Nieuws

Plasterk wil onafhankelijke instellingsbladen

De Socialistische Partij stelde de minister schriftelijke vragen toen de redactie van het Wageningse universiteitsblad Resource in een openbare aanbesteding aan de kant werd geschoven ten faveure van een uitgeverij die bedrijfsbladen maakt. Wat vindt de minister ervan dat universiteitsbladen steeds vaker onder druk staan om de spreekbuis van het college van bestuur te worden?

Plasterk kan en wil er niets aan doen. “Het communicatiebeleid en de uitgave van periodieken behoren tot de bevoegdheid van universiteiten en hogescholen zelf”, zegt hij. Het ministerie houdt ook niet bij welke bladen precies onder de Europese aanbestedingsregels vallen en welke niet.

Maar de minister wil de bladen wel steunen met een oproep aan de colleges van bestuur: “Ik hecht groot belang aan de dialoog over maatschappij en wetenschap, waarbij uiteenlopende visies aan bod moeten kunnen komen. Daaraan kan een universiteitsblad een belangrijke bijdrage leveren, en in die zin is deze beantwoording te beschouwen als een oproep.”

HOP, Bas Belleman

Yes en Donald Duck populair onder studenten

Dat blijkt uit een onderzoek van Marketingbureau Studentservices onder 1775 studenten. Donald Duck wordt door bijna vijftien procent van de mannen genoemd, Yes heeft de voorkeur van bijna dertien procent van de vrouwen.

Het meest gelezen dagblad is Metro: 42 procent leest de gratis krant regelmatig, Spits wordt door 31 procent gelezen, De Pers door 12,6 procent. Kranten waarvoor moet worden betaald zijn aanzienlijk minder populair dan de gratis tabloids. Twaalf procent leeft het AD, gevolgd door De Volkskrant (9,8 procent) en NRC Next (9,3 procent) en Telegraaf (acht procent).

Het internet is voor studenten onmisbaar: 97 procent is aangesloten op het web. Mannen surfen gemiddeld zes uur per dag, vrouwen vijf.

Studentservices vroeg ook naar leengedrag: grofweg tweederde van de ondervraagden gaf aan zonder lening te kunnen, bijna zeventig procent zegt nooit rood te staan bij de bank. Rond de negentig procent van de studenten heeft bovendien een spaarrekening. Het onderzoek is volgens Studentservices representatief, al deden er relatief veel hbo’ers mee.

HOP

Ige Dekker gaat departement Rechtsgeleerdheid leiden

Prof.mr. Ige Dekker (57) studeerde rechten aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit en internationaal recht en polemologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bij die laatste universiteit trad hij in 1974 in dienst als docent/onderzoeker. Na aanstellingen aan de Amsterdamse Vrije Universiteit en de Universiteit Twente trad hij in 1994 in dienst van de UU als universitair hoofddocent. Dit voorjaar volgde zijn benoeming tot hoogleraar.

Dekker maakte als onderwijsdirecteur al enige tijd deel uit van het departementsbestuur van Rechtsgeleerdheid. Als departementshoofd wordt hij ingevolge de binnen de faculteit Rebo (Rechtsgeleerdheid, Economie, Bestuur en Organisatie) gekozen bestuursstructuur automatisch ook vice-decaan van die faculteit. Al eerder werd bekend dat hoogleraar staats- en bestuursrecht Henk Kummeling (46) per 1 september aantreedt als de nieuwe decaan van Rebo.

EH

Kosten de Duitsers ons geld?

Het Financieële Dagblad nam de geschatte kosten per student, vermenigvuldigde die met het aantal Duitsers in Nederland en kwam uit op een bedrag van ongeveer 100 miljoen euro. Dat zou niet in verhouding staan tot het aantal Nederlanders dat in Duitsland studeert. De Duitsers kosten dus veel geld. Snijdt die redenering hout?

