Een rechtszaak is als een voetbalwedstrijd
In aflevering 3 van Collegetoer schuift Inge Razenberg aan bij een hoorcollege recht. Hier leert ze dat een rechtszaak net een potje voetballen is. Professor Ton Hol: “Wie zich niet aan de regels houdt, wordt teruggefloten.”
Naam college | Grondslagen van het recht |
Studie | Rechtsgeleerdheid |
Niveau, hoeveelstejaarsvak | 1, verplicht eerstejaarsvak |
Waar | Educatorium, Megaron |
Datum en duur | Maandag 15 oktober, 13:15-15:00 |
Docent | Ton Hol |
Aantal studenten die vak volgen | 600, waarvan 300 op dit tijdstip |
Aantal aanwezige studenten | Iets meer dan 200 |
Voertaal | Nederlands |
Vandaag gaat het college over de beginselen van een eerlijk proces. Docent is professor Ton Hol, die net terugkomt van een uitzending van Schepper & Co, waarin hij heeft gediscussieerd over de hoogte van straffen voor de Harense relschoppers. In de uitzending praat deze rechtsfilosoof en (plaatsvervangend) rechter over de gelijke behandeling die o zo belangrijk is in het recht.
Ajax vs VV anonimus
Gelijkwaardigheid is meteen ook het eerste beginsel van een eerlijk proces, zo leer ik. Hol: “Als Ajax tegen een dorpsclub speelt, vinden we dat niet eerlijk.” Partijen moeten dus met gelijke wapens tegen elkaar strijden. Dat betekent in het recht dat je je in grotere zaken door een advocaat moet laten bijstaan, zodat je tegen machtige bedrijven als Shell of KPN niet in je eentje juridisch de plank mis loopt te slaan, aldus Hol.
Voor degenen die geen advocaat kunnen betalen, is er rechtsbijstand. Een mooie waarborg van het beginsel van toegang tot de rechtspraak, maar eentje die helaas, zegt Hol, steeds meer wordt aangetast: in Nederland stijgt de eigen bijdrage steeds. De goedkoopste advocaat nemen, is eigenlijk geen optie, zegt de professor. Die zijn niet altijd goed genoeg. Dit lijkt me nou typisch een gevalletje aardappelmesje versus pistool, zoals Hol zo beeldend weet te omschrijven. Wat nou, gelijke wapens? De meeste studenten voelen echter geen verontwaardiging en blijven neutraal naar de PowerPoint staren als Hol hierover vertelt.
Kleurloze figuren
Essentieel in een rechtszaak is het waarborgen van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters. Vanwege deze beginselen kunnen rechters niet ontslagen worden. Hol: “Dus ook niet als ze een beslissing nemen, die de minister niet zint.” Daarnaast verdienen rechters bakken met geld “zodat ze niet in de verleiding komen geld van anderen aan te nemen”. Ook dragen rechters zwarte toga’s om hun onafhankelijke positie aan te tonen. Hol: “Kleurloze figuren - dat zijn het.”
Gekke Henkie
Immuun is een rechter niet. Als een rechter de schijn van partijdigheid op zich laadt, kan deze door middel van een wrakingverzoek van de zaak gehaald worden. Hol vertelt dat hem dat een keer bijna is overkomen. “Het was een witwaszaak waar het ging om een bedrag van 17 miljoen. Toen de verdachte ontkende, liet ik doorschemeren dat ik hem niet geloofde. Ik was verontwaardigd - er lag heel veel bewijs!” Dat dit gevaarlijk kan zijn, geeft Hol toe. “Maar”, zegt hij, “ik ben gekke Henkie niet!”
De praktijkervaring die Hol meebrengt, maken het college heel interessant. De toneelstukjes waar de professor zich aan waagt, verlevendigen de boel. Zo verduidelijkt hij het principe van hoor- en wederhoor aan de hand van een thuissituatie waarin Hols dochter haar broertje beschuldigt van slaan. Als een echte acteur speelt Hol een miniproces na met vader, zoon en dochter, compleet met stemmetjes en gebaren waarin partij zoon en partij dochter elk hun standpunt verdedigen.
Theekransje
De anekdotes uit de praktijk, de toneelstukjes en de levendige wijze van doceren, kunnen niet voorkomen dat er rondom mij - ik zit achter in de grote collegezaal - constant gekletst, gefacebookt en ge-smst wordt. Een student voor me leest de Voetbal International, wat dan wel weer toepasselijk is misschien.
Als Hol een grapje maakt, reageren de studenten hier wel op, maar blijven daarna gerust nog een tijdje doorkletsen. Over andere dingen. Met z’n heel velen. Het is een paradox; de grapjes en sprekende voorbeelden trekken de aandacht, maar verstoren tegelijkertijd het college.
Voor interactie is nauwelijks ruimte. Hol heeft zo veel te vertellen dat er geen tijd is voor levendige discussies met 200 studenten. In de pauze beantwoordt hij zeer bereidwillig alle vragen. Aan het eind van het college blijkt Hol interessante discussiepunten voorbereid te hebben, waar - helaas - geen tijd meer voor is: de volgende 300 eerstejaarsrechten komen er al aan. Dat rechten graag een kleinere opleiding wil worden, is na dit college goed te begrijpen.