Basisvak planologie: niet sexy te krijgen

Waarom moeten we meewerken aan het verbreden van de A27?

Een college over planningstelselvraagstukken bij Sociale Geografie! Ongetwijfeld nuttig, maar ook nogal saai. Al haalt de docent alles uit de kast om de studenten bij de les te houden, ontdekt DUBs Inge Razenberg.

Naam college Planningstelselvraagstukken
Studie Sociale geografie en Planologie
Niveau, hoeveelstejaarsvak 1, eerstejaarsvak
Waar Ruppert Rood
Datum en duur Donderdag 28 maart, 09:00 – 10:20
Docent Guido Wallagh
Aantal studenten die vak volgen 46
Aantal aanwezige studenten 30
Voertaal Nederlands

De cursus planningstelselvraagstukken is – behalve een goed woord voor galgje - een inleiding in de ruimtelijke ordening voor eerstejaars Sociale Geografie & Planologie die de planologische weg zijn ingeslagen. Dit is het laatste college (pdf) voor het tentamen en docent Guido Wallagh herhaalt alle behandelde stof om de studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op de toets die al klaar ligt. Ideaal voor de luie mens, lijkt mij. Zo moet ik het niet zien, legt Wallagh uit: “Het boek is heel gedetailleerd. Je kan van eerstejaars studenten niet verwachten dat ze de hoofd- van de bijzaken kunnen scheiden. Ik vind het het belangrijkste dat ze iets leren.”

Strenge meester
Wallagh, die een dag in de week op de universiteit en de rest van de tijd in de praktijk werkt, verwacht een actieve houding van zijn studenten. Hij is het niet eens met de opvatting dat hoorcolleges er zijn om gezellig bij te kletsen. Als er geroezemoes klinkt, stopt hij met praten. Pas al het weer stil is, gaat hij verder. Laatkomers worden berispt: “Na 15 colleges waarin ik stipt om negen uur begin, denken mensen nog steeds dat ze te laat kunnen komen”, moppert Wallagh, om er daarna luchtig aan toe te voegen: “Misschien dachten jullie wel, dit is onze laatste kans om te laat te komen!”

Lees die krant
Wallagh start zijn college met actuele planningsvraagstukken die de studenten in het nieuws hebben ontdekt. Ditmaal is het de verbreding van de A27 die ten koste gaat van een strook bos van Amelisweerd. Een mooi voorbeeld van ‘medebewind’: één van de beginselen van de ruimtelijke ordening die stelt dat lagere overheden mee moeten werken aan plannen van hogere overheden.

Ook als het gaat over de herziene Wet op Ruimtelijke Ordening (WRO voor intimi), komt het voorbeeld van pas. Eén van de redenen dat er een nieuwe WRO is, is de noodzaak om procedures te versnellen. “Van toepassing, omdat ze al sinds de jaren 80 met Amelisweerd bezig zijn.”

Parkweg of park weg?
Wallagh besteedt veel tijd aan het bestemmingsplan. Leren dus! Handige kennis voor later als je een huis koopt. Het kan namelijk zomaar zijn dat dat leuke park voor je nieuwe optrekje binnenkort verdwenen is, ook al staat dat in het bestemmingsplan. Een bestemmingsplan is toekomstgericht en flexibel, vertelt Wallagh: “Kijk om je heen, kijk in je eigen buurt: hoe veel is daar de laatste tijd veranderd?” Met het oog op de rechtszekerheid is deze flexibiliteit enigszins discutabel, aldus Wallagh: “Nu woon je tegenover een park, maar het kan zo maar zijn dat daar over een paar jaar een theehuis staat of zelfs een kantoorflat.”

Kurkdroge papers
Omdat er geen werkcolleges zijn voor dit vak, bespreekt Wallagh dit hoorcollege een opdracht waarin studenten de structuurvisies van drie steden met elkaar vergeleken hebben. Zijn kritiek is niet mals: “Waarom jullie je drie steden kozen, werd vaak niet beargumenteerd: het leek wel Russische roulette!” Naar aanleiding van een paper waar een spelfout in de titel staat, tipt de docent: “Ga naar je papa of mama, vriend of vriendin en laat ze die tekst voorlezen. Dan kan je meteen horen hoe saai die is. Want het was soms wel heel serieus hoor.”

Wallagh vertelt helder, gebruikt actuele voorbeelden en heeft in de collegereeks regelmatig professionals uit de praktijk gevraagd een gastcollege te geven. Toch is het verre van spannend, al die verschillende niveaus (rijk, provincie, gemeente) van ruimtelijke ordening, al die wetten en procedures. De docent voelt dit ook wel aan en probeert de taaie stof te verantwoorden door het een maatschappelijke relevantie mee te geven: “Dit procedureel geneuzel is nodig, omdat de samenleving steeds nieuwe vragen stelt”, aldus Wallagh. Een sterk voorbeeld blijft echter achterwege: veel verder dan een algemene uitspraak over zielloze gebieden door leegstand komt hij niet.

Eindoordeel
Degenen die uiteindelijk echt kunnen oordelen over dit college, zijn de studenten zelf en Wallagh vraagt daarom aan het eind of ze de cursus nuttig vonden. Het algemene antwoord is: ja. Saai of niet, deze stof blijkt relevant. “Ik denk niet dat ik deze kennis in de praktijk zal gebruiken, maar het is goed om deze basis te hebben”, zo oordeelt één van de studenten. Ze zijn blij met dit samenvattende college zo vlak voor het tentamen. Als de studenten na deze collegereeks de planologische route toch weer uitvluchten, heeft het waarschijnlijk niet aan de docent gelegen. Hij heeft er met zijn heldere uitleg, zijn betrokkenheid en pogingen om de stof aan de praktijk te verbinden, alles aan gedaan.

Advertentie