Staatssecretaris Nijs is een liberale zakenvrouw. Detucht van het bedrijfsleven past ze onverkort toe op het hogeronderwijs. "We moeten succesfactoren formuleren." Ze wil zoekennaar win-winsituaties, minder welles- nietesdiscussies en helderetaal. Zo was ze het gewend bij Shell, zo wil ze het in depolitiek.
Zakenvrouw Annette Nijs (40), die voor Shell veel in hetbuitenland was gestationeerd, introduceert hiermee een nieuwedenktrant in Den Haag. Tot haar verbazing werkt het ministerie vanOnderwijs Cultuur & Wetenschappen bijvoorbeeld nauwelijks metstreefcijfers. "We moeten succesfactoren formuleren", meent Nijs,"Wanneer is bijvoorbeeld de invoering van de bachelor-masterstructuur een succes? Er stond niet op papier hoeveel procentvan de opleidingen dit jaar het bama-stelsel moest invoeren. Het istachtig procent geworden. Dat is wellicht goed, maar misschien hadhet honderd procent moeten zijn. Ik wil zulke criteria vaststellen,liefst samen met de instellingen."
Ook eventuele topmasters gaat zij op die manier bekijken. "Eenvan de criteria voor een topmaster kan zijn: heeft hetbedrijfsleven iets aan iemand die de topmaster doorlopen heeft? Alsdat niet het geval is, kun je misschien het bedrijfsleveninhoudelijk bij de master betrekken."
Geld
Je kunt geen hoek van onderwijsland bedenken of Nijs denkt erzakelijk over. Er komt derhalve, tegen de gewoonte in eenbekostigingsstelsel voor het hele hoger onderwijs. Bovendien geldtvoor zowel HBO als het wetenschappelijk onderwijs dat sommigemasters wel en andere masters niet bekostigd zullen worden. Of hetonderscheid tussen HBO en WO dan geheel wegvalt? "Nee,universiteiten hebben natuurlijk een heel andere traditie waaruitze kunnen putten", aldus de staatssecretaris.
Natuurlijk speelt ook de inhoud van opleidingen mee. Nijs: "Erkomt een nationaal accreditatie-orgaan, dat strenger zal zijn dande visitatiecommissies. Alle instellingen denken dat hun huidigecurriculum goed genoeg is voor een master, maar in een aantalgevallen is dat misschien niet zo. Ik ga gedurende de ritregelmatig aan de betrokken partijen, waaronder zeker ook hetbedrijfsleven, vragen: is dit goed genoeg voor een master?"
Over de gewraakte efficiency-korting voor deonderwijsinstellingen is ze op dezelfde manier duidelijk: "Ik noemhet zelf altijd bezuinigingen. 'Efficiency-korting' suggereert datde universiteiten niet efficient werken, en dat is tesimplistisch."
Al twintig jaar wordt er op onderwijs bezuinigd. Nijs: "Dat komtdoordat er geen duidelijkheid is over wat de overheid wil, kan enmoet betalen. Moet de overheid tweede en derde studies betalen?Moet zij meer betalen voor studenten uit het kunstvakonderwijs danvoor studenten techniek? Als iemand een bovenmodaal inkomen heeft,moet de overheid dan nog bijbetalen als hij gaat studeren? Over datsoort vragen wil ik duidelijkheid scheppen."
Een soortgelijke vraag is natuurlijk hoeveel een student zelfmoet bijdragen aan zijn studie. "Als je een goed inkomen verwerftdankzij je studie, dan kun je ook een deel van de studiekostenterugbetalen", vindt Nijs. Zij wil het systeem van de studietaksonderzoeken, waarbij de student na zijn afstuderen een deel vanzijn beurs via de belasting terugbetaalt. "Dat kan vijftig ofhonderd procent van de beurs zijn, of misschien helemaalniets."
Collegegelddifferentiatie voor topmasters moet kunnen, vindt destaatssecretaris. "Als een opleiding een duidelijke meerwaardeheeft, mag je er van de student ook meer geld voor vragen. En alsde overheid ueberhaupt topmasters wil financieren, dan komentopmasters van HBO's ook in aanmerking."
Zelfregie
Nijs, die zelf jaren bij een multinational heeft gewerkt, wilook in het hoger onderwijs fusies vergemakkelijken. "De Inhollandhogeschool heeft nu niet optimaal baat bij zijn schaalvergroting,omdat hij bestuurlijk niet geheel mag fuseren." Daarmee zet ze hetbeleid van haar voorganger Loek Hermans voort.
De wildgroei aan opleidingen in het hoger onderwijs wil zeaanpakken. "Er is nu ongezonde concurrentie in de markt. Als iemandeen succesvolle opleiding bedenkt, gaan anderen die meteenkopieren. Instellingen zouden zich op hun sterke punten moetenrichten. Zelfregie is daarbij ongelooflijk belangrijk."
Maar was het niet juist de falende zelfregie die de wildgroeiaan opleidingen veroorzaakte? "Ik wil niets afdwingen als dat nietnodig is. Maar als de zelfregie faalt, dan grijp ik in. Ik geef desector niet de gelegenheid onder zelfregie uit te komen."
Ook in het wetenschappelijk onderwijs wil Nijs het aantalopleidingen terugdringen. "Er zijn nu bijvoorbeeld tien opleidingenpsychologie. Dat kunnen er best vijf minder zijn. Die opleidingenhebben basiskosten die je op die manier terug kunt dringen. Alsuniversiteiten zich op hun sterke punten richten, krijg je beteronderwijs en beter onderzoek."
HOP, Peter Hanff & Bas Belleman