Nieuws

Nieuwelingen maken weinig kans op Europese subsidies

Dat is een van de conclusies uit een evaluatie van het vorige Europese kaderprogramma KP6, waarmee van 2002 tot 2006 het Europese onderzoeksgeld werd verdeeld. De bureaucratische rompslomp is zo groot, schrijven de commissieleden, dat nieuwelingen er maar moeilijk hun weg in vinden. Ook bedrijven hebben op deze manier meestal geen zin om mee te doen.

Er zijn bovendien te weinig subsidies beschikbaar; indieners maken welbeschouwd niet zoveel kans. Daardoor werkt het kaderprogramma volgens de commissie ontmoedigend. Er is veel goeds gedaan en mooi onderzoek gesubsidieerd, maar het kan allemaal veel beter.

Vereenvoudiging van de procedures is niet alleen een kwestie van gemak, aldus het rapport. Wil het Europese onderzoeksprogramma werkelijk iets bijdragen aan het niveau van het Europese onderzoek, dan moet de Unie drastische maatregelen nemen. Geen geknutsel meer, maar een radicale herziening is vereist.

De geldverdelers moeten bijvoorbeeld sneller knopen doorhakken. Er gaan momenteel twaalf tot vijftien maanden overheen voordat gesubsidieerde wetenschappers daadwerkelijk hun handtekening onder een contract met de Europese Unie kunnen zetten. En dan mogen ze nog in hun handen knijpen, want in een kwart van de gevallen duurt het langer. “Onder wetenschapsfinanciers is de reactiesnelheid nog net geen internationaal dieptepunt, maar het zit er zeker niet ver vandaan”, merken de commissieleden op. Een halvering van de termijn is vereist, vinden ze.

Verder moet de slagkracht van het programma versterkt worden. Het budget is weliswaar al flink gestegen van 19 miljard euro voor KP6 naar vijftig miljard voor KP7, maar er zou nog eens “twee of drie keer” zoveel geld naartoe moeten, wil Europa op wereldschaal werkelijk iets gaan voorstellen. Dan kan er ook meer ‘kansrijk, maar riskant’ onderzoek worden gesubsidieerd.

Ook moet er extra aandacht naar vrouwen in de wetenschap: bij gelijke geschiktheid liever een vrouw. Zorg in ieder geval dat de statistieken op orde zijn, zodat de Europese Commissie eventueel kan bijsturen als er onvoldoende vooruitgang merkbaar is.

HOP

Plasterk moet vroege inschrijving verplichten, vindt Inholland

Inholland experimenteert sinds vorig jaar met intakegesprekken voor aankomende studenten. Komend studiejaar moeten alle studiekiezers voor zo’n gesprek in aanmerking komen. De hogeschool hoopt zo te voorkomen dat scholieren op basis van onjuiste informatie een verkeerde studiekeuze maken. Bovendien kunnen ze dan in de zomer worden bijgespijkerd, zodat ze in september beter voorbereid aan de start verschijnen.

Ook voor hogescholen en universiteiten zijn late inschrijvingen niet handig. Maar door de onderlinge concurrentiestrijd wil geen enkele instelling er als eerste mee beginnen. En dus moet minister Plasterk met een oplossing komen, vindt Dales.

“Honderden studenten melden zich pas na 15 juni bij ons aan”, zegt een woordvoerder van Inholland. Bij de meeste instellingen kunnen ze zelfs nog tot 1 oktober terecht. Welk percentage daarvan uitvalt, en of dat hoger ligt dan onder vroege kiezers, kan hij niet zeggen. “Waar het ons om gaat is dat studenten zich eerder inschrijven, zodat we ze beter kunnen voorbereiden.”

Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad, onderkent in de Volkskrant de bezwaren tegen het late inschrijven, maar wil niet weten van een harde deadline: “We moeten juist meer luisteren naar wat de studenten van ons willen, dus we zullen juist flexibeler moeten worden.”

HOP

140.000 zwemmers gedupeerd

Jaarlijks trekt het bad in Utrecht-Oost, nabij De Uithof en University College, zo’n 140.000 bezoekers. Waar die mensen straks heen moeten, is nog niet bekend.

Gemeentelijk medewerker sportaccommodaties Linda van Herk: “We bekijken de mogelijkheden bij baden in de omgeving. Overdag lukt het nog wel om de baantjeszwemmers elders onder te brengen, maar ’s avonds wordt lastig.”

AD/UN

Duurzaam succes voor UU

Met de top-100 willen Trouw en de in zijn voortbestaan bedreigde omroep Llink een saluut brengen aan Nederlanders die zich actief inzetten voor een duurzame manier van leven. Een panel van deskundigen beoordeelde ruim driehonderd kandidaten op zeven eigenschappen, waarbij daadkracht het meeste gewicht in de schaal legde. Ook charisma en innovativiteit scoorden bij het panel hoog.

