten studeren, maar ook enige kennis zouden moeten nemen van de lokale taal en cultuur. Dertig vrijwilligers van Volangteers ontfermen zich dit najaar over evenzoveel buitenlandse studenten. Die laten ze kennis maken met de Friese taal- en cultuur.

HOP

Tweede studie hoeft niet peperduur te zijn

Voor studenten die parallel twee studies volgen blijft alles bij het oude. Onder de nieuwe wet wordt een tweede bachelor- of masteropleiding pas duurder zodra de eerste is afgerond. Dubbelstudenten mogen na het eerste afstuderen de rest van het collegejaar afmaken tegen het wettelijke collegegeld – volgend jaar 1620 euro. Het jaar daarop mogen hogescholen en universiteiten het zogenoemde ‘instellingscollegegeld’ vragen.

Als ze dat doen, en daar lijkt het wel op, lappen ze een akkoord met de studentenbonden aan hun laars. In 2007 beloofden ze de bonden dat dubbelstudenten hun tweede studie mochten afmaken tegen het gewone tarief, hoe lang ze daar ook over doen.

Twee jaar later staat dat akkoord op losse schroeven. Voor dubbele masterstudenten willen de universiteiten hun afspraken nog nakomen, voor tweede bachelors blijkt dat nu toch te duur. Een student die één bachelordiploma op zak heeft, zal voor het tweede het hogere collegegeld moeten betalen. Ook in het hbo is het instellingscollegegeld geen taboe. De hogescholen hebben nog geen gemeenschappelijk standpunt, maar hebben wel al bij het ministerie gepolst of ze onderlinge prijsafspraken mogen maken.

Over de hoogte van dat instellingscollegegeld doen intussen allerlei indianenverhalen de ronde. Volgens studentenbond ISO kan een tweede studie straks wel 30 duizend euro kosten. In theorie kan dat inderdaad. De instellingen mogen de hoogte van het instellingscollegegeld zelf bepalen – een wettelijke grens is er niet. Maar realistisch zijn zulke monsterbedragen niet. Aan de universiteiten zijn filosofie en kunstgeschiedenis populaire tweede studies, in het hbo trekken pastoraal werk en de kunstopleidingen veel dubbelstudenten. Een torenhoog collegegeld verdienen afgestudeerden niet snel terug.

Handige dubbelstudenten zullen het behalen van hun eerste diploma daarom uitstellen tot het tweede binnen hun bereik ligt. De rendementscijfers van instellingen gaan dan omlaag, terwijl ze het hogere collegegeld niet kunnen innen. Faculteiten kunnen op dat strategisch gedrag nog een rem plaatsen door de geldigheidsduur van studiepunten verder te beperken, van bijvoorbeeld zes naar vijf jaar. Dat vereist echter instemming van de faculteitsraad en raakt ook studenten die maar één studie doen.

De grote verliezers van de nieuwe wet zijn hoogopgeleiden die na een paar jaar werken weer willen gaan studeren. Zij moeten sowieso dokken, en gaan daardoor twijfelen over het volgen van een nieuwe, tweede studie. Voor hen wordt levenlang leren, een speerpunt van het kabinet, wellicht te duur.

HOP

Ondernemerschap papieren tijger

Het ministerie van OCW heeft in 2007 een ‘nulmeting’ laten doen. Toen zeiden elf van de vijftien ondervraagde hbo-opleidingen dat ‘ondernemerschap’ een duidelijke plek had in hun onderwijsvisie. Maar slechts zeven opleidingen durfden te stellen dat het ook daadwerkelijk was verankerd in het lesprogramma.

Uit een enquête onder studenten bleek destijds dat hbo-studenten meer belangstelling hebben voor het ondernemerschap dan universitaire studenten. Bijna dertig procent van de hbo’ers zou een eigen bedrijf willen starten, tegen twintig procent van de academici.

Toch beginnen maar weinig jongeren een eigen bedrijf. Dat is jammer, vindt de regering, die kleine ondernemers als bron van innovatie en economische groei ziet. Bovendien zouden ‘ondernemende’ werknemers ook in grotere bedrijven van pas komen.

Op allerlei manieren wil het kabinet het ondernemerschap aanjagen. Docenten mogen zich erin scholen, er komen meer ‘centers of entrepreneurship’ in het hoger onderwijs en er wordt onderzoek verricht naar het effect van ondernemerschap in het onderwijs.

HOP