Dat blijkt uit onderzoek van het Expertisecentrum Handicap en Studie en het Leidse onderzoeksbureau Choice, waaraan in 2007 meer dan 23 duizend studenten meededen. Van hen zeggen er tweeduizend te kampen met een handicap.
Net als vier jaar geleden krijgen de voorzieningen in het hoger onderwijs niet meer dan een mager zesje. Opmerkelijk, want het ministerie van OCW reserveert sinds 2006 jaarlijks tussen de 2,5 en de 3,5 miljoen euro op de begroting voor investeringen die het leven van gehandicapte studenten moeten vereenvoudigen.
Lees- of rekenstoornis is de meest voorkomende functiebeperking. Van de tweeduizend studenten met een handicap geeft 41 procent aan last te hebben van dyslexie of dyscalculie. Veertien procent heeft psychische problemen, terwijl twaalf procent kampt met een chronische ziekte. Een kleinere groep is slechtziend tot blind (zeven procent) of heeft een bewegingsbeperking (zes procent).
Uitgesplitst per instelling zijn de verschillen in waardering voor de voorzieningen groot. Bij de universiteiten scoren Twente en Wageningen het hoogst met een waardering van respectievelijk 7,01 en 6,93. In Enschede hebben de studenten vooral veel waardering voor de beschikbare hulpmiddelen (waardering: 7,39), terwijl gehandicapte studenten in Wageningen vol lof zijn over de aanpassingen in het onderwijs (7,36).
De Universiteit Utrecht staat met een gemiddelde waardering van 6,44 op nummer zes in de lijst van dertien universiteiten. Die relatief lage positie is onder meer te wijten aan de slechte score ten aanzien van de voorlichting aan gehandicapten (5,86). De Hogeschool van de Kunsten doet het met 6,41 ongeveer goed als de UU, de Hogeschool Utrecht volgt met het rapportcijfer 6,32.
Als beste instellingen komen de Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten (7,11) en de Christelijke Hogeschool Ede (7,09) uit de bus. De hotelschool Amsterdam / Den Haag (5,04) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (5,17) sluiten de rij.
EH / HOP