Driekwart van de bewoners van tijdelijke kamers zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn. Vooral de lage huurprijs en het relatief grote oppervlak van de kamers worden gewaardeerd. Meer dan de helft van de bewoners is al aan de beurt voor een plek op een van de reguliere complexen, maar maakt geen gebruik van die optie. Deze groep wacht met verhuizen tot ze daartoe gedwongen wordt.

Deze conclusie wordt door studenten sociale geografie getrokken uit een onderzoek naar eigenschappen van mensen die wonen in de tijdelijke huisvesting van de SSH. De resultaten werden dinsdag in de Cambridgebar bekend gemaakt.

De SSH ziet in tijdelijke huisvesting voor jongeren die op wachtlijsten staan een goede mogelijkheid de kamernood in Utrecht te verzachten. De meeste tijdelijke woonruimtes staan in de buitenwijken van Utrecht: bijvoorbeeld in Overvecht en Hoograven.

Dat laatste gegeven blijkt tegelijk het minpunt te zijn. Bewoners beoordelen hun omgeving veel minder positief. Vooral de veiligheid en de relatie met de buurtbewoners laten naar het oordeel van de bewoners te wensen over. Maar dit leidt bij hen niet tot de wens te verhuizen.

XB

Op initiatief van het Innovatieplatform kunnen kenniswerkers (bijvoorbeeld hoogleraren of promovendi) uit het buitenland via een greencardregeling eenvoudig en snel in Nederland aan de slag. Het stroperige traject bij de Immigratie en Naturalisatiedienst blijft hen daardoor bespaard.

Studenten en stagiairs uit het buitenland vallen echter buiten deze nieuwe regeling. Voor hen dreigt alles bij het oude te blijven. Zij krijgen een verblijfsvergunning van een jaar, die telkens verlengd moet worden, met alle administratieve rompslomp van dien. Buitenlandse gastonderzoekers die van een beurs uit eigen land moeten rondkomen hebben dezelfde problemen.

Voor organisaties als VSNU, VNO-NCW, KNAW, ISO, LSVb en Nuffic aanleiding om in de pen te klimmen. Zij achten de komst van buitenlandse studenten belangrijk voor de ontwikkeling van de kenniseconomie. Om die reden zouden ook de studenten en gastonderzoekers in de greencard-regeling moeten worden meegenomen.

De ondertekenaars willen op korte termijn met de minister hierover overleggen. Verdonk heeft nog niet op de brief gereageerd.

HOP

Het Verenigd Koninkrijk is nog maar net bekomen van een vurig debat over hogere collegegelden. De regering Blair dreigde erover te vallen, maar heeft de storm rond de Higher Education Bill nipt overleefd. Het wetsvoorstel zal waarschijnlijk komende maand door het parlement aangenomen worden.

In de 'bill' is bepaald dat universiteiten tot het jaar 2012 maximaal drieduizend pond collegegeld kunnen vragen. Dat komt neer op ongeveer 4,5 duizend euro. Maar dat is slechts een 'kleine en voorlopige stap' in de richting van privatisering, hoopt Palfreyman.

In zijn boek, The Economics of Higher Education, schrijft hij dat Groot-Brittannië zich moet spiegelen aan de Verenigde Staten, waar sommige universiteiten vele tienduizenden dollars collegegeld vragen. Het zou afschuwelijk zijn als de Britse universiteiten 'verder wegzinken in ondergefinancierde Galbraithiaanse publieke armoede, in het kielzog van andere Europese onderwijssystemen'. Palfreyman wil het 'sombere vooruitzicht van verdergaande Europeanisering' koste wat kost vermijden.

De denktank van Palfreyman heeft berekend dat Oxford zijn collegegeld tot meer dan vijftienduizend euro zou moeten verhogen om tegen de Amerikaanse concurrentie opgewassen te zijn. Eerder al kwamen er geluiden uit de hoek van de topuniversiteiten dat het regeringsbeleid nog lang niet ver genoeg ging. Onderzoekers krijgen in Oxford een salaris van zestigduizend euro per jaar, terwijl de onderzoekers van Princeton en Harvard respectievelijk negentig- en honderdduizend krijgen. Harvard besteedt drie keer zo veel geld aan de opleiding van een bachelor als Oxford.