Allereerst valt Duitsland zeker geen profiteur te noemen. Van alle studenten in Duitsland komt 11,5 procent uit het buitenland, terwijl maar 3,1 procent van de Duitse studenten naar het buitenland gaat. Voor Nederland ligt die verhouding minder scheef: 5,6 procent van de studenten in Nederland komt uit het buitenland, terwijl 2,3 procent over de grens gaat studeren.

Je zou ook naar Groot-Brittannië kunnen kijken. Er steken meer Nederlanders dan Britten de Noordzee over. Het gaat dus niet alleen om Duitsers, maar om alle internationale studenten. Dan blijkt overigens dat er inderdaad bijna drie keer zoveel buitenlandse studenten hier een diploma willen halen dan Nederlandse studenten in het buitenland.

Maar dat wil nog steeds weinig zeggen, stelt directeur internationalisering Hanneke Teekens van de Nuffic: “Het Financieële Dagblad heeft niet meegeteld hoeveel geld de internationale studenten de samenleving opleveren aan levensonderhoud, huur en boeken. Bovendien blijven ze hier ook wel eens wonen en werken, waardoor ze een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie.”

Buitenlandse studenten hebben ook voordelen die niet op de achterkant van een sigarendoosje te berekenen zijn. “Het zijn over het algemeen goede studenten”, typeert Teekens. “Universiteiten en hogescholen zien hen graag komen. Ze leveren een waardevolle bijdrage aan het Nederlandse hoger onderwijs. De opbrengst daarvan kun je niet precies berekenen.”

De berichtgeving in het FD is volgens Teekens ‘tendentieus’. “Er is juist sprake van een successtory van de Europese open grenzen. Het is nogal een smalle en nationalistische blik om de kosten voor Nederland op zo’n manier op te tellen”, vindt ze. “Het is goed dat de internationalisering zo op gang komt. Misschien moeten er alleen meer Nederlanders de sprong naar het buitenland wagen.”

Het ministerie van OCW bevestigt dat het bedrag van het FD niet uit de lucht is gegrepen, maar wil verder niet reageren. Plasterk komt in het najaar met een internationaliseringsnota.

Nederland is altijd een voorstander geweest van ‘meeneembare studiefinanciering’ in de Europese Unie. Die maatregel zou hier waarschijnlijk resulteren in extra Europese studenten, gezien het aanbod van Engelstalige onderwijs en de relatief lage collegegeldtarieven aan de universiteiten en hogescholen. Omdat de meeneembare studiebeurs klaarblijkelijk niet met alle EU-landen tegelijk viel te regelen, heeft Nederland zelf maar alvast de knoop doorgehakt.

HOP

Akkoord over buitenlandse studenten op De Warande

Met dat compromis lijkt een einde te komen aan een langlopend conflict tussen de studentenhuisvester en de Warandebewoners. Tijdens twee drukbezochte informatieavonden dit voorjaar maakten de bewoners van De Warande duidelijk dat de sociale samenhang binnen het complex gevaar zou lopen als de SSH het plan zou doorzetten om een kwart van de eenheden toe te kennen aan buitenlandse studenten. Deze zijn immers minder geneigd mee te werken aan initiatieven als de Warandebus en de eigen kroeg

Bovendien zou het leefklimaat in de huizen verslechteren als de SSH verplicht tijdelijke bewoners zouden plaatsen. Tot nu toe bleef het aantal buitenlandse studenten per huis beperkt tot een of twee. Dat was volgens de bewoners het maximum.

In het nieuwe akkoord is sprake van concentratie van de tweehonderd buitenlandse studenten in aparte huizen. Om die huizen vrij te maken, krijgen bewoners van De Warande voorrang bij de toewijzing van kamers in het nieuw op te leveren Casa Confetti. Ook mogen ze doorverhuizen naar Warandehuizen waar geen buitenlandse studenten in komen te wonen. Verhuizers krijgen een vergoeding van 450 euro.