Winnaar werd oud-minister Pieter Winsemius. Hij wordt op de voet gevolgd door de alom tegenwoordige oud Rabobankier Herman Wijffels. Op nummer drie staat de Utrechtse alumnus Ad van Wijk, die in 1990 bij Wim Turkenburg promoveerde op een proefschrift over windenergie. Eerder richtte Van Wijk samen met Kornelis Blok het milieuadviesbureau Ecofys op, inmiddels onderdeel van het bedrijf Econcern dat onder leiding van Van Wijk wind- en zonneparken en biogascentrales ontwikkelt.

Blok en Turkenburg staan zelf ook op de lijst, Blok als 25e, Turkenburg op een 76e plaats. Beide hoogleraren Natuurwetenschap en Samenleving zijn verbonden aan het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en Innovatie van de Universiteit Utrecht. Turkenburg is tevens directeur van dat instituut. Ook nummer elf Klaas van Egmond is nauw betrokken bij het Utrechtse onderwijs en onderzoek op het gebied van duurzame ontwikkeling. Hij is faculteitshoogleraar in de faculteit Geowetenschappen.

EH



Arts-assistenten in stress

Dit schrijft minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief, die vorige week donderdag samen met het bijbehorende verslag van de Arbeidsinspectie werd aangeboden aan de Tweede Kamer. De Arbeidsinspectie constateerde 98 overtredingen bij 26 van de 31 gecontroleerde ziekenhuizen. De overtredingen betroffen voornamelijk de lange werkdagen, tot zelfs 21 uur non-stop, het gebrek aan rust en het draaien van te veel wachtdiensten achter elkaar.

De geconstateerde overtredingen komen niet als een verrassing. In 2006 trok de vereniging van arts-assistenten, LVAG, al hard aan de bel. Kort daarop maakte tv-programma Zembla melding van medische fouten door lange werkdagen van de arts-assistenten. Ook bij eerdere inspecties, onder meer in 2004, werden dezelfde problemen geconstateerd.

De meeste gecontroleerde ziekenhuizen zijn geselecteerd omdat zij bij die eerdere inspecties slecht scoorden. De Arbeidsinspectie ziet geen verbetering. Sterker nog, de situatie is ‘qua naleving zelfs verslechterd’. In het inspectieverslag wordt gesproken van een ‘verontrustende situatie’.

Een belangrijke belemmering voor het naleven van de regels is de heersende cultuur van ‘lange werkdagen horen erbij’. Het gebrek aan voldoende rust en de lange werkweken leiden tot stress en gezondheidsklachten bij de arts-assistenten. Volgens de Arbeidsinspectie erkent de sector het probleem en worden er maatregelen genomen. In 2010 worden de werkomstandigheden opnieuw gecontroleerd.

De vereniging van arts-assistenten LVAG vindt dat er een belangrijk signaal uitgaat van het verslag. Voorzitter Bram Jacobs: “Ik hoop dat de ziekenhuizen op de vingers worden getikt.” In ieder geval wordt per 1 augustus 2009 de wettelijk toegestane werkweek voor arts-assistenten teruggebracht van 56 naar 48 uur. Eventueel wordt een overgangsperiode van twee jaar in acht genomen waarin een werkweek van 52 uur toegestaan is. De ziekenhuizen pleiten daarvoor. De LVAG is tegen. Minister Donner heeft de betrokken partijen opgeroepen om voor 1 augustus 2009 met een gezamenlijk plan van aanpak te komen.

HOP

Tivoli heroverweegt samenwerking Muziekpaleis

“Het rapport van de adviescommissie over de situatie bij Vredenburg is vernietigend”, zegt Barry de Vos, voorzitter van het Tivoli-bestuur. “Wanneer wij destijds over deze kennis hadden beschikt, dan weet ik niet of wij de samenwerkingsovereenkomst met gemeente en SJU wel hadden ondertekend. Wij willen natuurlijk niet meegesleurd worden in een financieel en organisatorisch debacle.”

Tivoli zegt de overeenkomst niet op, maar onderzoekt wel alternatieven voor het opgaan van de drie partners van het Muziekpaleis in één rechtspersoon. De minst vergaande optie is het inbouwen van meer zekerheden in de bestaande overeenkomst. Ook zou Tivoli losse huurder kunnen worden van de popzaal in het Muziekpaleis en tegelijkertijd met Muziekcentrum en SJU een fusie onderzoeken. De meest vergaande optie is dat Tivoli huurder wordt en de samenwerking beperkt blijft tot geregeld overleg over afstemming van de dagelijkse gang van zaken in het Muziekpaleis.

Volgens wethouder Van Eijk is de Stichting Muziekpaleis nu aan zet. “Maar het lijkt me stug dat Tivoli nu onder onze overeenkomst uit kan. Ik wil er in elk geval niet aan tornen.” Voorzitter Hans Andersson van het Stichtingsbestuur Muziekpaleis verwacht niet dat het gebakkelei tussen Tivoli en gemeente het Muziekpaleis in gevaar brengt.

SJU Jazz Podium wil als kleinste partner vooral constructief blijven meedenken over het Muziekpaleis. “We hebben een gemeenschappelijk belang en dat is een sterk Muziekpaleis.”