Palfreyman wil overigens wel zorgen dat de toegankelijkheid gewaarborgd blijft door het model van de Amerikaanse 'Ivy League' van topuniversiteiten over te nemen. Alleen de rijkste studenten zouden de volle mep hoeven te betalen. De armsten zouden gratis studeren.

HOP

Dat heeft minister Van der Hoeven laten weten in een persoonlijk gesprek met De Jong. In het debat over de graaicultuur zei kamerlid Mariëtte Hamer (PvdA) dat er een gesprek zou moeten komen tussen De Jong en minister Van der Hoeven. De Jong is de volgende dag uitgenodigd.

Maar uit het gesprek bleek dat hij niet op financiële steun hoeft te rekenen. "We zien geen aanleiding voor een vergoeding en we zien ook geen juridische basis", zegt een woordvoerder. "Hij krijgt wel eerherstel. Hoe dat eruit gaat zien, weten we nog niet. Daarover zijn we in gesprek."

De Jong was oud-bestuurslid van de Saxion Hogescholen en meldde de fraude toen hij daar al ontslag had genomen. Zijn informatie dat veel hogescholen met inschrijvingen en diploma's sjoemelden, bleek te kloppen.

Ad Bos, klokkenluider in de bouwfraude, krijgt overigens ook geen vergoeding van de overheid.

HOP

Ruckstuhl die dit voorjaar in Utrecht afstudeerde in de geofysica, behaalde in Ratingen een puntentotaal van 6206. Daarmee voldeed de atlete van het Utrechtse Hellas aan de eis van het NOC*NSF.

Vorige maand ging in Götzis een poging om de limiet van 6165 te behalen nog de mist in. Vooral het onderdeel speerwerpen verliep toen niet naar wens. Zondag bracht juist een goed resultaat met de speer Ruckstuhl het gewenste puntentotaal.

Na de spelen in Athene zal Ruckstuhl beginnen met een aio-schap in Utrecht. Aanstaande donderdag in het ublad een portret van Ruckstuhl en de twee andere Utrechtse Olympiërs, hockeyer Rob Derikx en zwemster Haike van Stralen.

xb

De meeste Nederlanders hebben wel eens last van nachtmerries, maar bij ongeveer 2,5 procent van de bevolking komen nachtmerries zo vaak voor dat er sprake is van een probleem. Vrouwen hebben er meer last van dan mannen. Veelvuldig is een nachtmerrie het gevolg van een traumatische ervaring.

Tot voor kort bestond er geen behandeling voor nachtmerries. Medicamenten zijn beperkt effectief en psychologische behandelingen gaan ervan uit dat niet nachtmerries zelf, maar een ‘onderliggend probleem’ behandeld moet worden. In de door Spoormaker ontwikkelde 'lucide dromen therapie' beseft de dromer dat hij aan het dromen is, waarna hij gewoon verder kan dromen maar dan wel grip heeft op de inhoud van de droom.

Spoormaker heeft zijn therapie getest in een experimentele pilot van 23 mensen, verdeeld over drie groepen. De eerste groep kreeg de therapie individueel, de tweede groep werd in een groepsetting behandeld en de derde groep diende als controlegroep (met behandeling pas na drie maanden). Bij een nameting na drie maanden bleek dat het aantal nachtmerries in de twee behandelde groepen significant was gedaald, terwijl dit niet zo was in de controlegroep. De therapie werkt dus, aldus Spoormaker, maar beter in een individuele dan in een groepsbehandeling.

AH

Dat zegt UvA-rector Paul van der Heiden deze week in een uitgebreid artikel over gedragscodes voor wetenschappelijke integriteit in het Ublad. De Amsterdamse bestuurder leidt binnen de VSNU een werkgroep die onderzoekt of op basis van een vijftal principes een inhoudelijke gedragscode kan worden opgesteld die garant staat voor een vrije en behoorlijke wetenschapsuitoefening. Van der Heijden: “Tot nu toe zijn de gedragscodes binnen de universiteiten alleen procedureel en niet inhoudelijk. Daar doen we nu een poging toe.” Nieuw is dat de code voor alle vakgebieden toepasbaar is en waarschijnlijk vanaf oktober gaat gelden.