Daarnaast zullen er afspraken worden gemaakt om de woonomgeving op De Warande verder te verbeteren. Jonne Vink, voorzitter van de bewonersvereniging, zegt in het persbericht: "De Warande is een ideaal complex voor wie dichtbij de Uithof wil wonen, maar tegelijkertijd ook in een mooie, rustige en bosrijke omgeving. We organiseren veel activiteiten en er is veel sociale interactie binnen en tussen huizen. De meeste bewoners wonen hier met ontzettend veel plezier."

XB

Lees eerder artikelen van het Ublad:

De pijngrens van de Warande: http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/4/wa/Ublad/archief?id=1032541

Onrust in Zeist:
http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/4/wa/Ublad/archief?id=1032423

Scholieren snuffelen bij Open Universiteit

De leerlingen maken op die manier kennis met het hoger onderwijs en verdiepen zich in bepaalde wetenschapsgebieden. De school kan beter en zinvol invulling geven aan de wettelijke vereiste aantal uren studiebelasting (1040).

Vanaf oktober kunnen de leerlingen bij tussenuren en lesuitval kiezen uit het pakket gratis zelfstudiecursussen van de Open Universiteit. Deze multimediale cursussen zijn voor iedereen toegankelijk via het internet. Op het Cals kunnen de leerlingen ze onder begeleiding van docenten doen. Zo maken ze kennis met verschillende vakgebieden in het hoger onderwijs. Dat maakt het makkelijker een vervolgstudie te kiezen.

In eerste instantie komen vijftig leerlingen uit 5 havo en 5/6 vwo in aanmerking voor het programma. Op termijn wil het Cals College de modules aan de Open Universiteit Nederland verwerken in het lesprogramma voor alle leerlingen.

Een groep docenten van het Cals College wordt door de Open Universiteit Nederland opgeleid om de leerlingen te begeleiden. Wanneer de leerlingen de studiestof onder de knie hebben, biedt het Cals College de mogelijkheid een tentamen af te leggen waarvoor ze een certificaat krijgen van de Open Universiteit.

Volgens woordvoerster Miranda de Kort van de Open Universiteit Nederland hebben meer scholen belangstelling voor de korte zelfstudiecursussen. Verspreid over het land attendeert een aantal scholen slimme leerlingen al langer op de mogelijkheid bij de Open Unversiteit de meer uitgebreide reguliere modules Academic Experience te volgen, maar dan in eigen tijd. Ruim tachtig leerlingen van negen scholen doen dit.

AD/UN

Zelfstudie neemt niet toe door meer contacturen

De discussie is vaak gevoerd: heeft het zin om het aantal contacturen te vergroten of blijven studenten uiteindelijk even hard studeren als altijd? Met andere woorden: neemt de totale studietijd toe als er extra werkgroepen en hoorcolleges worden ingeroosterd, of gaan de contacturen alleen maar ten koste van de zelfstudie-uren?

Uit de resultaten van de afgelopen Nationale Studenten Enquête blijkt een stevige samenhang tussen het aantal contacturen en de totale studietijd: één contactuur extra betekent ook één uur erbij voor de totale studietijd. Er is daarentegen geen enkel verband tussen de contacturen en de uren voor zelfstudie: die bijten elkaar niet.

Zowel voor het hbo als voor het wetenschappelijk onderwijs geldt dus in het algemeen dat verhoging van het aantal contacturen een opleiding inderdaad intensiever maakt. Maar studenten gaan geen noemenswaardige moeite doen voor de contacturen die erbij komen.

HOP

VSNU-voorzitter streeft naar Europese hoofdrol

Noorda’s tegenstrever is de Zwitserse jurist Jean-Marc Rapp, de huidige vice-president van de EUA. Rapp was zeven jaar lang rector van de gerenommeerde Universiteit van Lausanne en leidde gedurende vijf jaar de Zwitserse universiteitenvereniging.

De papieren van de theoloog Noorda zijn vergelijkbaar met die van zijn tegenstander. Acht jaar lang was hij de voorzitter van de eveneens goed aangeschreven Universiteit van Amsterdam en sinds december 2006 staat hij aan het hoofd van universiteitenvereniging VSNU. Noorda is bovendien lid van de ‘council’ van de EUA.