AD/UN

NWO-subsidies voor database-projecten

Aan Louis Grijp (Musicologie), Dieuwke van der Poel en Els Stronks (beiden Nederlands) kent NWO een subsidie van 775.000 euro toe voor het project Dutch Songs Online. Truus van Bueren (Kunstgeschiedenis/Mediëvistiek) en Rolf de Weijert (Mediëvistiek) ontvangen een subsidie van bijna 550.000 euro voor het project Medieval Memoria Online.

In Dutch Songs Online wordt een database ontwikkeld met 100.000 Nederlandstalige liederen uit de periode tot 1900. De database wordt volledig doorzoekbaar via internet en geeft daarmee laagdrempelig toegang tot een belangrijk deel van het Nederlandse erfgoed.

Aanhakend bij die nieuwe zoekmogelijkheden gaat een interdisciplinaire werkgroep onderzoek doen naar de rol van het lied in de constructie en transformatie van groepsidentiteiten in de Nederlandse en Vlaamse maatschappij van de Middeleeuwen tot 1900.
 

De projectgroep Medieval Memoria Online (MeMO) gaat een online infrastructuur ontwikkelen die nieuwe manieren van onderzoek naar de middeleeuwse dodengedachtenis mogelijk maakt. Er komt een inventarisatie van onder meer graflijsten, kronieken en beschrijvingen van het leven en de dood van kloosterlingen, schilderingen en beeldhouwwerken van de te gedenken personen en grafzerken en grafmonumenten.

MeMO richt zich op bronnen uit de twaalfde tot en met de zestiende eeuw, afkomstig uit het gebied dat overeenkomt met het huidige Nederland. De MeMO-infrastructuur is bedoeld voor analyse van grote hoeveelheden data.

(Bron: Persvoorlichting Geesteswetenschappen)

Junior College maakt profielwerkstukken in watersector

In het JCU volgen eindexamenschoilieren hun exacte vakken aan de universiteit en krijgen ze les van niet alleen hun eigen vwo-docenten, maar ook van universitaire medewerkers. Op die manier draagt JCU bij aan een betere doorstroming van vwo naar wo, en stimuleert het scholieren met een uitengewoon interesse in beta vakken.

In het porfielwerkstuk-project zullen scholieren van de JCU-partnerscholen samenwerken met een bedrijf of instelling uit de watersector. De verwachting is dat die inbedding in het ‘echte werk’ de leerlingen extra motiveert.

De begeleiders van het project — vanuit de UU Willem Hendrik van Ledden en Linda Rockx — zijn nu bezig met het inventariseren van mogelijke onderwerpen en waterbedrijven en instellingen. Die komen in een database, zodat voor zowel docent als leerling op een snelle manier een onderwerp gekozen kan worden dat aansluit bij de interesse van de leerling en de planning op school.

Het Platform Bèta Techniek, dat de subsidie heeft verstekt, heeft zich ten doel gesteld om structureel 15% meer leerlingen en studenten te interesseren in bètatechnisch onderwijs. De subsidie voor JCU maakt deel uit van de 2.5 miljoen euro uit het zogeheten ‘Sprint-programma’ die de UU eerder al van het platform toegezegd heeft gekregen.

Een deel van dit geld is ook nog gebruikt bijvoorbeeld voor de organisatie van Summerschools voor potentiële masterstudenten en de versterking en uitbreiding van de Utrecht School of Applied Sciences.


AH

Plasterk waarschuwt voor hoge studieschuld

“Ik vind het belangrijk dat een student ‘bewust leent’: dat je weet onder welke voorwaarden je leent en dat je in beeld hebt wat dit betekent op het moment dat je gaat terugbetalen.” Dat schrijft de minister in een brief die gisteren door de IB Groep aan alle studenten werd gestuurd. Plasterk wil voorkomen dat studenten, zonder het in de gaten te hebben, een te grote studieschuld opbouwen. De brief werd vorige maand geschreven, meldt dagblad NRC, dat het schrijven van de minister gisteren publiceerde.

In het verleden heeft het ministerie van Onderwijs studenten juist gestimuleerd meer te lenen. Studenten met een lening zouden zich beter concentreren op hun opleiding en minder tijd besteden aan bijbaantjes die niets met hun studie te maken hebben.

HOP

KNAW haalt de broekriem aan

Het gaat om fondsen die afhankelijk zijn van opbrengsten uit belegd vermogen. Door de crisis staan die rendementen op dit moment onder druk. Volgens de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen blijft de schade beperkt. Toch werd besloten tot een bestedingsstop. “De fondsen van de Akademie die afhankelijk zijn van de opbrengsten uit vermogen, besteden in totaal ongeveer 700 duizend euro per jaar”, zegt een woordvoerster. “Dat is ook het bedrag dat bezuinigd moet worden.”

Om welke fondsen het gaat is te lezen op de website van de KNAW (www.knaw.nl/cfdata/subsidies/subsidie.cfm). Omdat er al enkele toezeggingen werden gedaan, zal de KNAW dit jaar toch nog zo’n 100 duizend euro uitgeven aan prijzen en subsidies.

HOP