JR

Rutte vindt anderhalve week te kort om zich goed te kunnen inlezen. Ook geeft hij aan het uitstel te willen benutten om gesprekken te voeren met het hogeronderwijsveld, voor een evenwichtig beeld van het dossier.
De Kamerleden Visser (VVD), Tichelaar (PvdA) en Lambrechts (D66) hebben laten weten, dat er een betalingsregeling mogelijk moet zijn, wanneer het onderwijsministerie besluit dat het frauderende bedrag teruggevorderd wordt. Ze vinden het onjuist, dat huidige studenten van hogescholen de dupe worden van verkeerde inschrijvingsmethodes uit het verleden, mede door de discutabele manier waarop het ministerie een rol heeft gespeeld in deze kwestie.

JR

Dat zei collegevoorzitter Yvonne van Rooy tijdens een netwerkbijeenkomst afgelopen dinsdag over de kenniseconomie in de regio, georganiseerd door de Utrechtse afdeling van D66. "Als het er om gaat kennis vanuit het hoger onderwijs bij bedrijven te krijgen, dan spelen vooral hogescholen als 'portal' een rol, en zou de daar gevestigde nieuwe functie van lector kunnen fungeren als intermediair tussen fundamentele en toepasbare kennis", aldus Van Rooy.

Volgens D66 'rammelt de Utrechtse kenniseconomie als een Trabant met achterstallig onderhoud'. Hoewel er in de regio sprake is van een groot aantal kennisinstellingen en een hoog opgeleide bevolking, blijft Utrecht achter met zijn innovatieve activiteiten. "Het ontbreekt in Nederland aan een sense of urgency voor innovatie", aldus minister Brinkhorst van Economische Zaken, die een inleiding hield op de netwerkavond. "Met name het MKB (midden- en kleinbedrijf) loopt op tegen de moeilijk toegankelijke poort van kennisinstellingen." Want daar zit het probleem met de innovatie: er is voldoende kennis beschikbaar, maar die wordt onvoldoende gevaloriseerd.

Van Rooy gaf het MKB echter weinig kans: "We hebben de science-shops, zoals wetenschapswinkels tegenwoordig genoemd worden, waarbij het MKB kan aankloppen, maar voor het overige liggen de accenten aan een universiteit toch anders. Ga er maar gerust van uit dat zeker tachtig procent van de universitaire kennis andere doeleinden dient."

Wél wees Van Rooy nog op het belang van de dienstensector in de regio, die van met name de alfa- en gammakennis van de universiteit gebruik kan maken. "Bij kenniseconomie wordt al gauw aan het bedrijfsleven en de industrie gedacht, en dus aan bèta en technische vakken. Maar in de regio Utrecht speelt de dienstensector inmiddels een grotere rol dan de industrie."

Voorts beklemtoonde de collegevoorzitter nog eens het belang van de life-sciences, die binnen het bedrijfsverzamelgebouw de Incubator en Science Park De Uithof een belangrijke bijdrage vormen van de UU aan de kenniseconomie in de regio. "Vooral de zoektocht naar nieuwe medicijnen binnen het ABC-cluster is een goed voorbeeld van wat de universiteit kan betekenen voor de kenniseconomie", aldus Van Rooy.

AH

Nederland blinkt uit in wetenschappelijk onderzoek. Het probleem is alleen dat we dat niet weten te benutten. “Het knelpunt in ons innovatiesysteem zit dus eerder aan de kant van de vraag en de markt, dan aan de kant van onderzoek en R&D”, aldus de adviesraad.

De AWT richt zijn pijlen voornamelijk op de Nederlandse cultuur en de ‘innovatienetwerken’. Die functioneren niet. Er is te weinig directe samenwerking en de laag tussen universiteiten en het midden- en kleinbedrijf is te ‘dichtbevolkt’.

De overheid zou moeten stimuleren dat hoger opgeleiden in het midden- en kleinbedrijf gaan werken. Er zouden ook meer stagemogelijkheden voor hogeschool- en universiteitsstudenten moeten komen en de regering moet ‘levenslang leren’ mogelijk maken. De AWT constateert dat juist wat deze aspecten betreft, de overheid bestaande regelingen in het beleid afschaft.

Op dit moment voelt Nederland de noodzaak niet om dure maatregelen te treffen die innovatie bevorderen, schrijft de raad. “Dat maakt dat wij gemakkelijk in de situatie terecht kunnen komen van de kikker in de soeppan: niet merken dat het vuur eronder aanstaat (dat overigens op een eindige aardgasvoorraad wordt gestookt), vooralsnog behaaglijk rondzwemmen en uiteindelijk te suf zijn om er op tijd uit te kunnen springen.”

HOP