“Noorda heeft internationaal een voortreffelijke indruk gemaakt”, vindt Frans van Vught, bestuurslid van de EUA en voormalig rector van de Universiteit Twente. “Maar Rapp is ook een sterke kandidaat. Daarom zal het afhangen van het politieke stemgedrag. De mediterrane landen hebben het gevoel dat ze de laatste jaren te weinig invloed hebben gehad en zullen waarschijnlijk voor de zuidelijker kandidaat kiezen: Rapp. De Noordelijke landen nijgen vermoedelijk meer naar Noorda. Ook de opkomst kan de doorslag geven, want alleen de aanwezige leden mogen hun stem uitbrengen.”

Mocht Noorda zijn tegenstander verslaan, dan staat hij vier jaar lang aan het roer van de EUA. Daarvoor hoeft hij overigens niet naar Brussel te verhuizen. Het presidentschap van de EUA is bij lange na geen voltijdbaan en Noorda hoeft geen afscheid te nemen van de Nederlandse universiteitenvereniging VSNU. De verkiezing vindt plaats in Rotterdam.

HOP

Baby's op waterlelie in Oude Hortus

De moeder van Rosalie, Fabiënne Boor, heeft er speciaal een rokje van tule voor gekocht. De vader houdt namelijk erg van waterlelies, dus wilde moeder Fabiënne dat haar dochter helemaal in het wit op het blad zou liggen.

Deze weken komt de waterlie een paar keer tot bloei. Daarom organiseerde het museum afgelopen zondagmiddag een fotosessie. De megabladeren kunnen zo’n veertig kilo dragen. Maar uit praktische overwegingen kunnen alleen kinderen die nog geen jaar zijn op de foto.

De tuinman van het museum heeft lieslaarzen aan en staat naast het blad in het water. Liefdevol legt hij de kindertjes om de beurt op het blad, zodat een professionele fotografe plaatjes kan maken. De foto is later tegen betaling van een tientje op te halen.

Fabiënne Boor weet wat ze met de foto gaat doen, als die mooi geworden is tenminste. Ze gaat hem gebruiken voor een lampenkapje.

De bloemen van de waterlelie bloeien om de beurt alleen ’s nachts. Wie dat wil zien, moet tot 20 juli elke dag vanaf 18 uur op de site www.museum.uu.nl kijken.

AD/UN

Nederlandse student niet erg mobiel

Dat blijkt uit een rapport van internationaliseringsorganisatie Nuffic. In 2004/05 zochten ruim 41 duizend studenten hun heil over de grens: 28 duizend deden dat voor een kortlopend programma, dertienduizend volgden een volledige opleiding in het buitenland.

Toch zijn deze officiële cijfers slechts een indicatie: een student die een paar maanden stage loopt in de Verenigde Staten terwijl hij gewoon is ingeschreven aan een Nederlandse universiteit, komt niet in de statistiek terug. Nuffic-directeur Sander van den Eijnden: “Daar kun je zwaar aan tillen, maar je kunt het ook accepteren. In de afstudeermonitor wordt wel gevraagd naar relevante buitenlandervaring, dus krijgen we achteraf een redelijk beeld.”

Nederlandse studenten die voor een opleiding over de grens kiezen, gaan doorgaans voor een universiteit in het Verenigd Koninkrijk of verkassen naar België. Verder zijn Duitsland en de Verenigde Staten populaire bestemmingen.

Politiek Den Haag ziet het aantal studenten dat een tijdje naar het buitenland vertrekt graag toenemen, en besloot vorig jaar de studiefinanciering meeneembaar te maken. Volgens de eerste gegevens leverde dat nog geen enorme migratie op, al zag de Nuffic het aantal bestemmingslanden stijgen van vijftien naar 54.

Bijna zeven procent van de studenten aan Nederlandse universiteiten en hogescholen komt uit het buitenland. Veertig procent van deze groep is afkomstig uit Duitsland.

HOP