Rutte zei in het door de JOVD georganiseerde debat in de Faculteit Economie en Management van de HvU dat studenten in het uiterste geval moeten overgaan tot het bezetten van universiteitsgebouwen. De staatssecretaris reageerde op opmerkingen van studenten dat zij binnen de medezeggenschapsstructuren niet serieus worden genomen. Volgens David Rozema van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) “worden studenten op de belangrijke onderwerpen genegeerd”. Rutte noemde, met een verwijzing naar de lage opkomstcijfers bij verkiezingen voor medezeggenschapsorganen, actievere participatie van studenten een sine qua non voor kwaliteitsverhoging van opleidingen.
Rutte wist met zijn boude pleidooi de aandacht af te leiden van de massale kritiek op het kabinetsvoorstel om studenten een ‘rugzakje met leerrechten’ te geven. De Utrechtse collegevoorzitter Van Rooy verwoordde nogmaals haar scepsis over de hoge verwachtingen van meer vraagsturing bij de bekostiging van universiteiten. “De wereld van het hoger onderwijs is geen vrije markt, daarvoor zijn er teveel imperfecties. Studenten hoppen niet zomaar van de ene naar de andere universiteit.” Een mening die door panellid en hogeschoolstudent Koen van Ramshorst werd onderschreven. “Wanneer ik met veel moeite in Utrecht een kamer heb weten te vinden, ga ik niet opeens denken dat een opleiding in Groningen misschien beter of leuker is.”
Volgens Van Rooy is het breekpunt tussen bachelor en master een natuurlijk moment om over te stappen naar een andere opleiding. Het voorstel van Rutte leidt volgens haar slechts tot administratieve rompslomp voor de universiteiten. Bovendien wordt risicomijdend gedrag van studenten in de hand gewerkt, omdat tussentijds overstappen naar een andere studie vrijwel altijd studievertraging tot gevolg heeft, aldus de collegevoorzitter. “Studenten gaan dan bijvoorbeeld niet meer de moeilijke bètavakken studeren. Of ze willen liever niet meer in het buitenland studeren of in een bestuur zitten. Verschraling in plaats van verrijking.” Dat gevaar wordt nog groter wanneer, zoals Rutte wil, studenten met een langere uitloop dan anderhalf jaar drie keer de hoogte van het collegegeld moeten betalen, betoogde Van Rooy.
De staatssecretaris verdedigde vanzelfsprekend zijn leerrechtenplan. Naast het ‘benchmarken’ van universiteiten en de verruiming voor selectiemogelijkheden en collegelddifferentiatie noemt hij dat als derde middel om ‘Begeisterung’ terug te brengen in het hoger onderwijs. “Ik vind dat universitaire bestuurders moeten voelen dat studenten weggaan of komen. Die prikkel is nodig.”
Van dreigende studievertraging of beperking van extra-curriculaire activiteiten wilde Rutte niets weten. “Als ik lees dat veel studenten niet meer dan twintig uur per week aan hun studie besteden, dan kan dat wel wat ambitieuzer. Vijf en een half jaar moet toch genoeg zijn om af te studeren en al die dingen er naast te doen.”
De posities van de collegevoorzitter en de bewindsman waren bekend en werden niet verlaten. De status quo verleidde een student in de zaal aan het einde van de avond tot de vraag aan Van Rooy wanneer de Utrechtse voorzitter met haar collega-collegeleden de kamer van de staatssecretaris in het Haagse ministerie gaat bezetten.
XB