Dat zijn enkele van de ambities uit de Hoofdlijnen van het Strategisch Plan 2009-2013 van de Universiteit Utrecht, die het college van bestuur deze week heeft gepubliceerd. In zijn notitie zet het college de lijnen uit voor ontwikkelingen die naar zijn mening de komende vier jaar in Utrecht moeten plaatsvinden. Centraal in het plan staat het versterken, zowel nationaal als internationaal, van de reputatie van de UU als topuniversiteit.
Hoewel vrijwel alle beleidsterreinen in het document de revue passeren, wordt extra nadruk gelegd op het belang van meer ambitie in het onderwijs. Volgens het college moet de UU de komende vier jaar streven naar een studiecultuur waarin studenten en docenten ‘academic communities’ vormen. Selectie, maar ook het zo vroeg mogelijk in contact komen met wetenschappelijk onderzoek horen bij deze studiecultuur.
Zowel bij het personeel als bij studenten mikt de UU de komende vier jaar nadrukkelijk op het scouten en belonen van talent. Voor veelbelovende wetenschappers ligt de kans op een versnelde carrière richting hoogleraarschap in het verschiet. Om meer buitenlandse masterstudenten en promovendi van topniveau naar Utrecht te halen, zal het beschikbare beurzenbedrag worden verdubbeld. Bijdragen van sponsors en alumni zijn daarbij overigens onmisbaar, constateert het college.
Hoewel niet rechtstreeks onderdeel van de notitie werpen de dreigende financiële problemen van de UU er wel hun schaduw in vooruit. Dat blijkt met name uit de passage, waarin de universitaire gemeenschap duidelijk wordt gemaakt dat alleen onderzoekers die erin slagen voldoende extern geld binnen te halen in de toekomst nog kunnen rekenen op financiële steun van de universiteit. De nu gepubliceerde notitie wordt komend najaar uitgewerkt in een aantal meer concrete doelstellingen, die op hun beurt weer de basis gaan vormen voor de facultaire meerjarenplannen.
EH
De meest opmerkelijke voornemens uit het Strategisch Plan
*Binnen de huidige focusgebieden worden specifieke thema’s gekozen, Naar die thema’s gaat extra geld.
*Bij de verdeling van universitair onderzoeksgeld (eerste geldstroom) gaat het binnenhalen van extern geld (tweede en derde geldstroom) een grote rol spelen.
*Na zich te hebben bewezen kunnen talentvolle wetenschappers versneld carrière maken.
*Meer onderzoekers uit bedrijven en maatschappelijke organisaties worden als deeltijdhoogleraar aangesteld.
*Het aantal buitenlandse onderzoekers en docenten groeit substantieel.
*Prominente Utrechtse wetenschappers nemen het voortouw in het maatschappelijk debat.
*De universiteit krijgt een ambitieus studieklimaat. Te lichte opleidingen worden verzwaard.
*Alle opleidingen krijgen excellentietrajecten voor zeven tot tien procent van de studenten.
*Afhankelijk van de eisen van de arbeidsmarkt worden masters van één, anderhalf, twee en drie jaar aangeboden.
*Er komt een ‘teacher development’ programma en er komen aansprekende, niet financiële, beloningen voor excellente docenten.
*Het masteraanbod wordt beter afgestemd op de vraag van getalenteerde buitenlandse studenten.
*Tweetaligheid wordt in Utrecht de norm.
Zie voor de volledige notitie: https://www.surfgroepen.nl/sites/Documail/default.aspx
(stuk 08/142)